Ferjan Ormeling twee maal onderscheiden
Donderdag 22 november:
'samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven'
497
Slagboom
Welkom bij de bron
van techniek
land als in het buitenland, zijn vele publi
caties en zijn redacteurschap van belang
rijke atlassen. De zaal bracht hulde met
een staande ovatie. Aansluitend reikte
Marijke van Schendelen, voorzitter van
het Koninklijk Aardrijkskundig Genoot
schap (KNAG) Ferjan de Plancius-medaille
uit voor zijn verdiensten op het grensvlak
van geografie en kartografie. De gedeco
reerde keek enigszins ongemakkelijk bij
al dit eerbetoon. Desondanks had hij in
een kort dankwoord een duidelijke bood
schap: hij hoopte dat wij het niet zouden
zien als eerbetoon aan een vakspecia
lisme uit het verleden en hij riep GIN op
om het kartografisch onderwijs te blijven
stimuleren.
Direct na het begin van de ochtendsessie
op woensdag werd er in het programma
'ingebroken' door Jan Willem van Eek,
voorzitter GIN. Onder verwijzing naar het
feit dat GIN mede tot doel heeft om bij
zondere aandacht aan prominente vakge
noten te schenken gaf hij het woord aan
de burgemeester Janssen van Zeist. Deze
had van zijn collega Cohen toestemming
gekregen om op vreemd gemeentelijk
grondgebied zijn ambtsketen te mogen
dragen en dat was nodig omdat het Hare
Majesteit had behaagd om Ferjan Orme
ling te benoemen tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau, op grond van onder
meer zijn bijzondere verdiensten in de
kartografische wereld, zowel in Neder-
lcaarten en het project Mobimaps (RGI-233). Dit zou, aldus
de spreker, ook GIN en de GIN-leden moeten aanspreken.
Hij deed een oproep om een project te definiëren dat ge
bruik kan maken van de faciliteiten van de ICA-commissie,
bijvoorbeeld met als onderwerp gebruik van navigatiesyste
men, of de geoinformatievoorziening. Op zijn vraag of er
nog meer ideeën waren bleef de zaal echter erg stiL.maar
men kon natuurlijk altijd een mailtje sturen.
De bezetting van de congreszaal was op deze dag niet best:
waren er 's morgens nog ongeveer zeventig mensen aanwe
zig, voor de middagsessies kwamen helaas niet meer dan
vijfendertig mensen opdagen.
De tweede congresdag was, in tegenstelling tot de eerste,
goed bezocht; op de beursvloer was het bijna ouderwets
druk. Ook de congreszaal was 's ochtends goed gevuld met
zo'n driehonderd toehoorders. De ochtend stonden twee
'bovenbazen' op het programma en wel Elco Brinkman de
'baas' van Bouwend Nederland en Bert Keijts de 'baas' van
RWS, die zich overigens liet vervangen door zijn plaats
vervanger Luc Kohsielc. De ochtendvoorzitter Jurgen ten
Siethof, de 'baas' van het bedrijvenplatform Geo-informa-
tie, had de taak om na de inleidingen een debat tussen de
beide heren te leiden.
Luc Kohsiek startte met de problemen waarmee de infra
structuur van Nederland kampt. Het verkeer loopt vast (het
vrachtverkeer verdubbelt de komende vijfjaar en het we
gennet wordt nauwelijks uitgebreid). Oplossingen worden
steeds complexer, hiertoe moet de benodigde kennis en er
varing worden gebundeld. Geo-informatie speelt hierbij een
belangrijke rol. De rol van RWS is veranderd: uitvoerend
werk gebeurt zoveel mogelijk door marktpartijen maar
RWS blijft opdrachtgever. Opdrachten worden verstrekt op
basis van functionele eisen, dit stelt weer hoge eisen aan de
informatiehuishouding. Een probleem is het vrijgeven van
overheidsinformatie. De markt ziet dit als bedreiging van
haar producten. Hij roept de marktpartijen op om samen
deze impasse te doorbreken. RWS wil graag haar informa
tie delen, maar de liefde moet niet van één kant komen.
Kohsiek, die ook twee jaar geleden op het GIN-congres had
Technical Centre Of The Universe