Zoekt en gij zult (geo-informatie) vinden! Z WiÈÊÈBm #®8 SÊ 11! In het geo-werkveid staat op dit moment de vorming van een Geo Data infrastructuur (GDI) centraal. Hart van het functionele en fysieke deel van een GDI wordt gevormd door de catalogus. De catalogus (service) verzorgt het adagium van het zoeken-vinden-binden van services en daarmee de toegang tot de geo-informatie. In dit artikei wordt ingegaan op de ins en outs van catalogus (services) standaarden, de (INSPIRE-) context voor de adoptie daarvan en een doorkijk naar een mogelijke strategie ter bewerkstelliging van interoperabiliteit in Nederland. 104 Hoewel het internet 's werelds grootste kennisbank is wil dit nog niet zeggen dat geo-informatie eenvou dig gevonden kan worden. Een hit op 'water Gelderland' (hits: 395.000, op 15 februari 2008) of 'bestemmingsplan Nijmegen' (hits: 38.100, op 15 februari 2008) leveren vrijwel geen bruikbare re sultaten op. De wens is om de zoekvraag- te kunnen uitvoeren over geografische datasets en services die coördinaten of plaatsnamen (locaties) in zich hebben en bij voorkeur ook een referentieda tum of-tijd. De huidige gangbare zoek machines zoals Google bieden (nog) niet de mogelijkheden om specifieke zoekvragen op locatie te kunnen uitvoeren. De geografische catalogus kan dit wel en speelt een centrale rol voor het kunnen vinden van geografi sche datasets, services en overige geografische elementen. Geografische catalogi Het woord 'catalogus' komt oorspronkelijk uit de biblio theekwereld. De catalogus van een bibliotheek of museale collectie bevat identificerende informatie over de collecties van deze instellingen. Een catalogus is nodig om na te gaan welke objecten - hetzij publicaties, hetzij objecten - aanwe zig zijn en waar deze zich bevinden. Een bibliotheekcatalo gus vermeldt van publicaties voor zover mogelijk de titel, auteur(s), omvang, drukgegevens, plaats van uitgifte, jaar van uitgifte en uitgever. Vaak geeft de catalogus ook een bepaalde ordening qua onderwerp. Tevens wordt met een signatuur de feitelijke locatie in de bibliotheek aangegeven; de locatie kan afhankelijk zijn van de soort plaatsing, bij voorbeeld op thema of formaat. Door middel van trefwoor den, vaak op basis van een thesaurus of (nationale) classifi catiesystemen en andere vormen van indicering wordt een bibliotheekbestand nog dieper ontsloten. Voor de geo-wereld is het beschrijven van haar collecties ei genlijk niets anders dan voor de bibliotheekwereld. Ware het niet dat de geo-wereld andere geo-informatie-objecten en -elementen registreert, zoals datasets, services, kaarten, legenda's en objectinformatie. Maar ook met het doel om collecties van geo-informatie te doorzoeken en de betref fende geo-informatie elementen vindbaar en beschikbaar te maken. Binnen de geo-wereld wor den diverse vooral angelsaksiche ter men gebruikt om de catalogus voor geografische objecten en elementen aan te duiden, zoals de 'Catalogue Ser vices' (Open Geospatial Consortium), 'Spatial Data Directory' (Australian Spatial Data Infrastructure), 'Clearing house' (United States NSDI), 'Geogra phic Catalogue' (Swiss NSDI), 'Geodata Discovery Service' (Canada CGDI) en 'Discovery Services' (INSPIRE). Een één duidige allesomvattende definitie ont breekt vooralsnog. In de meeste defini ties wordt een geografische catalogus beschouwd als een service die toegang geeft tot meta-informatie over geogra fische bronnen die in een catalogus (repository) zijn opgeslagen. In de context van het Geo Data Infra structuur-concept bevatten de catalogi in de geo-wereld voor de gebruiker de functies voor het zoeken en vinden van geografische datasets en services. Tevens zorgen de catalogi voor het geven van toegang tot geografische Fig. 1. Voorbeelden van zoeken, vinden en toegang geven via catalogi (geoportalen). geoNorge GEO-INFO 2008-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 18