EU. Maar die eiste in de Acquis Com munautaire dat die landen zouden gaan voldoen aan eisen van rechtsze kerheid en eerlijke mededinging, dus geen wildwesttaferelen meer! De EU stelde ruime fondsen beschikbaar om dit te realiseren. Toen was echter de vraag: hoe doe je dat eigenlijk? Om die vraag te beantwoorden, zo bedacht men, was het misschien goed om eens in West-Europese landen te kijken. En zo werd het Kadaster overstroomd met bezoekers, studiereizen, delegaties en studenten om te zien hoe een moderne grondregistratie wordt gevoerd en wat daar allemaal bij komt kijken. Het Kadaster was daarbij overigens niet het enige doelwit. Onze collega's in het buitenland overkwam hetzelfde en het private bedrijfsleven in veel geval len ook. Vervolgens werd in centraal en oost-Europa het ene na het andere kadasterproject uit de grond gestampt, met een verzoek aan de west-Europese collega's om de wijsheden, verkondigd tijdens de studiebezoeken, ook maar eens in de praktijk waar te maken. Om dat de financiers van al deze projecten (de EU, Wereldbank, nationale minis teries) wel wilden weten of ze goede waar voor hun prijs kregen, moest er wel mede op prijs worden geconcur reerd. Zo rolde het Kadaster in de we reld van de internationale consultancy en sindsdien is het niet meer opgehou den. Ook in de rest van de wereld nieuwe ontwikkelingen Wat er namelijk in de rest van de wereld gebeurde, was dat het besef groeide dat de grote problemen, van armoede, slechte of geen huisvesting, niet-duurzame landbouw, verslech- Studiebij eenkomsten geven veel stof tot discussie. terend milieu en onvoldoende economische groei, onder meer te malcen hadden met het gebrek aan duidelijkheid van eigendomsrechten en het gebrek aan heldere bescher ming van de zwakkeren in de samenleving als het gaat om de vrije onroerendgoedmarkt. Daaraan is veelal gekoppeld een slechte ruimtelijke ordening en inrichting, een slechte zorg voor het milieu, en overheden die niet in staat zijn hun eigen staatsgrond te beheren. Dit is een in notendop samengevat waar veel landen mee te kampen hebben. Dat besef was er vroeger overigens ook. Al in de jaren zeventig ontwikkelde bij voorbeeld de Wereldbank haar Tand reform policy' waarin beschreven werd hoe volgens de toenmalige inzichten landen een grondbeleid moesten opzetten. Dit hield kort geschetst in: herverdeling van grondeigendom en het uitgeven van individuele eigendomstitels. De filosofische achtergrond kwam van Garett Hardin, een ecoloog van de Universiteit van California, die in 1968 in Science een artikel publiceerde getiteld 'The tragedy of the commons' waarin hij betoogde dat de ecologische en land bouwkundige problemen in de wereld werden veroorzaakt doordat land in veel delen van de wereld eigendom is van collectiviteiten, dus 'common property' en wel van dorpen, stammen, en families. Omdat de individuele leden van de ze clans slechts een gebruiksrecht hadden en meestal nog van jaar tot jaar van een ander stuk grond, liet een goed gebruik van land hen onverschillig, zo was zijn stelling. De enige oplossing hiervoor was volgens hem rigoureus een einde te maken aan het concept van gemeenschappelijk grondeigendom en deze te vervangen door individuele ei gendomsrechten. Omdat dit niet onredelijk klonk en er ver der niet veel onderzoek beschikbaar was, werd dit dan ook de aanpak van de donoren. Landen die hulp nodig hadden, moesten min of meer deze aanpak accepteren en hadden niet veel keus. Deels omdat ze er geen verstand van hadden en dus niet op konden tegen de westerse experts en deels omdat ze het geld nodig hadden en er verder geen punt van wilden maken. Tientallen landhervormingsprojecten zijn sindsdien uitgevoerd met donorgeld, in alle hoeken van de wereld. Doordat individuele eigendomsrechten echter vreemde elementen waren in lokale culturen en bijgevolg in de praktijk van alledag niet geaccepteerd werden, is het trieste resultaat dat de meeste projecten zijn mislukt en miljoenen dollars in het water zijn gegooid. Landhervor mingsprojecten zijn mijn inziens dan ook een schoolvoor beeld van wat er mis kan gaan als goed bedoelde westerse concepten worden opgedrongen aan volkeren die geen idee hebben waar het over gaat. Die mislukkingen liepen na tuurlijk oolc in de gaten bij de donoren. De laatste twintig jaar is dan ook heel veel onderzoek gedaan naar hoe het nu eigenlijk zit met grondeigendom en grondgebruik in de wereld, hoe dat gerelateerd is aan de duurzaamheid van landbouw en huisvesting en de manier waarop overheden de ruimte ordenen en inrichten en de zorg voor het milieu. Antropologen, sociale wetenschappers, economen en zelfs geodeten hebben dan ook bibliotheken volgeschreven met papers, rapporten en boeken om van hun bevindingen te getuigen. Men houdt het niet voor mogelijk hoeveel gepu bliceerd is. Een baanbrekende studie kwam in 1993 van John Bruce en Shem Migot Adholla die een boek lieten verschijnen geti- GEO-INFO 2007-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 7