'registers' met een goed beschreven beheermodel. Het is van belang dat alle registers de voor hen relevante veranderingen bijhouden zodat gegevens met referentie naar een oud regis ter nog steeds correct kunnen worden geïnterpreteerd. Versie- beheer van registers waarbij oude registers bewaard blijven is een vereiste. Denk bijvoorbeeld aan codelijsten van infor matiemodellen, applicatieschema's, namespaces, coördinaat referentiesystemen, enz. Dit soort registers passen niet in de OGC-catalogus (CSW) bena dering. Binnen OGC en ISO TC/211 wordt daarom vooral voor deze registers gekeken naar eenvoudige URN-oplossingen of de zwaardere ebXML RIM-oplossingen. Nederland zal hier een voudig starten met URN-oplossingen. Dit onderzoek wordt mo menteel opgepakt door de werkgroep stelseloverleg NEN3610. Vanuit OGC wordt al jarenlang gewerkt aan catalogus-speci ficaties. OGC heeft de catalogus-specificaties al verscheidene malen aangeboden aan ISO TC/211 om hiervan een 'de jure' standaard te maken. ISO TC/211 heeft dit steeds geweigerd omdat de specificaties onvoldoende af waren. Om breder in zicht te krijgen in registers heeft ISO TC/211 een onderzoek opgestart. Dit omdat ISO 19135 een informatiemodel voor registers geeft en er verscheidene ISO-standaarden zijn die in een register kunnen worden geïmplementeerd. Het Drafting Team Network Services heeft INSPIRE in de draft version voor discovery services (kan nog veranderen op basis van consultaties) een beslissing genomen in strijd met de OGC-beslissing van december 2006 waarbij aan ebRIM de voorkeur werd gegeven. INSPIRE heeft vooralsnog gekozen om discovery service te laten baseren op de jongste CSW ISO AP-specificatie versie 2.0.2. Indien INSPIRE overgaat tot de CSW ISO AP implementatie zal interoperabiliteit met de an dere protocollen voorlopig op de agenda van de OGC en ISO blijven staan. Op basis van de brede blik, zoals door INSPIRE wordt beoogd, lijkt het onvermijdelijk dat op termijn ebRIM model de meeste potentie biedt om een meta-informatie van diversiteit aan geografische elementen te registeren. Binnen INSPIRE is vooralsnog niet breed naar registers gekeken. Op basis van bovenstaande zijn voor Nederland keuzes ge maakt die nu praktisch worden toegepast in verschillende catalogi die in diverse Geo Data Infrastructuren en geopor- talen in gebruik zijn of nog worden genomen. Het ligt wel in de lijn der verwachting dat implementaties van geografi sche catalogi meerdere catalogi-standaarden moeten (gaan) ondersteunen. Dat is enerzijds het gevolg van het bestaan van verschillende protocollen maar vooral ook van de toe nemende behoefte aan informatie-uitwisseling tussen het geo-informatiedomein en andere informatiedomeinen. Dit artikel heeft de geografische catalogi standaarden kort be licht. Gezien alle ontwikkelingen zal dit zeker niet het laat ste artikel over catalogi zijn. Tot een volgende keer! Geonovum, Framework van standaarden voor de Nederlandse Gil v2.0. 2007. INSPIRE, Drafting Team Network Services, Draft Imple menting Rules for Discovery and View Seiwices (IR1). 2007. Reuvers, M. en M.A. de Rink, Metadata, niet zo lastig als het lijkt. Geo-Info 2006-5, p. 210-215. Senkler, I<„ U. Voges, U. Einspanier, I. Kanellopoulos, M. Millot, G. Lura- schi, C. Thorne, L. Bernard, and P. Smits, Software for Distributed Meta data Catalogue Seivices to support the EU portal. JRC EU (EUR 22337 EN). 2006. Om geografische informatie te kunnen vin den zijn catalogi nodig. Deze bevatten voor de gebruiker de functies voor het zoeken, vinden van en geven van toegang tot geo grafische datasets en services. Om dat mo gelijk te maken zijn diverse catalogi-stan daarden ontwikkeld. Een belangrijke is de OGC catalogue service, met de bijbehorende implementatie-specificaties voor internet toepassingen, CSW. Binnen INSPIRE wordt gewerkt aan een framework van standaar den, om de interoperabiliteit te vergroten. Die zijn echter nog niet definitief. Ook de OGC catalogus-specificatie is nog niet goed gekeurd door ISO 10/211. In order to find geographical informa tion catalogues are needed. These contain functions for users to be able to search for, to find and to give access to geographical datasets and services. To realise this, se veral catalogue services have been created. An important one is the OGC catalogue service, together with the implementation specs for internet applications, CSW. Wit hin the INSPIRE-programme, a framework of standards is being set up, in order to im prove the interoperability. These standards are still drafts, however. Also, the OGC ca talogue specifications hasn't been approved up till now of by ISO TC2U. Pour trouver de l'information géographique on a besoin de catalogues. lis contiennent les fonctions de recherche dont I'utilisateur a besoin pour rechercher, trouver et accé- der aux données et sendees ge'ographiques; Pour cela différents standards de catalo gues ont été développés. Un important est le OGC Catalogue Service CSW avec ses spe cifications d'implémentation pour le réseau internet. Dans le cadre d'INSPIRE on tra- vaille a un cadre de normes pour améliorer l'interopérabilité. Ces normes ne sont pas encore definitives. Le OGC Catalogue Service n'a pas encore été accepté par le ISO TC 211. Afsluitend Literatuur Samenvatting Zoekt en gij zult (geo-informatie) vinden! Summary Seek and ye shall find (geo-information)! Résumé Cherchez et vous trouverez (la géo-info)! GEO-INFO 2008-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 22