z
Schilderen van jalons
Mi
lilMlIfilIl»
Kunstenaar Max Schellenbach is er weg van
112
Een jalon is de bekende wit-en-rode stok, gebruikt bij het
landmeten', aldus een Wikipedia-omschrijving. Rond
1960 verschenen in het landmeetkundig vakblad Geodesia
advertenties van nieuwe, geplastificeerde, ver-zicht jalons.
'Nooit over te schilderen', zo werd er graag bij gezet. Tot dan
was dat overschilderen bij slecht weer mooi kluswerlc voor
meetarbeiders. Jalonwerpen vanaf de sterrewacht aan de Ka-
naalweg was een Delftse afstudeerbezigheid voor geodeten.
Vlakbij die toren, in de Simonsstraat, schildert Max Schel
lenbach (1948) nu nóg graag jalons. Het gaat dan niet om de
meetstokken zelf maar om hun afbeeldingen in olieverf op
panelen. Ooit was hij technisch tekenaar bij Geo-Delft. Sinds
de jaren zeventig echter werd schilderen van een hobby iets
waarmee het brood kon worden verdiend. Max schilderde
naar eigen zeggen op de kleuterschool al graag en zijn vader
was naast boekhouder ook verdienstelijk amateur-schilder,
dat laatste wordt ingelijst bewezen aan de muur in het ate
lier boven. Intussen prijken op tientallen schilderijen van
de autodidact de jalons al, keurig in gelid of scheef, solitair
of in meervoud, maar altijd doordacht en meestal zonder
mensen er bij. (Een aantal schilderstukken kan nog in het
echt worden getoond maar van verkochte werken zijn er ui
teraard alleen afbeeldingen.) Zijn motief? 'Als die stokken er
staan, de landmeters er waren, dan gaat er wat gebeuren en
is het niet zomaar een plaatje meer'.
Op zijn schilderijen staan vaak doorleefde oude panden te
gen surrealistische decors. Ze verschillen van vervuilde in
dustrieterreinen tot doodse betonnen hoogbouw. Het zijn
verbeeldingen van de visie van de kunstenaar op de verstede
lijking en modernisering van Nederland. Veel sfeervolle oude
pandjes in de binnensteden verdwijnen en worden vervangen
door moderne, onpersoonlijke constructies. Ook de natuur is
veelvuldig het slachtoffer van een tomeloze bouwdrift onder
het mom van economische vooruitgang. De vervreemding die
hiervan het gevolg is vormt het belangrijkste thema in het
werk van Schellenbach. Hij illustreert het indirecte jalonge-
bruilc in zijn woonkamer met een klein schilderijtje van een
steenfabriek in Dokkum, en inderdaad: die ene verticale jalon
geeft aan dat er verandering op komst is. Op een ander schil
derij ernaast staat de jalon scheef. Het blijkt een protest tegen
verandering te zijn van een bezwaarde ('Hij gaf die stok een
zet want het is zonde als daar gebouwd wordt!', aldus Max.)
Op een persiflage van de Delftse Koepoortgarage staat een
man met een wirwar van jalons: de put voor een ondergrond
se parkeergarage zorgde voor deformaties van huizen en zelfs
de Koepoortbrug ging niet meer dicht, zo legt Schellenbach
uit. De schilderstukken staan nu op een rij, want Smelik en
Stokking Galeries, deze keer de vestiging in de Nieuwe Spie
gelstraat in Amsterdam, heeft eind maart al een expositie van
zijn werk! Uit een andere kamer komt een schilderij van TNO
Zuidpolder, waar in 1974 duizenden betonpalen in de Delftse
grond werden geslagen, maar verder geld voor bouw ontbrak
door de oliecrisis. 'Ik zag al die palen maar, zo apart, en heb
er stokken in gezet want er moet toch wat gebeuren. De ti-
Mflx Schellenbach
poserend...
M—S
wmm mWik
nwtffilwif
...en echt aan het
werk.
TNO Zuidpolder
Delft.
'Een wijze man in de Koepoortgarage', Delft.
Surrealistisch
CEO-INFO 2008-3