niet steeds aan hoeft te trekken. Verzwakt functioneren van
de secties zorgde voor nog minder aanspreekpunten in een
vereniging van vierduizend leden'. Smit wil zich in elk geval
inzetten voor meer contact tussen de zelfstandige redactie
en het verenigingsbestuur als uitgever. De ervaren Van der
Meer: 'Een algemeen bevinden is datje erg moet trekken
aan kopij. Er zijn in ons vakgebied genoeg mensen die van
alles vinden maar schrijven kunnen (of willen) ze niet. Op
merkelijk vindt hij voorts dat de kartografen - 'die toch een
van de mooiste vakgebieden bestrijken die er zijn' - weinig
hun fraaie werk te pronk aanbieden aan het tijdschrift. Ook
inhoudelijke discussies vinden in het blad niet plaats. In het
vroegere Tijdschrift voor Kadaster Landmeetkunde voch
ten ze elkaar discussie-matig de tent uit. In Geo-info heeft
zelfs René van der Schans het opgegeven!' Smit constateert
dat er kennelijk meer behoefte is om pakweg bijdragen te
leveren voor de rubriek 'Gezien' dan om discussies via het
blad te voeren. 'Het is nog geen forum', zo ziet hij. 'Hoe je
de interactie met de leden er in krijgt is nog een hele uit
daging. Eerlijk gezegd heb ik daar geen hoge verwachtin
gen van. Zo is de beroepsgroep nu eenmaal maar het is een
mooie uitdaging voor jou', zo voegt Ad Louis toe. 'We moe
ten bevorderen dat mensen het plastic van het blad afhalen
en zien dat er iets leuks in staat. De doelgroep is te breed
om een ieder altijd tevreden te stellen. Iemand zei eens: 'Er
staat zovéél interessants in dat ik er niet aan toe kom om al
les te lezen', een dubieus compliment', zo vervolgt hij.
Herhaaldelijk is ook in dit blad gesignaleerd dat op semi
nars en dergelijke twee van de drie Nederlandse bladen op
het terrein van de geo-informatie voor het grijpen liggen,
maar Geo-info ontbreekt dan. Van beiden zou dat mogen
veranderen en zelfs bij twijfel zou het voortaan al gedaan
moeten worden. ('Als maar tien mensen er eentje meene
men is het al goed!')
'Drie bladen zijn teveel voor het kleine vakwereldje. Het is
eigenlijk een versplintering van krachten. Je vist in hetzelf
de schrijversgroepje. Met twee goed gefocuste bladen zou
kunnen worden volstaan', zo vindt Ad. Louis: 'Je zou elkaar
wat meer kunnen opzoeken door samenwerking. Je zou dat
moeten bespreken. Wij hebben met een vereniging achter
ons wel een sterkere positie dan de andere twee, we zijn een
blad voor leden!'
GEERT MAK EN KAARTEN.
ondernomen', zo weet hij. Louis Smit
heeft daar ook al ideeën over: 'Een be
tere ontsluiting van de tijdschrift-arti
kelen op internet moet. Zoeken op on
derwerp is nu niet gemakkelijk en dat
is jammer. Je moet nu alle nummers
(al dan niet digitaal) uit de kast trek
ken. Graag zou ik verder ontsluiten via
internet stimuleren'. Beiden beseffen
dat blad èn website voor de 'content'
ook afhankelijk zijn van tijdige toeleve
ring uit andere gremia van de vereni
ging dan de redacties zelf. 'De website
zou ook een portal naar de geo-wereld
moeten zijn. We krijgen allerlei soor
ten vragen. Ilc heb nu al twee keer een
kaart van Amsterdam kunnen verko
pen omdat men er via het e-mailadres
info@geo-info.nl om vroeg', zo voegt
Van der Meer eraan toe (en hij voegt er
ook aan toe dat er nog niet naar één
Rotterdamse kaart is gevraagd...)
GIN-voorzitter Jan Willem van Eek
bleek er in het januarinummer stel
lig in: 'Ook ons vakblad Geo-info zal
een verandering ondergaan. Samen
met de bestaande en de nieuwe hoofd
redacteur en de redactie zien wij een
vernieuwd Geo-info tegemoet waarin
u 'meer vereniging zult herkennen',
zo berichtte hij de lezers. Zeker omdat
die transformatie ook nog niet in de
redactie was behandeld is aan Smit de
vraag wat hij voor opdracht meekreeg.
'De visie van het bestuur is om het blad
meer een lijfblad van de vereniging te
laten zijn. Je hebt nu niet het idee als
je het blad leest dat er een hele vereni
ging achter zit, dus ik kan me voor
stellen dat het bestuur dat wil. Je zou
nieuwe leden vragen kunnen stellen.
Misschien kan er ook meer vanuit het
bestuur komen? Wat gebeurt er daar?
Logisch is dat zij het aandragen als zij
willen communiceren', aldus Smit.
Van der Meer: 'Wat mij betreft zou het
bestuur hier een actievere rol mogen
spelen zodat je als hoofdredacteur er
'Hilarisch dieptepunt van de twee eer
ste delen is een scène bij de kaart van
Duitsland. Male en een 'Duitsland-
kenner' bespreken de enorme macht
van Duitsland rond 1900. Het lijkt ze
volledig te ontgaan dat ze niet naar
een leaart van Duitsland van rond
1900 staan te kijken. De kaart die ze
voor zich hebben laat Duitsland in
1945 zien. In 1900 bestond Polen niet
als zelfstandige staat en was Duits
land bijna twee keer zo groot als op
deze kaart. Elzas-Lotharingen en
grote delen van de Oostzeekust wa
ren Duits en het land was een directe
buur van Rusland. Kortom, alles wat
Duitsland rond 1900 zo bijzonder
maakte is op deze kaart nu juist niét
goed te zien'.
Willem Melching, Geert Maks tv-serie
'In Europa' vol fouten, in: Historisch
Nieuwsblad, december 2007
Komen en gaan
Naast de hoofdredacteurswissel verandert de bezetting van de redac-
teurenploeg. Irwin van Hunen en Peter van de Crommert hebben de
redactie eind 2007 verlaten, Edward Mac Gillavry deed dat al in het
voorjaar van 2007 en Katinka Roebert gaat, zoals gemeld, een ande
re functie binnen de redactie vervullen. In hun plaatsen komen Jos
Burgers (gemeente Den Haag), Frank Kleijer (TU Delft), Roelof Keppel
(Grontmij) en Bart Huijbers (gemeente Zeist). Continuïteit is er ook:
1 januari was het 25 jaar geleden dat Adri den Boer toetrad tot de
redactie van het blad Geodesia van de stichting Nederlands Genoot
schap voor Landmeetkunde.
Slot
Meer verenigingsblad?
GEO-INFO 2008-2