Fig. 5. Sensoren op boeien. drie toepassingsvelden geïllustreerd, namelijk luchtkwaliteit, mariene risi co's en geohazards www.sany-ip.eu. RGI-project SENSOR Ruimte voor Geo-Informatie (RGI) ging in de opvatting van velen over digitale kaarten en statische geo-informatie. Het project SENSOR (RGI-189), de korte naam voor 'Sensors als databronnen aan de Geo-Informatie Infrastructuur' probeert daar verandering in te bren gen door met een aantal partijen SWE in de praktijk van het waterbeheer en -onderzoek te toetsen en de meer waarde van SWE vanuit verschillende invalshoeken vast te stellen. In het oos ten van het waterschap Rivierenland zijn sensors in de bodem, het grond en oppervlaktewater, in de dijken en in de lucht voor meteo geplaatst. Tevens wordt gebruik gemaakt van satelliet waarnemingen. Afzonderlijke doelstel lingen van de partners in dit project in relatie tot SWE zijn: stimuleren actualiteit van data-aanlevering, beter grip op water en betere aansturing van meetinstrumenten (Waterschap Rivierenland); het uittesten van de protocollen wat datacommunicatie en performance betreft is belangrijk. Is SWE het stan daard-protocol voor de toekomst? (KNMI); mogelijkheid om overstromingswaarschuwingsmodel op een gestandaardiseerde wijze naar vervangende sen soren te laten zoeken bij uitval van eerder aangesproken sensoren (WL); de mogelijkheid om vanuit DINO via internet grondwa- tergegevens te oogsten. Tevens verbeteren van de actu aliteit van gegevens en beschikbaarheid voor andere gebruilcsdoelen, zoals waterschappen, landbouw en bur gers (TNO Bouw en Ondergrond); mogelijkheid om dijkbewakingsinformatie bij dreigende calamiteiten te distribueren naar alle betrokken instan ties (GeoDelft); introductie en ontwikkeling van nieuwe datacommuni catietechnieken voor sensoren (KPN); SWE als basis voor de toegang tot ultrabreedband sensor netwerken en het vinden van markt daarvoor (LOFAR); de potentie van SWE bij de koppeling van satellietwaar nemingen en metingen vanaf het bodemoppervlak in het onderzoek van oppervlakteafvoer. Tevens voeden van biomassaproductiemodellen uit meerdere databronnen, waaronder satellietinformatie (WUR, Alterra); ervaring met nieuwe protocollen en moderne ontwik kelingen opdoen en de mogelijke betekenis nagaan van SWE voor de bodem- en watersensormarkt (Eijkel- kamp). SENSOR zal inhoudelijk tevens de meerwaarde van SWE toetsen in een gezamenlijk experiment. Daarbij vormt ook de potentie van naadloze integratie in de Gil een overkoepe lend doel, dat wil zeggen via een catalogus of via de kaart sensoren kunnen vinden en gebruiken in samenwerking met het RGI-project Geoloketten. Vraagstukken Er is nog weinig ervaring opgedaan met het functioneren van SWE binnen het concept van de GIL Er bestaat be hoefte aan onderzoek en ontwikkeling wat betreft het gebruik van SWE. Dit bleek uit een levende discussie tijdens het SWE-seminar op 1 februari 2007 in Utrecht, georganiseerd door de Neder landse Geodetische Commissie (Grothe en Kooijman, 2007J. Uit een brainstorm en daarop volgende discussie met de sprekers en deelnemers kwamen di verse vraagstukken naar boven. Wanneer SWE algemeen wordt ge bruikt en sensoren door meer dan alleen de initiërende partij worden benut, hoe kom je dan van data tot informatie? Zijn metadata van de services zo'n krachtig hulpmiddel dat de gegevens altijd goed kunnen worden geïnterpreteerd en kan dat vanuit een willekeurig domein? Wat gebeurt wanneer plotsklaps een sensor of deel van het sensor netwerk van alle kanten bevraagd wordt, bijvoorbeeld als gevolg van een calamiteit? Dit schaalbaar- heidsvraagstuk wordt gezien als een probleemveld dat nog wel enige we tenschappelijke aandacht behoeft. Dat gaat ook op voor grote datavolu- mina die over het netwerk zouden moeten in het geval in een bepaald gebied hoogfrequente waarnemin gen van veel sensoren zouden wor den opgevraagd. SWE doet tevens de vraag rijzen of sensors in de toekomst tot het pu blieke of private domein behoren. Overheden die uit de aard van hun primaire taken sensoren installeren en binnen het regime van INSPIRE gegevens toch beschikbaar moeten maken, kunnen dat dan maar het beste direct vanaf de sensor doen. Maar ook bedrijven en instellingen kunnen vanuit hun doelstellingen of verplichtingen en private perso nen vanuit hun belangstelling sen soren aan het internet beschikbaar maken, 'sensor casting', bijvoor beeld weerstations. Aansluitende vragen zijn, enerzijds, of we naar een soort kernsensornetwerk van de overheid zouden moeten streven dat alleen voor bijzondere zaken nog uitbreiding behoeft en, anderzijds, of het installeren en beheren van sensornetwerken niet als een nieuw soort dienstverlening vanuit de pri vate sector mag worden verwacht. GEO-INFO 2007-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 10