B die stelt dat TOPlONL-terreinvlakken binnen de bebouwde kom van het type landgebruik 'overig', die voor meer dan 10% zijn bebouwd, in TOP50NL worden weergegeven als be bouwd gebied, met uitzondering van vrijstaande woningen, belangrijke gebouwen en gebouwen op bedrijventerreinen. In eerste instantie lijkt deze regel vrij eenvoudig te auto matiseren. Echter informatie over de begrenzing van de bebouwde kom, vrijstaande woningen en bedrijventerrei nen (als vlakinformatie) zijn niet expliciet aanwezig in TOP- 10NL. Deze informatie kan daarom niet zonder meer wor den meegenomen bij de generalisatie. Oplossingen voor de ontbrekende informatie zijn het toevoegen van informatie uit andere bronbestanden van het Kadaster of door deze in formatie 'uit te rekenen' op basis van TOPIONL (bijvoorbeeld 'bebouwde kom' op basis van de bebouwingsdichtheid). De bovenstaande generalisatieregel is voor gebouwen toe gepast. Na vergelijking van het resultaat met de huidige TOP50-kaart, bleek er nog een addertje onder het gras te zit ten. Om de dichtheid van gebouwen te kunnen uitrekenen is een planaire partitie nodig. Hiervoor is gebruik gemaakt van bestaande TOPlONL-terreinvlakken. Een terreinvlak wordt aangewezen als 'bebouwd gebied' indien de dichtheid van 10% overschreden wordt. Het kan echter voorkomen dat gebouwen niet uniform zijn verdeeld over het terreinvlak. In de huidige TOP50 kaart zien we dat in sommige gevallen rekening is gehouden met een niet-uniforme verdeling van gebouwen over een terreinvlak. In die gevallen is er slechts 'bebouwd gebied' gecreëerd in dat deel van het terreinvlak waar bebouwing aanwezig is (zie fig. 2 bij de letters A). Deze benadering sluit beter aan bij het karakter van het terrein maar is niet expliciet genoemd in de generalisatieregels. Deze oplossing is echter ook moeilijker te automatiseren omdat er nieuwe grenzen moeten worden bepaald. Fig. 2. Omzetten van gebouwen uit TOPIONL naar 'bebouwd gebied' in de TOP50-kaart. A laat locaties zien waar dit slechts in een deel van het ter reinvlak gebeurd is. B laat voorbeelden zien van typificatie. I TOPIONL. TOP50 kaart. Als de generalisatieregels voor 'bebouwd gebied' zijn toege past, blijven er nog conflictsituaties over voor de resterende bebouwing. Deze resterende gebouwen zijn niet omgezet naar bebouwd gebied vanwege te lage dichtheid van de ge bouwen, het feit dat ze buiten de bebouwde kom of op een bedrijventerrein liggen, of omdat het vrijstaande woningen. belangrijke of grote gebouwen zijn. In al deze gevallen betreft het de oor spronkelijke TOPlONL-gebouwen. Deze gebouwen zijn vaak te klein of staan te dicht op elkaar om weergegeven te worden op schaal 1:50.000. Voor deze gebouwen staat in de generalisatie voorschriften een minimale maat aan gegeven en ook een minimale tussen ruimte (omgerekend naar het terrein: 15m, respectievelijk 10m). Eventuele vereenvoudiging van gebouwen is vast gelegd in het voorschrift dat uitbou wen een minimale oppervlakte moeten hebben. De generalisatievoorschriften geven aan dat, in geval van conflicten, kan worden overgegaan tot het selec tief weglaten van gebouwen. De twee buitenste gebouwen van een rij moe ten hierbij de juiste plaats behouden. Andere mogelijke bewerkingen, zoals verplaatsen, vergroten, vereenvoudi gen, typificatie (voor een voorbeeld van typificatie, zie figuur 2 bij letter B) zijn niet uitputtend aangegeven in de voor schriften maar zijn als algemene gene ralisatierichtlij nen vermeld. Dat blijkt ook na bestudering van de huidige TOP50-kaart. In de praktijk is er voor gekozen de resterende gebouwen te vereenvoudigen en te vergroten tot een minimummaat om vervolgens eventueel ontstane grafische conflicten op te los sen. In eerste instantie door te verschui ven maar als het te krap wordt ook door gebouwen weg te laten. Gebouwen met een belangrijke functie worden in prin cipe niet weggelaten maar vergroot. Het representatief plaatsen van gebou wen in een te krappe ruimte is een pro blematiek waarbij meerdere oplossingen mogelijk zijn. Op dit deel van het project richt ESRI Inc. zich. Zij zijn bezig met het ontwikkelen van een zogeheten 'Opti mizer engine' die aan de hand van dooi de gebruiker in te stellen 'constraints' (voorwaarden) in staat is meerdere op lossingen te genereren en onderling af te wegen. Fig. 3 toont een resultaat van één van de eerste tests met TOPIONL data. De 'Optimizer engine' is een generieke tool die niet alleen voor gebouwen kan worden gebruikt maar ook voor het ge neraliseren van bijvoorbeeld een wegen netwerk, al naar gelang de constraints die worden gedefinieerd. De 'Optimizer engine' wordt op dit moment in een on- derzoeksomgeving gebruikt. Het is nog niet te zeggen óf en wanneer deze tech nologie zijn weg zal vinden in de com merciële producten van ESRI. CEO-INFO 2008-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 8