331
Van der Wijst, 2000], Voor de beschrij
ving van de kaarten van Holland op de
website is van hun publicatie dankbaar
gebruik gemaakt. Dat geldt trouwens
ook deels voor de kaarten van Utrecht,
aangezien deze provincie veelal op de
overzichtskaarten van Holland figu
reert. Een hedendaagse kartobibliogra-
fie van Utrecht is (nog) niet voorhanden;
men dient nog steeds te rade te gaan
bij de negentiende-eeuwse publicatie
van Bodel Nijenhuis [Bodel Nijenhuis,
1838/1839]. Voor wat Holland betreft
zijn vrijwel alle kaarten terug te voeren
op drie prototypes: de kaarten van Jacob
van Deventer (1542), Balthasar Florisz.
van Berckenrode (1629) en Nicolaas Vis-
scher II (ca. 1690) [Blonk Blonk-Van dei-
Wijst, 2000, p. 25-58]. Van al deze pro
totypes toont de website Gedigitaliseerde
kaarten navolgingen, terwijl het proto
type van Visscher zelf eveneens deel uit
maakt van de reeks. Noemenswaardig
zijn onder andere de houtsnedekaarten
van Holland uit vijf verschillende edities
van Sebastian Miinsters Cosmographei; de
eerste navolgingen van de gewestlcaart
van Van Deventer (fig. 2). Ook Abraham
Ortelius benutte die kaart - samen met
de gewestlcaart van Zeeland uit 1547
- voor de weergave van de provincie in
zijn atlas Theatrum orbis terrarum (fig.
3). Zoals in de aanhef van dit artikel is
gememoreerd, zijn enkele (thans gedigi
taliseerde) zakatlaskaarten weer verklei
ningen van de Orteliuskaart.
Fig. 2. Kaart
van Holland in
Sebastian Miinsters
Cosmographei, 1578
(Utrecht UB, Kaart
BlonkHOL-3).
Fig. 3. Op het oosten georiënteerde kaart van Holland in het The
atrum orbis terrarum van Abraham Ortelius, tweede staat, 1595
(Utrecht UB, Kaart 'Blonk' HOL-7). Voor het kaartbeeld maakte Orte
lius gebruik van de gewestkaart van Holland door Jacob van Deven
ter. Kenmerkend voor de navolgingen van Van Deventer zijn de lege
gebieden van Friesland en het oosten van Brabant. Op Van Deventers
kaart bevonden zich op die plaatsen immers tekstgedeelten.
Opvallend is dat veel zestiende- en vroeg-zeventiende-eeuwse
kaarten van Holland een afbeelding danwel vermelding bevat
ten van de contouren van de ruïnes van de vroegere Romeinse
burcht Brittenburg (fig. 4). De resten van deze burcht zouden
bij laag water meerdere keren te zien zijn geweest in 1520,
1552, 1562, 1571 en 1588. Dat dit gegeven decennia later op
vele kaarten nog vermeld werd, bewijst de geweldige impact
van de toenmalige waarnemingen op de publieke opinie. Pas
in 1621 kwam er met de door Willem Jansz. Blaeu uitgegeven
wandkaart van Van Berckenrode een echt nieuw kaartbeeld
van Holland naar voren. Belangrijke delen van deze kaart ba
seerde Van Berckenrode op de door hem en zijn vader gepubli
ceerde hoogheemraadschapslcaarten van Delfland, Schieland
en Rijnland (1611-1615). Henricus Hondius liet in 1629 door
Van Berckenrode een kopie van de wandkaart maken. Van Hol
land werden vier deellcaarten vervaardigd die in een atlas kon
den worden opgenomen of te monteren waren tot een wand
kaart. In datzelfde jaar verscheen bij Hondius een verkleinde
kopie van deze wandkaart in folioformaat, die in het vervolg
van de zeventiende eeuw invloedrijk is geweest (fig. 5).
Fig. 4. Afbeelding en vermelding van de Brittenburg op de op het
westen georiënteerde kaart van Holland door Pieter van den Keere,
1617 (Utrecht UB, Kaart 'Blonk* HOL-29).
GEO-INFO 2007-9
jOyoav.
Vw vmx Cwfdjm fhmt». bcctóf
Stffa .ifcrtöi tm font mictFeihCfirfcig auff&rolil C»lu8/W S?
4w«'9<»nnnww6«»fitS«euiw®lic^4M><roSon^m6cói6liiï.fol(Öi mii/ra
-fe&KÜBi Afltliaoi OUiitm Ulttauvii fur film imtmfwni Mm imt
JKptaonti jam* gniiigt waiwiifelfiffi ftim fu»D vil Uttt/miu§üf~uï<i (1*
5.mAmtn»Bir;yitr|! oiBn&Oiaa[n/n>lib.inmmifiOT<£§!lfli 1011.111 jignmtrijnfoc
StepfrtflmrttiP nul (Swum£4BtrcjDtii als iificnfnitfji Ctni ait(M'»S8tiuAv
I4®"13stlbi>!So.l£e (iiI(!i P|itSntftr Hftfcjjcffiiiig/fo (ïtfroiR ofi ffioftaWirtilm
»iJ;()DffpttP3fpi(re(<nolj!r feiBor.n9ifill/i6io!irP!nr>it,fiirjltiit>n& ÓimitnauB
anfrtun4]nrfiommirtóitnlimir,aw(;Oe|tafrPmmof!m.<0im!ilnmt£>l<ïei|if>»jf
jaÉFKariibS
Miliaria GfrmJii:
J&'Ofckum
l&aict'a
e 11M
i'aié