Help, de GISser sterft uit...?
Marc't Hart
Voor het eerst hoorde ik het tijdens
een workshop op een congres, lang
geleden op een luxe locatie onder de
rook van Eindhoven: 'GIS gaat verdwij
nen', 'GIS zal eens onderdeel uit gaan
maken van de mainstream ICT'. 'Help!'
dacht ik toen als eenvoudige GIS-mede-
werker bij een provincie die zijn car
rièreperspectief als een zeepbal uiteen
zag spatten. Wij zijn inmiddels heel
wat jaren (en carrièrestappen) verder
en ik hoor deze geluiden nog steeds.
Een onlangs afgezwaaide voorman van
GIS-onderwijs in Nederland geeft GIS
nog twintig jaar en dan is het echt af
gelopen! Dat haal ik gelukkig nog net
tot mijn pensioen...
Maar, moeten we daar als GISsers nu
ongerust van worden? Ik heb het voor
recht gehad om vanaf eind jaren tach
tig het GIS langzaam te zien groeien
van een rariteit (ergens in een achter
kamertje draaiend op de enige PC van
de organisatie, en dan ook nog met
een kleurenscherm) tot een belangrijk
en onlosmakelijk onderdeel van de
informatievoorziening binnen organi
saties. De laatste jaren beleven we de
intrede van geo-informatie en GIS in
het openbare leven. Gemeenten pas
sen hun verlceerscirculatiebeleid aan
als gevolg van het 'Tomtom' gebruik.
Google-earth prijkt op het bureaublad
van menig thuiscomputer en als we op
vakantie gaan berekenen we de beste
route naar Zuid-Frankrijk met behulp
van een routeplanner op internet. Het
maakt het - voor ons GISsers - in ieder
geval een stuk eenvoudiger om op een
verjaardagsfeestje uit te leggen wat
voor werkje nu eigenlijk doet.
Je kunt je natuurlijk afvragen wat
het traditionele GIS-werkveld feitelijk
heeft bijgedragen aan deze ontwikke
ling. Vrij weinig als je het mij vraagt.
Terwijl wij druk bezig waren met
discussies over vrije beschikbaarheid
van (geo-)informatie, standaardise
ring, informatiemodellering en de or
ganisatorische positie van de GISser,
zijn we links en rechts ingehaald door
wat je misschien 'de Nieuwe GISsers'
zou kunnen noemen: mensen, bedrij
ven en organisaties die zelf hun eigen
(geo-)informatie maken en beschikbaar
stellen. Maar dat is een geheel andere
discussie.
Feit blijft dat geo-informatie en GIS-
functionaliteit nog nooit zo breed
beschikbaar zijn geweest als nu. Daar
mee is het toepassen en gebruiken
van geo-informatie ook meer en meer
een onvermijdelijk onderdeel van het
dagelijkse werk en leven geworden.
En die ontwikkeling vereist, dicteert
zelfs, dat geo-informatie vindbaar,
bruikbaar en actueel, nauwkeurig, be
trouwbaar en vooral ook begrijpelijk
aangeboden wordt. Tot voor kort was
dat nu juist het werkterrein van de tra
ditionele GISser, want 'die zorgde wel
voor het kartografïsch verantwoorde
kaartje aan het eind van het proces'.
En zo ontstond het beeld van de GIS
ser als maker en beheerder van geo-in
formatie en als bewaarder van de Geo-
schatlcist. En dat vonden we eigenlijk
ook wel prettig. Maar ook die laatste
functie hebben we inmiddels uit han
den gegeven en het maken en beheren
van geo-informatie is niet meer alleen
voorbehouden aan de traditionele GIS
ser. Maar is dat nu niet juist wat we
eigenlijk al jaren willen? Geo-informa
tie ontstaat namelijk niet bij de GIS
ser, maar bij de plannenmakers, bij de
beleidsmakers of bij andere processen
waarbij geo-informatie een cruciale rol
speelt. Juist daar zitten dan ook vaak
'de nieuwe GISsers'. De vraag is vervol
gens of daar ook voldoende kennis van
ons specifieke informatiedomein zit.
Er komt een herinnering bij mij naar
boven van een advies van een extern
bureau bij de organisatie waar ik be
gin jaren negentig werkzaam was. Op
elke afdeling moest een 'GlS-missio-
naris' komen, die ('Helleyluhjah, Say
the G-word') het GIS moest 'verkopen'
binnen zijn eigen afdeling. Daarnaast
bleef de centrale GIS-afdeling verant
woordelijk voor de ondersteuning van
de missionarissen en voor de moeilijke
GIS-analyses. Afgefakkeld werd het ad
vies door het management. Ze waren er
duidelijk nog niet klaar voor. Vandaag
de dag spreekt dit concept mij nog
steeds aan, misschien nog wel meer
dan toen. Want de traditionele GISser
mag dan een uitstervend ras zijn, er
is daarvoor in de plaats wel een veel
voud aan nieuwe GISsers bijgekomen
(misschien zelfs zonder dat ze het zelf
beseffen). En die moeten hoognodig
ingewijd worden in de onbegrensde
mogelijkheden van geo-informatie. Zie
daar de uitdaging voor het GIS-werk
veld van vandaag. Geo-informatiema-
nagers, GIS-specialisten en -adviseurs:
er is werk aan de winkel. Of zoals 'good
old' sergeant 'Hill street Blues' Jablon-
ski het had kunnen zeggen: 'Lets do
GIS to them before they do IT to us'.
Maar dat zullen die nieuwe GISsers
niet meer begrijpen vrees ik.
Mare 't Hart
Senior consultant GEON
E-mail: m.t.hart@geon.nl
GEO-INFO 2007-11