Investeren we nog in stoomboten, als de moderne tankers al van de tekentafel af zijn?' DINO en dinosaurussen Jacqueline Cramer zijn, maar dat niet zien. Ik zou de geo-ict sector toch wel willen aanraden: waar u mee bezig bent, heeft een heel ander karakter dan waar de jeugd mee bezig is. Het is goed om contact te hebben met die wereld en de verbanden expliciet te maken." De secretaris van het GI-beraad laat dit niet vrijblijvend passeren. "Leuk idee! Wij praten over basisregistraties - moeten we blijven doen, hoor - maar tegelijkertijd is er Google cum annex. Wat is er aan ontwikkelingen gaande waar we wat aan hebben? Gaan we ons in verdiepen." Nu we het toch over basisregistraties hebben: over de GBKN moeten dit jaar knopen worden doorgehakt. "Klopt", zegt Welling, "maar als de GBKN een basisregistratie wordt, dan moet het Rijk een aanvangsinvestering doen. Die financiering is nog niet rond, maar bestuurlijk staat het licht op groen. Als de financiering is gevonden, kan het GI-beraad positief adviseren. De exploitatielasten per jaar, inclusief die voor de landelijke voorziening, zouden de overheden voor hun rekening nemen. De verstrekkingskosten zouden dus heel laag kunnen zijn voor derden. Er is natuurlijk discussie over de precieze verdeelsleutel, maar niemand die heeft gezegd niet mee te doen." De aanvangsinvesteringen hebben onder andere te maken met het gegeven dat de GBKN de BAG-specificaties voor geometrie moet overnemen - dat moet overigens sowieso gebeuren - en er moet een landelijke voorziening komen. In totaal zijn deze initiële kosten geschat op 19,5 miljoen euro. "Daar moeten we nog eens kritisch naar kijken. Die investering moet door iemand worden gedaan. Dat is toch almaar weer het hete hangijzer in e-goverment: is er wel budget om dat te doen?" [Na het interview werd duidelijk, dat het kabinet er in de voorjaarsnota geen geld voor heeft gereserveerd, FC.] Een andere kanshebber om basisregistratie te worden is de database met gegevens over de ondergrond van Nederland, DINO. Daarvoor is een kosten-baten analyse gemaakt die positief sluit. Het zal op zijn best zo'n zeven miljoen euro over een periode van tien jaar opleveren. Een gemeente die een boring laat doen, moet de bevindingen terugmelden aan TNO en dat bespaart kosten in het databankbeheer. Bodemgegevens die nu door Alterra worden beheerd, moeten echter in diezelfde basisregistratie worden ondergebracht. Daar moet dan wel eerst aan worden gesleuteld en dat zijn dus weer van die initiële kosten waar een donor voor gevonden moet worden. Hooyman vertrouwt waarschijnlijk de afloop niet helemaal: "Het is verdedigbaar dat het een basisregistratie wordt, maar over de meerwaarde moeten we in het GI-beraad nog eens rustig debatteren." DINO klinkt als naam wel speels. Maar wat gebeurt er als je viawww.dino.nl aan de slag wil? Zijn er dan i nteractieve serious games te doen onder de grond in 3D? (Nog) niet dus. "Nou..", reageert Cramer teleurgesteld, "maar dan moeten we het toch De minister van Ruimte en Milieu, dr. Jacqueline Marian Cramer (1951) studeerde biologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zij behaalde haar doctoraal examen in 1976 en promoveerde in 1987 op het proefschrift 'Missio-orientation. in ecology, the case of Dutch freshwater ecology'. Cramer werkte van 1976 tot 1989 aan de Universiteit van Amsterdam als universitair docent, tot 1982 bij de afdeling Biologie en Samenleving en daarna bij de vakgroep Wetenschapsdynamica. Zij was tot 1995 senior onderzoeker bij het Studiecentrum voor Technologie en Beleid (STB-TNO). Van 1990 tot 1996 was zij ook bijzonder hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam, waarna zij tot 1999 als bijzonder hoogleraar milieumanagement verbonden was aan de Katholieke Universiteit Brabant. In 1999 vestigde zij zich als zelfstandig milieu-adviseur. Van 1999 tot 2005 was zij tevens hoogleraar milieumanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en tot 2007 hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Universiteit Utrecht. Cramer was onder meer kroonlid van de Sociaal- Economische Raad, lid van de Raad van Toezicht van het Wereld Natuur Fonds, van de Universiteit Maastricht en van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen, lid van de Raad voor Verkeet en Waterstaat, van de Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek, van de Commissie van Toezicht van het Rijksinstituut voor Milieuhygiëne en Volksgezondheid en voorzitter van het Platform Bewoners en Duurzaam Bouwen. Zij was lid van een aantal raden van commissarissen, onder andere van Shell Nederland, ASN- fondsen en van de EMC), de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkeli ngslanden. nog eens hebben over de teruglopende studentenaantallen in de IT, want de geo-ict is hierin niet uniek. Misschien is het niet alleen een kwestie van imago. De hele jonge generatie kan overweg met IT op een manier die wij ouderen alleen kunnen bijhouden als we heel veel op het net zitten. Maar die wereld is hun wereld al. De mensen die IT gebruiken is een veel grotere groep dan de technisch geïnteresseerden." "Als je in het onderwijs wat meer zou ingaan op de sociale context van IT, zou je misschien veel meer studenLen interesseren. Neem e-marketing of de strijd tegen de klimaatverandering. Men kijkt meer naar loepassingen. In Vi MATRIX [112, FC] is het onderzoek van het Ruimtelijke Planbureau naar snclwcgpanorama's beschreven. Ik heb meteen een site geopend waar mensen digitaal een vlag kunnen plaatsen bij locaties die zij heel mooi vinden. Dat is maar een kleinigheid natuurlijk, maar de echte games zijn allemaal interactief met vaak heel veel geoinformatie om het een 'second world' te laten zijn. Dat staat qua imago toch wel heel ver af van de informatie in studieprogramma's. De mensen die het informaticaonderwijs hebben opgezet, zijn al meer dan tien, vijftien jaar bezig; dat is de 'oude generatie'. De dinosaurussen moeten tijdig zien, dat hun leefwereld dramatisch is veranderd." GIN Congres Magazine

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2007 | | pagina 11