Terrein Tot slot Een ander knelpunt dat naar voren kwam uit de experi menten is het 'uitdunnen' van het wegennetwerk. Het we gennetwerk dient te worden uitgedund wanneer er niet genoeg plaats is op de kaart om alle wegen met hun sym bolisatie te representeren (fig. 5). Dit wordt 'selectie' ge noemd in de generalisatievoorschriften. In de voorschrif ten zijn enkele specificaties gegeven voor het uitdunnen, bijvoorbeeld dat een doodlopende weg moet worden weg gelaten en dat een doorgaande weg moet blijven bestaan. Een kartograaf ziet dat direct aan het oorspronkelijke kaartbeeld. Maar deze informatie is niet expliciet als attri buut aanwezig in TOPIONL en kan dus niet gebruikt wor den in het automatisch selectief verwijderen van wegen. In dit project wordt deze informatie automatisch gegene reerd door te kijken naar de continuïteit van de wegen; wegsegmenten, die in eikaars verlengde liggen, zijn meer waarschijnlijk onderdeel van een doorgaande route dan wegsegmenten die een scherpe hoek met elkaar maken. Wegsegmenten die slechts aan één kant gekoppeld zijn (doodlopende wegen) zijn natuurlijk in het geheel niet doorgaand. Om deze informatie toe te voegen is in de Arc- GIS programmeeromgeving (ArcObjects) een speciaal tooi ontwikkeld. Fig. 5. Selectief ver wijderen van wegen in TOP50vector als gevolg van ruimtege brek (links TOPIONL, rechts TOP50vector). Door het vervangen van wegpolygonen in TOPIONL door weglijnen in TOP50NL ontstaan 'gaten' in de database (fig. 6b). Om dit te voorkomen moeten terreingrenzen worden doorgetrokken tot aan hartlijnen van wegen. Hierbij dient nieuwe terreingeometrie te worden aangemaakt (fig. 6c). Omdat de terreinen doorlopen tot aan de hartlijn van de weg worden de TOP50NL-terreinen groter dan hun TOP- lONL-tegenhangers. Het is de vraag of dit gewenst is. Fig. 6. Vergroten van TOPlONL-terreinen tot aan de hartlij nen van de wegen. Het doortrekken van terreinvlakken is niet in alle gevallen eenvoudig. Ten eerste kent ArcGIS geen batch tooi om lijnen te verlengen. Lijnen verlengen op zichzelf kan natuurlijk wel maar dat vereist gebruikersinteractie, iets wat in dit project juist getracht wordt te vermijden. Vandaar dat binnen dit project een nieuw tool is ontwik keld. Ten tweede is de lengte van het lijnstuk waarmee de terreingrenzen moeten worden verlengd variabel door verschillende verhardingsbreedten en doordat terreingrenzen zeer schuin op de hartlijn kunnen staan. Dit maakt het lastig om de juiste parameters voor verlengen te kiezen. Ook kan het voorkomen dat een terreingrens die een weg in een bocht raakt bij verlen gen de hartlijn 'mist'. Daarnaast is het van groot belang dat het hartlijnenbe stand compleet is. Uit de experimen ten bleek dat ontbrekende hartlijnen niet alleen leiden tot het verdwijnen van wegen maar ook tot het abusieve lijk samenvoegen van de aanliggende terreinvlakken. Uit de experimenten blijkt dat geauto matiseerde generalisatie van TOPIONL naar TOP50NL in beginsel mogelijk is. Het is echter geen eenvoudige proce dure. Het stelt de nodige eisen aan de basisdata. Voor een deel voorziet de objectgerichte TOPIONL in de extra in formatie die voor automatische gene ralisatie nodig is maar voor een ander deel moet gebruik worden gemaakt van aanvullende gegevens. Ook het automa tiseren (formaliseren) van generalisatie voorschriften, opgesteld voor handma tige generalisatie door kartografen die gebruik kunnen maken van luchtfoto's bij interpretatie van de voorschriften, bleek niet altijd eenvoudig. Bovendien is het soms noodzakelijk om aanvul lende regels te definiëren. (a) TOPIONL. GEO-INFO 2008-2 (b) TOPIONL (hartlijnen). (c) TOP50NL.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 10