Geo-Info in Onderzoek en Onderwijs
Het ene onderzoek
is het andere niet
Ramon Hanssen
471
Begin november dienden CDA, PvdA,
D66 en SGP in de Tweede Kamer een
motie in 0111 een onderzoek te doen
naar landaanwinning in de Noordzee.
De motie werd kamerbreed gesteund
en overgenomen door het kabinet. In
teressant. Niet het voorstel zelf maai
de niet-uitgesproken premissen die er
aan voorafgaan en het inzicht dat dit
geeft in besluitvormingsprocessen en
de denkwijze van onze politici.
Aan de TU leren we onze studenten om
problemen op een academische ma
nier aan te pakken. Dat betekent dat
we allereerst proberen goed in kaart
te brengen wat het probleem nu eigen
lijk is en daarover overeenstemming
te bereiken. De volgende stap is het
inductief; vanuit de probleemstelling
worden verschillende varianten en
oplossingsrichtingen bedacht, waarna
deze systematisch worden geëvalu
eerd. Discussies over de consequenties
van een oplossingsrichting vinden in
dit stadium plaats. Daaruit blijven dan
twee of drie richtingen over die verder
worden uitgewerkt, wat lean leiden tot
één uiteindelijk ontwerp voor een de
tailstudie.
Kijkend naar de methodiek van onze
vertegenwoordigers in het parlement
lijkt een systematische aanpak vol
ledig te ontbreken. De ontwerpkeuze
is al gemaakt en de maatschappelijke
discussie gaat slechts over de gevolgen,
zoals de natuurwaarden van de Noord
zee en de kosten.
Allereerst de probleemanalyse. Wat is
nu eigenlijk het onderliggende pro
bleem dat we in Nederland op moeten
lossen? In plaats van een gedegen pro
bleembeschrijving, die men als gedeeld
uitgangspunt kan hanteren, wordt er
een keur aan gelegenheidsargumenten
aangevoerd. Ruimtegebrek is het eer
ste. Maar welk type ruimte hebben we
nodig? Landbouwgrond? Woonruimte,
nieuwe Vinexlocaties? Toch een lucht
haven? De politiek houdt het expliciet
in het midden: 'die beslissing moeten
we nu nog niet nemen' volgens CDA-
kamerlid Atsma. Het paard wordt dus
achter de wagen gespannen; eerst maar
eens kijken hoe we die polder kunnen
maken, daarna zien we wel wat we er
mee doen. Een tweede gelegenheids
argument is de kustverdediging. Met
het oog op klimaatverandering, zee
spiegelstijging en meer en zwaardere
stormen, zou landaanwinning in de
Noordzee bijdragen aan een hogere
veiligheid voor de Randstad. In plaats
van deze premisse eerst eens kritisch
te toetsen wordt het argument direct
aangegrepen om een vaststaande con
clusie te onderbouwen.
In een normaal onderzoek- of ontwerp
proces worden na de probleemanalyse
verschillende grove oplossingsrichtin
gen bedacht die vervolgens kritisch
worden getoetst. Stel dat het probleem
het gebrek aan landbouwgrond is, dan
moet bekeken worden of het econo
misch te rechtvaardigen is om dit bin
nen de nationale grenzen op te lossen.
Is het probleem echt zo significant?
Andere oplossingsrichtingen zoals het
inpolderen van de Markerwaard lijken
een voor de hand liggend alternatief,
waarom wordt dat niet mee onder
zocht? Wanneer ruimtegebrek voor
woningbouw het probleem is, dan zijn
ook alternatieve oplossingen mogelijk.
Meer flats in bestaande steden of juist
het opofferen van landbouwgrond zijn
politieke afwegingen die op z'n minst
moeten worden afgevinkt. Verder is
het paradigma van de ongebreidelde
groei voor Nederland niet houdbaar en
is ook het aantal inwoners gelimiteerd.
Zelfs zonder politieke implicaties is
objectief vast te stellen dat ruimte in
Nederland schaars en dus begrensd
is. Landaanwinning is de vlucht naar
voren en uitstel van het trekken van
politieke consequenties. De tweede
probleemstelling, een verbeterde kust
verdediging, is in zichzelf legitiem,
maar de relatie met de landaanwinning
is marginaal. Voor het verminderen
van het risico op overstromingsram
pen ligt het voor de hand een oplossing
te zoeken in versterking van de water
keringen of compartimentering van
de laaggelegen regio's. Als legitimatie
van landaanwinning in de Noordzee is
dit een drogreden van jewelste. Andere
drogredenen zijn het bewijzen van de
Nederlandse superioriteit op het vlak
van waterbeheer, de economische spin
off, enz.
Het is dus interessant om te zien hoe,
kamerbreed en gesteund door het kabi
net, besloten wordt tot een onderzoek
naar landaanwinning in de Noordzee;
als oplossing voor een onbenoemd of
op z'n minst ill-posed (slecht gesteld)
probleem. Nu wordt door velen gezegd
dat het niet meer dan een onderzoek
is, besluiten worden nog niet geno
men, wat is daar nu op tegen?
Het ene onderzoek is het andere niet.
Aan de Nederlandse universiteiten en
kennisinstituten wordt doorlopend
onderzoek gedaan en organisaties zo
als NWO kunnen de richting van on
derzoek beïnvloeden door subsidies.
Wanneer de Tweede Kamer stelt dat
er onderzoek moet komen naar een
oplossing voor een ill-posed probleem
is dat echter ronduit gevaarlijk. Het ge
vaar is dat een cirkelredenering wordt
opgebouwd waarbij de argumenten bij
een vooraf gedicteerde oplossing moe
ten worden gevonden. Bovendien is het
slecht besteed belastinggeld; door het
bewust negeren van alternatieve oplos
singen wordt niet effectief gehandeld
en ligt het risico van tunnelvisie voor
de hand. Het brede mandaat in parle
ment en kabinet zal er zonder twijfel
toe bijdragen dat dit een kostbaar on
derzoek wordt. Tot slot leert de erva
ring dat een politieke uitspraak voor
het doen van een onderzoek meestal
een eerste stap is in een keten van ont
wikkelingen. De tulp voor de Noord
zeekust zal dus nog lang de agenda do
mineren en pas op termijn verleppen.
In de tussentijd laten we alternatieven
liggen.
Het sterkt onze trots dat er zo'n ongeli
miteerd vertrouwen vanuit de politiek
bestaat in de kundigheid van onze in
genieurs en de maakbaarheid van onze
leefomgeving. Ongetwijfeld zal dit
breedgedragen verzoek tot onderzoek
voor veel ingenieurs een welkom pro
ject zijn waar men vrij kritiekloos aan
kan gaan rekenen. Ook ingenieurs heb
ben echter een verantwoordelijkheid
om slechtgestelde problemen te iden
tificeren en opdrachtgevers hierop aan
te spreken. Wat de academische attitu
de van onze parlementariërs betreft is
nog wat bijscholing nodig. Een Tweede
Kamer die ad hoe te werk gaat, zonder
gedegen en gedeelde probleemanalyse,
is een gevaar voor de samenleving.
Ramon Hanssen
Universitair hoofddocent
Instituut voor Aardobservatie en
Ruimtevaartsystemen (DEOS)
Technische Universiteit Delft
E-mail: r.fhanssen@tudelft.nl
GEO-INFO 2007-12