Geo en ICT, verstandshuwelijk
of meer dan dat?
Geo-Info in Praktijk
Langzamerhand gaan we de resultaten
van de technologische ontwikkelingen
ook op de werkvloer zien. Steeds vaker
zijn de geo- en ICT-collega's bij elkaar
over de vloer. En dat is in de toren van
het Provinciehuis van Noord-Brabant
geen sinecure. De afstand tussen de
vierde en de zeventiende verdieping
was tot voor kort heel groot. Een paar
jaar terug kón dat ook. Was er vanuit
Geo alleen vraag naar ICT-diensten
voor het laten functioneren van soft
en hardware. Andersom beschouwden
de ICT'ers de geo-collega's vaak als
veeleisende collega's die lekker aan het
hobbyen waren. Die tijd lijkt definitief
voorbij. We nemen nu de ene hobbel
na de andere in een moordend tempo.
Vooruit gedreven door veranderingen
in de techniek is het noodzakelijk om
intensiever samen te werken. Soms
voelt dat als een hete aardappel die te
snel doorgeslikt moet worden, maar
toch komt er iets moois tot stand en
begint de samenwerking vruchten af
te werpen.
Neem nou de bijeenkomst die ik giste
ren meemaakte. Daar is besloten dat
Geo het Wijzigingsbeheer, een 1CT-
beheermethode, gaat invoeren in één
van de belangrijkste geoprocessen: het
maken van services en viewers. Weer
een mijlpaal bereikt. Natuurlijk met
de nodige scepsis, want verliezen we
zo niet het klantcontact? Kosten al die
registraties met bijbehorende bureau
cratie niet veel teveel tijd? Kunnen we
nu niet meer zomaar even een klus
klaren? Terecht gestelde vragen, we
gaan ook een deel van de gekoesterde
vrijheid inleveren, dus het moet duide
lijk zijn wat dat gaat opleveren.
De praktijk heeft uitgewezen dat die in
formele manier van werken ooit goed
paste bij het maken van kaarten en
GIS-analyses voor de collega's bij de be
leidsdirecties. Nu de focus steeds meer
ligt op het maken van webviewers en
-services en we worden geconfronteerd
met hoge eisen aan beschikbaarheid
en performance op internet, is de klus
niet binnen het traditionele vakgebied
te klaren. Zo zou bijv. de provinciale
Risicokaart 98% van de tijd beschik
baar moeten zijn. Dat kan alleen als op
het moment dat de service uitvalt, er
een keten van Geo- en ICT-beheerders
in actie komt die onderling het stokje
meteen doorgeven. Die keten moet
altijd werken en dus niet afhankelijk
zijn van ziekte, vakantie of weekend
of andere prioriteiten. Dat is niet te
regelen op de oude informele manier
binnen een Geo-afdeling. Daarom is
het noodzakelijk om te leren van de
ICT-ervaring met de formele beheer-
methodes ASL en ITIL en daarbij aan te
sluiten.
En andersom? Is er vanuit de ICT-hoek
ook iets te leren van de Geo-traditie?
Zeker. In Brabant zijn we druk doende
een Datawarehouse in te richten, niet
alleen voor bedrijfsgegevens, maar ook
voor thematische gegevens, admini
stratief en geografisch. Het Dataware
house wordt een verzameling van kwa
litatief hoogwaardige, eenduidige en
geïntegreerde gegevens. Een ambitieus
plan, waarbij datamanagement een
grote rol gaat spelen. Organisatiebreed
wordt databeleid ingevoerd: richtlij
nen voor toegankelijkheid, ontsluiting
en kwaliteitscontroles. Versnippering
wordt tegengegaan door het opstel
len van een kerndatamodel en data-
architectuur, waarbij aansluiting op
basisregistraties en landelijke infor
matiemodellen essentieel is. Voortaan
bestaat er nog maar één waarheid over
bijv. adressen, bedrijven en plaatsna
men.
Allemaal zaken waar in de geografi
sche informatievoorziening al de no
dige ervaring mee is opgedaan. Dit in
tegenstelling tot administratieve sys
temen, waar de gegevens van oudsher
ondergeschikt waren aan de applica
ties. Menige gegevensverzameling is
onzichtbaar verstopt binnen een ap
plicatie. Die gegevens worden nu weg-
Marjan Bevelander
getrokken uit de systemen, waardoor
ze samen met nadere gegevens te ge
bruiken zijn in weer andere toepassin
gen. Blootgesteld aan het daglicht en
te zien in een nieuwe context, zal blij
ken dat er het nodige aan bijgeschaafd
zal moeten worden. Vergunningen
voor bijv. grondwateronttrekkingen,
tot enige tijd geleden verstopt in een
administratief systeem, kunnen nu
structureel op een kaart geplot wor
den en in samenhang met elkaar en
waterwingebieden, bekeken worden.
Dat geeft hele nieuwe inzichten.
Bij dit onderwerp zijn het de Geo-col
lega's die niet onder de indruk zijn.
Ze zijn al veel langer gewend aan het
geïntegreerde gebruik, de centrale
opslag, de landelijke informatiemo
dellen, de metadata en de kwaliteits
controles. Het invoeren van de TOPIO
als basisregistratie is ook veel minder
spannend dan het Nieuw Handels
Register. Daarvoor moet menig appli
catie op de schop. Hierbij is de beurt
aan de ICT'ers om verworven vrijheden
in te leveren. Ook hier moet over de
grenzen van het eigen vakgebied heen
gekeken worden. Per klant maatwerk
in een blackbox leveren is niet meer
aan de orde.
Dus over en weer de nodige pijn, maar
ook veel nieuwe inzichten, innovatie
en boeiende resultaten. In de prak
tijk vervaagt het onderscheid tussen
de vakgebieden. Organisatorisch zijn
Geo en ICT steeds vaker gemixt en
waarschijnlijk zal menigeen over een
aantal jaar de lange aanlooptijd tot in
tegratie vergeten zijn.
Marjan Bevelander, Teamleider
Datamanagement Provincie Noord-Brabant
en voorzitter Interprovinciale Overleggroep
GEO (IOG-Geo)
E-mail: MBevelander@brabant.nl
GEO-INFO 2007-10