Een locatiegebonden sensor kenmerkt zich door het belang van de locatie van de sensor en/of de sensor-observaties. Diverse locatietechnologieën maken het verder mogelijk om mobiele sen soren hun geografische locatie en sen sor-observaties (sensor data) te laten communiceren. Ontwikkelingen in sensortechnologie en gedistribueerde systemen hebben in combinatie met de ontwikkeling van open standaar den geleid tot het verschijnsel 'Sensor Web'. Het Sensor Web is het onderdeel van de Gil dat het mogelijk maakt om sensoren en sensornetwerken te be sturen. Wikipedia omschrijft een sen sornetwerk als 'a computer accessible network of many, spatially distributed devices using sensors to monitor con ditions at different locations, such as temperature, sound, vibration, pres sure, motion or pollutants'. Een Sensor Web heeft betrekking op via het inter net toegankelijke sensornetwerken en opgeslagen sensordata, die via het in ternet toegankelijk zijn via standaard interfacespecificaties (fig. 1). De vari ëteit aan locatiegebonden sensoren en de verschillende technologieën in gebruik voor dezelfde toepassingen hebben geleid tot behoefte aan open standaarden voor de uitwisseling van sensordata. Het Open GeoSpatial Con sortium (OGC), dat de geografische interface services standaarden ontwik kelt en beheert, heeft een familie aan sensor standaarden ontwikkeld onder de noemer Sensor Web Enablement (SWE). Sensor Web Enabiement SWE is een initiatief van het OGC, dat het geografische webservices raam werk van OGC verbreedt met addi tionele services voor geïntegreerde sensors en sensornetwerken. SWE is ontworpen voor het uitvoeren van ver schillende taken voor het besturen van sensoren en sensornetwerken (Botts et al., 2006]: het zoeken naar sensorsystemen, waarnemingen en waarnemings processen, die voorzien in directe informatiebehoefte; vaststellen van de capaciteiten van sensoren en de kwaliteit van de waarnemingen; toegang tot sensorparameters om automatisch geo-gerefereerde waar nemingen te verwerken; verkrijgen van real-time of tijdsinterval-gebonden waar nemingen in standaard encodings; aansturen van sensoren voor het verkrijgen van de ge wenste waarnemingen; abonneren op en het publiceren van meldingen door de sensoren. De SWE-architectuur is tweeledig en bestaat uit een infor matie- en een webservicemodel (fig. 2). Het informatiemodel beschrijft de conceptuele informatie en de encodings. Het SWE servicemodel beschrijft de functionele en interface specificaties voor de SWE webservices. Het SWE initiatief bestaat uit diverse (draft) specificaties voor het beschrijven van sensoren en sensorsystemen (SensorML, TransducerML), observaties van die systemen (Observaties en Metingen) en ketens voor de verwerking van observaties (SensorML). Daar bij voorziet SWE in vier typen webservices: Sensor Observa tie Service (SOS), Sensor Alert Service (SAS), Sensor Planning Service (SPS) en Web Notification Service (WNS). De sensor metadata wordt via de OGC Catalogue Services for the Web (CSW) beschikbaar gemaakt. Fig. 2. Bouwstenen van de SWE architectuur fWalkowski2007j. Information model SWE Consumers Producers service model Observation Process SWE-informatiemodel Het SWE informatiemodel levert de conceptuele onderde len van de architectuur bestaande uit de onderdelen trans ducer, proces, systeem en observatie. Transducers vormen de interface tussen de reële en digitale wereld en vertalen het waar te nemen fenomeen in data. Een dergelijke 'trans ducer' wordt als sensor aangeduid, terwijl transducers die data naar werkelijke verschijnselen vertalen transmitters of actuators worden genoemd. Het 'proces' zorgt voor de vertaling van de input naar de output op basis van voorge- definieerde methoden en parameters. Vervolgens zorgt het 'systeem' voor de vertaling van de input naar de output op basis van een vooraf gekozen methode. Tenslotte wordt de activiteit van het observeren aangeduid met 'observatie'. De observatie bevat de meetdata en metadata daarvan. De hoeveelheid data neemt toe van ruwe data (transducer) naar verwerkte data (observatie). Iedere logische laag van het informatiemodel is een basis voor de bovenliggende. Zo is de data gegenereerd door de transducer input voor het proces, enzovoort. Applicaties hebben overigens toe gang tot alle lagen, maar gebruiken bij voorkeur de boven ste lagen omwille van te waarborgen interoperabiliteit. De onderdelen van iedere laag maken daarbij gebruik van elementen van SWE Common, een data formaat voor SWE datauitwisseling, dat is gebaseerd op Geography Markup Language (GML). GEO-INFO 2007-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 7