Boekbespreking Gemeentegrenzen in Nederland Gemeentegrenzen in Nederland Ad van der Meer, 'Gemeentegrenzen in Nederland - een juridisch, technisch en kadastraal onderzoek'. Proefschrift TU Delft. ISBN 978-90-5199-518-3. Uitgeverij IOSpress. 363 p. Prijs 55 euro. Het boek is ook als download beschikbaar op www.library.tudelft.nl (onderdeel TU Delft repository, sub Dissertaties). Wie er aan begint de dissertatie van Ad van der Meer over gemeentegrenzen te lezen, vraagt zich, als hij de reputatie van de auteur kent, in hoopvolle ver wachting een paar dingen af: Van der Meers neiging tot eigenzinnige menin gen zal toch wel op enkele plaatsen doorklinken? En: het boek zal toch wel vlot geschreven en vooral fraai geïllu streerd zijn? En: er zal toch wel veel systematiek in voorkomen zoals sche ma's en een gemeentenamenregister waarin ongeveer alle Nederlandse ge meenten voorkomen? Vooraf: de dissertatie kent een origine le en persoonlijke themakeuze die te ruggaat op een oude liefhebberij (voor woord) maar, niet toevallig, ook strookt met zijn studierichting en werkkring: landmeetkunde/geodesie/geo-infor- matie. Van die invalshoek is het boek doortrokken en je kunt werkelijk zeg gen dat het begrip 'gemeentegrens' hier niet verglijdt naar een politiek- bestuurlijk vlak, zoals gemeentelijke herindeling. De drie elementen van de ondertitel staan in goed evenwicht: ju ridisch, technisch en kadastraal (tech nisch hier te lezen als landmeetkun dig); ik neem de vrijheid daar meteen aan toe te voegen: en historisch. Nu eerst een globale schets van de inhoud. In de inleiding wordt aan gegeven dat de levenscyclus van (ge- ineente-Jgrenzen bestaat uit allocatie, delimitatie en beheer en er wordt meteen gesteld dat de politiek-bestuur- lijke allocatie buiten het bestek van dit werk valt. Delimitatie en beheer vor men samen het technisch-administra- tieve domein en dit wordt vervolgens ingedeeld in vaststelling, registratie en beschrijving(-smethoden). In de opbouw van het boek - de inhoudsopgave is met ongeveer 160 paragrafen al een lezens waardigheid op zich - keert dit trio twee keer terug: als hoofdstukken 2, 3 en 4 (hoe en wat) respectievelijk 6, 7 en 8 (analyse en toetsing). Daartussen vormt hoofdstuk 5 de verbinding: het geeft, op basis van het voorafgaande, de overwegingen om nader onderzoek te doen en een beschrijving van de uit te voeren analyse en toetsing. Ten slotte komen nog hoofdstuk 9 (bijzon dere vraagstukken zoals onbedoelde allocatie en grenzen in rivieren) en hoofdstuk 10, dat een verbeterd stel sel voorstelt en daarvoor aanbevelin gen doet zowel van procedurele aard als betreffende de wettelijke regeling en de rol van het Kadaster. Een speels detail vormen de motto's waardoor elk hoofdstuk doeltreffend op zijn plaats Een juridisch, technisch en kadastraal onderzoek Ad van der Meer wordt gezet: zij variëren van een Ame rikaanse zegswijze tot citaten uit Goe the, Mulisch en 'Heer Bommel en de erfpachter'. Nu is het onmogelijk om op deze plaats de hele inhoud samen te vatten. Een boekbespreking moet trouwens geen samenvatting zijn! Daarom behan del ik verder enkele aspecten die mij, bij volledige lezing, opvielen als rode draad of als kenmerkend, opvallend of zelfs bizar. De selectie is natuurlijk persoonlijk. Als eerste rode draad: de rol van het Kadaster. De dienst had nooit een for mele taak inzake de gemeentegrenzen maar bouwde in de periode 1810-1832 een nauwkeurig, consistent en lande lijk compleet bestand op bestaande uit processen verbaal en schetskaarten, als ordeningsmiddel voor de (namelijk ge- meentegewijze) kadastrale inrichting. In de twee eeuwen sindsdien was het Kadaster in de ogen van alle gebruikers de onomstreden beheerder, vervulde soms een arbiterrol en bracht talrijke wijzigingen aan in de ligging van Ge meentegrenzen als gevolg van haar primaire werkprocessen zonder forme le opdracht. Rijk en provincies waren echter de formele beheerders. De geo metrische kwaliteit van de 'kadastrale' gemeentegrenzen werd trouwens sterk overschat. Door enkele ontwikkelin gen neemt de rol van het Kadaster in de recente periode af. In Van der Meers voorstellen voor een verbeterd stelsel wordt echter die rol weer verzwaard, niet op basis van de Kadasterwet ove rigens maar door van de gemeente grenzen één van de 'Basisregistraties' te maken, waarbij het Kadaster in een plusvariant zelfs de bevoegdheid krijgt om kleine herallocaties te initiëren. Dan wat ik zou willen noemen: de 'emancipatie van de kaart', als onder deel van een grensbeschrijving. Aan vankelijk, in de Methodieke Verzame ling weliswaar verplicht gesteld, in schetsvorm, als bijlage bij het proces verbaal maar na een beleidswijziging in 1825 toch niet consequent opge maakt; later haast altijd op te kleine schaal, veelal weer niet toegevoegd als formeel Kamerstuk. Tegenwoordig, sinds de wet-Arhi (1991), een verplicht onderdeel; ja, er zijn zelfs recent en kele grensbeschrijvingen vastgesteld die uitsluitend uit een kaart bestaan. Van der Meers verbeteringsvoorstel len behelzen eisen aan de te hanteren kaartschaal, en aan de topografische ondergrond. Belangwekkend vind ik, in paragraaf 8.4, het toetsingsresultaat van de drie kwaliteitsindicatoren (eenduidigheid, precisie en stabiliteit) voor de vijftig door Van der Meer geïdentificeerde grensbeschrijvingsmethoden. Slechts vijf daarvan scoren op alle drie indi catoren goed; dat wil zeggen: geven voldoende ondersteuning van de met een gemeentegrens gemoeide rechts zekerheid. Van die vijf zijn vier (name lijk: kerktoren, brug, sluis en duiker) GEO-INFO 2007-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 42