Beschrijver. Beschrijvingen van cursus
sen en opleidingen kunnen door een
opleider worden ingevoerd via de Cur
sus Beschrijver. Cursuszoekers kunnen
zich zelf karakteriseren met de Cursus
Beschrijver.
Met behulp van de Selectoren kan ver
volgens een geschikte sollicitant, baan,
cursus of cursist worden geselecteerd.
Op deze manier kan iemand die werk
of (bij)scholing zoekt zichzelf bemid
delen, mits vacatures en opleidings
mogelijkheden beschikbaar zijn. De
meerwaarde voor docenten en werkge
vers is, dat zij geholpen worden bij de
selectie van belangstellenden.
Met de afkorting GI wordt in dit ar
tikel verwezen naar het werken met
geo-informatie, en de opleidingen
daarvoor. Hoewel natuurlijk (bijna)
'alles draait om geo', ligt het voor de
hand dat in het centrum van dat grote
toepassingsgebied toch het werk en de
opleidingen staan waarbij het gaat om
het verzamelen, opslaan, bewerken
en zichtbaar maken van geografische
gegevens. Qua beroepen gaat het dan
minstens over Landmeters, Remote
Sensors, GIS'ers en Kartografen. Zo
als bekend, hebben die elk hun eigen
werkkringen, terminologie, speciale
apparatuur en software. Zijn banen en
opleidingen daarbinnen wel op een ge
nerieke manier vast te leggen?
Dat is waar het competentieconcept
behulpzaam kan zijn. Daarbij gaat het
erom dat iemand 'iets' kan in een be
paalde context. Dat kun je bekijken
als werkgever, maar ook als opleider.
Vanuit een werkgever gezien is het van
belang dat de werknemers weten wel
ke rollen ze moeten vervullen in hun
functie. In elk van die rollen moeten ze
bepaalde activiteiten verrichten die tot
producten leiden. Die hoeven overigens
niet tastbaar te zijn, denk maar aan lei
derschap. Het verrichten van die activi
teiten vergt competenties: een bepaalde
combinatie van kennis, vaardigheden
en houding (KVH). Vanuit een opleider
gezien, gaat het erom dat een cursist
de bekwaamheden verwerft om activi
teiten te verrichten. Het onderwijs is de
plaats waar een mens gestructureerd
en gecontroleerd de kennis, de vaar
digheden en de houding verwerft die
nodig zijn 0111 een activiteit te kunnen
uitvoeren. Daarnaast wordt natuurlijk
ervaring opgedaan in de praktijk.
Fig. 2. Werklijn,
Opleidingslijn en
Ervaringslij n.
Activiteiten zijn dus te beschouwen als het snijpunt van de
'werklijn' en de 'opleidingslijn'. De werklijn bestaat uit de
'stations' Functie - Rollen - Activiteiten - Producten (fig. 2).
De opleidingslijn bestaat uit Cursus - KVH - Activiteiten (NB:
cursus betekent hier zowel een tweedaagse cursus als een
vierjarige opleiding). Op grond van dat eenvoudige concept
kun je redeneren: als je weet welke KVH nodig zijn voor het
uitvoeren van een GI-activiteit, kun je aangeven wat onder
wezen moet worden voor die specifieke activiteit.
Als je weet welke activiteiten nodig zijn om een GI-rol te ver
vullen, kun je aangeven welke KVH-collectie nodig is voor een
bepaalde rol. Een GI-functie, die al gauw uit meerdere rollen
zal bestaan, vergt dan net natuurlijk een nog uitgebreidere
KVH-collectie. Als een opleiding aangeeft voor welke compe
tenties wordt opgeleid, uitgedrukt in rollen in een bepaalde
context, dan is dus met behulp van de bovenvermelde relatie
mogelijk om te specificeren welke KVH in de opleiding aange
bracht wordt. Als dat bekend is, kan het ook een steun zijn bij
het bepalen van de inrichting van het onderwijs.
Het aspect 'ervaring' verdient speciale vermelding. K, V en H
worden niet alleen door onderwijs verworven maar, vooral,
ook in de praktijk, dus door het uitvoeren van GI-activitei-
ten (fig. 2). In de GI-Link-applicatie wordt de door een sol
licitant of cursist opgedane ervaring beschreven in termen
van Rollen die gedurende bepaalde tijd in een bepaalde om
geving zijn vervuld. Dat wordt gelijkgesteld met een pakket
KVH, verworven in opleidingen of cursussen.
Bij gebruik van GI-Link moeten de beschrijvingen van baan,
cursist, sollicitant en cursus gesteld zijn in termen die dooi
de Selector-functionaliteit kunnen worden gebruikt. Om
dat, voorzover de auteurs weten, er in het GI-domein geen
Europese of ISO-standaarden bestaan die iets dergelijks fa-
ciliteren, was het noodzakelijk hiervoor een eigen beschrij
vingsmethode en redeneermechanisme te ontwikkelen.
Gezien de korte looptijd van het project zijn die zaken een
voudig gehouden. De hoop is dat naarmate hiermee erva
ring wordt opgedaan, het mogelijk wordt een beter systeem
te ontwerpen.
Centraal in het GI-Link-concept staat de gedachte dat er
in het GI-val<gebied vier soorten werkzaamheden zijn te
onderscheiden: Overdracht, Ontwikkeling, Instandhou
ding en Toepassing (OOIT) (fig. 3). Dat passen we toe op elk
'station' op de werklijn. De Functies, de Rollen, de Acti
viteiten en de Producten (FRAP). Binnen elk van die vier
werksoorten hanteren we dezelfde hiërarchische onder
verdeling, met een beperkt aantal niveaus van detaillering
Breed vakgebied
GI-jobs j- contain Gi-roles j^erfonrt^ GI-activities jcreate GI-productS j
required for
GI-competencies
(Knowledge, Skills, Attitude)
4
create
GI-courses Gl-experience j
Onderliggende structuur
Beschrijving en Selectie
Enkele kernpunten van GI-Link worden kort toegelicht.
GEO-INFO 2007-10