Automatische generalisatie van TOP10NL naarTOPsoNL haalbaar? Het nieuwe TOPioNL-bestand is objectgericht. Dit lijkt de ideale uitgangssituatie voor automatische generalisatie naar kleinere schalen. Maar is dit ook zo? Momenteel vervaardigt het Kadaster de kleinere schalen (zoals TOPsovector) door middel van handmatige generalisatie. Dit gebeurt op basis van een set vastgestelde generalisatievoorschriften en met behulp van luchtfoto's. De vraag is of deze voorschriften eenvoudig kunnen worden geconverteerd naar computerregels. Aan de hand van een aantal experimenten waarbij generalisatievoorschriften voorTOP50vector zijn geautomatiseerd zal dit artikel laten zien dat de interpretatie van kartografen, die op dit moment wordt toegepast bij de generalisatie van TOP10NL, nog niet eenvoudig is te automatiseren. In het kader van het RGI-project 'DURP Ondergronden' (www.durpondergronden.nl) zijn ITC, Kadaster, ESRI Inc. en ESRI Nederland bezig met een deelproject waarin de mogelijkheden voor geautomatiseerde generalisatie van TOPIONL naar TOP50NL worden onderzocht. In het project is het handboek generalisatievoorschriften TOP50vector (Kadaster, 2006) bestudeerd en is gekeken hoe deze regels te automatiseren zijn met behulp van ESRI ArcGIS tools. Tussenresultaten zijn beoordeeld door deze te vergelijken met de huidige topografische kaart op de schaal 1:50.000. Hierdoor is het mogelijk om te kijken of de automatische bewerking ook werkelijk doet wat er met de generalisatie voorschriften wordt beoogd. Op basis van deze tusseneva luatie is de automatische generalisatie verbeterd door bij voorbeeld meer informatie aan het proces toe te voegen. Het doel van de experimenten was niet zozeer om inzicht te krijgen in de technische 'tools' met betrekking tot auto matische generalisatie, maar meer om inzicht te krijgen in wat automatische generalisatie betekent voor het Kadaster, uitgaande van huidige gegevensmodellen, producten en ge neralisatievoorschriften. De experimenten richtten zich met name op de generali satie van gebouwen en wegen. De reden hiervoor is dat dit de meest voorkomende objectklassen zijn en dat voor deze klassen de meeste generalisatiehandelingen moeten wor den verricht. Automatische generalisatie van deze twee ob jectklassen zou al een aanzienlijke efficiëntieverbetering opleveren voor de productie van TOP50NL. Dr.J.W.N. van Smaalen, ESRI Nederland en dr. J. Stoter, ITC Enschede. Co-auteurs: drs.N. Bakker en dr. H. Uitermark, Kadaster, Apeldoorn TOP50NL: database of digitale kaart? TOP50NL bestaat nog niet. In dit pro ject is ervan uitgegaan dat TOP50NL qua (informatie)inhoud en kartografie min of meer gelijk zal zijn aan TOP- 50vector. TOP50vector is een kartogra- fisch model, dat wil zeggen dat bij de geometrie van punten, lijnen en vlak- grenzen rekening is gehouden met de symbolisatie ervan op de kaart. Op schaal 1:10.000 veroorzaakt de symbo lisatie vrijwel geen grafische conflic ten en is de locatie van de geometrie in de database vrijwel exact. Op kleinere schalen is er daarentegen vaak sprake van verplaatsing en vereenvoudiging van de geometrie om grafische conflic ten van gesymboliseerde geometrieën te voorkomen. Zo wordt een hoofdweg op de 1:50.000 kaart afgebeeld met een lijndikte van 1,5 mm. Dit komt overeen met 75 meter in werkelijkheid. Hier door is het mogelijk dat een gesymbo liseerde weg aanliggende gebouwen overlapt. Om dit te voorkomen zijn gebouwen en wegen al in TOP50vector verplaatst. Als TOP50vector wordt ge bruikt voor GIS-analyses of in een GPS, moet rekening worden gehouden met het feit dat zowel de grootte als de lo catie van objecten niet exact overeen komen met de werkelijkheid. Voor het vervaardigen van de kaart kan echter worden volstaan met het simpelweg uitvoeren van symbolisatie van TOP- 50vector (fig. 1). GEO-INFO 2008-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 6