Veranderingen ja en nee
Presentatie
gelukkig wél het geval. Kaarten en atlassen vallen immers
nauwelijks verantwoord frequent te transporteren van het
ene naar het andere gebouw. Om die reden verhuist de
voornoemde EGI-collectie vanuit het tijdelijke depot in Am
sterdam Zuid-Oost naar de uitstekende, inmiddels verlaten
kaartenladekasten op het Singel. Die kasten konden niet
zonder meer afgebroken en verhuisd worden, maar zij zijn
nog steeds van hoge kwaliteit en uitstekend geschikt voor
een optimale berging van de collectie uit Rotterdam. De
oorspronkelijke afstand van bijna tien kilometer wordt nu
teruggebracht tot een gemakkelijker overbrugbare vijfhon
derd meter. De meeste oude kaarten, op stokken en andere
opgerolde grote kaarten, bleken al in een vroeg stadium van
de plannen niet inpasbaar te zijn in de nieuwe behuizing.
Deze weinig gebruikte maar kwetsbare ruimtevreters blij
ven waar zij waren, in het depot in Zuid-Oost. Ook daarvoor
wordt binnenkort een verbeterde berging verwacht.
Zoals in alle geledingen van het informatiewezen is ook
de wereld van het kaartbeheer flink in beweging. De infor
matie van een topografische kaart of een goede atlas was
voorheen een vrij exclusief product dat niet iedereen - op
een Bosatlas en wat wegenkaarten na - zomaar thuis of op
kantoor beschikbaar had. Maar nu is, om een adresje op
te zoeken, niet per se een stadsplattegrond meer nodig en
voor een autorit is niet per se een autokaart meer nodig.
Het internet wemelt van oude en zeldzame kaarten en - hoe
je ook moge denken over een verantwoord aanbieden en ge
bruiken van geo-informatie - Google Earth, Google Maps en
dergelijke gratis geo-informatie hebben de geografie en kar-
tografie 'gedemocratiseerd', bij 'iedereen' in huis gebracht.
Kortom, voor alledaagse kartografische informatie hoefje
niet altijd per se naar een kaartencollectie meer toe. Niet
altijd, maar vaak nog wel. Zowel boeken als kaarten zullen
toch nog gedrukt blijven worden en als eindproduct voor de
wetenschap van belang blijven. Voor een verantwoord we
tenschappelijk gebruik is bovendien begeleiding en advies
op locatie wenselijk. Met genoegen kan ik gadeslaan hoe
sommige bezoekers of hele werkgroepen tegelijk nog altijd
de tafels bedekken met te vergelijken en te bediscussiëren
kaarten. Dat lukt op een beeldscherm toch net wat minder
Fig. 11. Pascaart
van de Noort-Zee
(detail), uit 'De
Water-Weereld',
het vijfde deel van
de Atlas Major van
Johannes Janssonius.
makkelijk. Zoals altijd is het geheel
meer waard dan de optelsom van de
afzonderlijke delen. Alle benodigde
kaarten in combinatie te kunnen raad
plegen, te vergelijken en tastbaar erin
te kunnen 'browsen' blijft nog steeds
een bijzonder gewaardeerde service
zoals de praktijk uitwijst. En dit blijft,
temidden van al het elektronische ge
mak, een belangrijk, misschien wel het
belangrijkste onderdeel van de dienst
verlening op de nieuwe Kaartenzaal
van de Universiteit van Amsterdam.
Dit naast exclusief digitaal verkrijg
bare geo-informatie die ook ruim baan
krijgt in de bibliotheek. Want... niet
alle geo-informatie is gratis te down
loaden zoals wij allen weten. Daarvoor
moeten dure licenties worden afgeslo
ten die voor particulieren niet haal
baar zijn. Omdat digitale kaart- en GIS-
bestanden niet locatiegebonden zijn
en de toepassing en begeleiding in het
gebruik ervan vaak specialistische ken
nis vereist die niet altijd binnen één
instelling te vinden is (laat staan bin
nen één persoon verenigd), valt te ver
wachten dat de verstrekking daarvan
steeds meer in goede samenwerking
met andere universitaire (geo-)instel-
lingen zal gebeuren.
De manier van raadpleging van de
kaarten is wel veranderd. Zaten klan
ten voorheen urenlang te turen, te
vergelijken, over te trekken en aante
keningen te maken, de bezoeken du
ren tegenwoordig over het algemeen
wat minder lang. Een paar snelle di
gitale snapshots, scans of kleurechte
kopieën van het uitgezochte materiaal
zijn immers in een oogwenk gemaakt.
De meerderheid van de bezoekers
zal in de toekomst (of eigenlijk nu al)
onzichtbaar via het internet 'langs
komen'. Dat blijkt zowel uit het snel
toegenomen aantal bestellingen van
foto's of digitale bestanden van op de
beelddatabank geplaatste kaarten als
uit de binnenkomende verzoeken om
informatie over de daar vindbare kaar
ten. In zeker opzicht moet de virtuele
kaartentafel op het web net zo goed
verzorgd zijn als de kaartentafels in
het bibliotheekgebouw. En daar wordt
verder aan gewerkt.
Behalve beheerder en ontsluiter van
bronnen voor de wetenschap zijn de
conservatoren van de Bijzondere Col
lecties ook hoeder van bijzonder cul
tureel erfgoed. Wat de (oude) kaarten
Lu.
l"*TtI.ODAU
A
Ionnne Ianfion,,
GEO-INFO 2007-n