Brienenoordbrug. Hierbij komen de bij Rijkswaterstaat de vanouds gescheiden sectoren 'nat' en 'droog' samen. Voor het proefgebied is XML/GML gebruikt, een uitwisselingsformaat dat verder kan worden gepresenteerd in gene rieke viewers. Het bij het XML/GML be horende schemabestand (XSD) geeft de structuur zoals het in UML is gemodel leerd weer en is daarmee de directe ver taling van het UML-Klassendiagram. De GML zelf bestaat uit drie onder delen die zijn geconverteerd uit het DTB (GBRTopoObjecten), Beheerkaart- Nat (GBRBedrijfsObjecten) en Kerngis (GBRBedrijfsObjecten). De relaties tus sen TopoObjecten en BedrijfsObjecten zijn in het proefgebied nog niet inge voerd. Geometrische grenzen zijn dus nog niet volledig op elkaar afgestemd. De GML is gevisualiseerd met de GML- viewer van Snowflake. Hiermee kan GML worden ingelezen en opgemaakt. In de vrij beschikbare versie hiervan kan helaas de opmaak niet worden opgesla gen. AGI zal de GML van dit proefgebied op Internet publiceren, zodat bronhou ders en andere geïnteresseerde partijen kennis kunnen nemen van gegevens ge baseerd op het concept datamodel. Maar hiermee is de GBR niet af. Sterker nog, het huidige informatiemodel is slechts de eerste stap om te komen tot een GBR. De doorontwikkeling splitst zich uit in twee sporen. Inpassing in RWS-informatie- architectuur Het huidige model beschrijft de relatie tussen de topografische objecten en bedrijfsobjecten. Deze relaties moeten nog verder worden uitgewerkt. Hetzelf de geldt ook voor de relatie tussen de bedrijfsobjecten en andere informatie verzamelingen. Met andere woorden, de GBR moet een expliciet onderdeel gaan vormen van de Rijkswaterstaat- informatiearchitectuur. Daarnaast levert een informatiemodel nog geen kaartbeeld op of een database met uitgewerkte 'business rules'. Met een grove schatting van zeven miljoen ob jecten is het duidelijk dat het hier gaat oin grote investeringen en een lange- termijntraject. Brede externe pilot Naast een intern spoor biedt het hui dige model een goede uitgangspositie voor een verdere afstemming met de andere informatiemodellen. Dit geldt GBKN in combinatie met DTB. in eerste instantie voor het 1MGEO dat deels parallel aan het GBR-model is ontwikkeld. Maar ook met de AQUO-standaard (IMWA) en het Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL) dienen de relaties verder te worden afgestemd. Een goed middel daarvoor is het uitvoeren van een pilot waarbin nen een proefgebied concreet wordt uitgewerkt. Deze pilot kan voor alle betrokkenen de overlap en discrepanties in de verschillende modellen aan het licht brengen. Pas daarna wordt duidelijk óf bijvoorbeeld harmonisering van defini ties nodig is en zo ja, hoe ver je daarin zou moeten gaan. Toekomst Rijkswaterstaat mikt op 2010 voor een operationeel GBR. Gezien de nog te nemen stappen is dit weliswaar een uitda gend maar haalbaar traject. Hiermee loopt de GBR in de pas met de doorontwikkeling van de GBKN naar een authen tieke basisregistratie en levert de GBR in deze vorm een belangrijke bijdrage aan de nationale geo-informatie infra structuur. Een praktijkcase: Wegen In NEN 3610 (Basismodel Geo-informatie) lezen we dat een Weg een Geo-object is dat is samengesteld uit wegdelen. Een Wegdeel is weer een specialisatie van een weg waarbij wegdelen samen een weg vormen. Bij het zoeken naar een soortgelijk object in het DTB om dat in de GBR op te nemen, kwamen we uit bij Verharding, zijnde een voor het verkeer aangebrachte verhardingsconstructie van een verkeersbaan. Volgens het gebruik bij RWS echter is dit een specialisatie van Terrein, in de GBR GBRTopoTerrein genoemd. Volgens de definitie van NEN 3610 wordt dit dan een type landgebruik. Op zich past dit, maar het vormt toch een wat aparte uitwerking. Vervolgens is het zoeken naar overeenkomstige objecten binnen de bedrijfsobjecten in het model. In het binnen RWS gebruikte Informatiemodel HoofdWegenNet bestaat het object Weg maar ook Wegvak, BPSBaan, BPSStrook, VerhardeBaan en meer wegonderdelen als verdere specialisatie van Weg die voor RWS relevant zijn. Wat de definitie betreft zit Weg vak dichtbij wat in NEN 3610 wegdeel wordt genoemd maar Wegvak is in het gebruik bij RWS geen specialisatie van Weg. De samenstellende associatie uit NEN 3610 komt weer wel terug in de GBR. Hoe vreemd het ook moge lijken, het object Wegen zal niet als topogra fisch object in de GBR worden gebruikt maar wel weer als bedrijfsobject. Zo zal op meer dere punten nog verder moeten worden uitgezocht hoe de relaties en de Klassen in de GBR zich verhouden met die in NEN 3610. Dit geldt ook voor andere overlappende informatie modellen zoals AQUO/IMWA en IMGEO. Het geeft echter wel aan dat de aansluiting op het basismodel Geo-informatie in grote lijnen mogelijk is, al is niet uit te sluiten dat bijstelling daarvan uiteindelijk nodig zal blijken. GEO-INFO 2007-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 21