winstmarge. Dat Europese regels in
grijpend kunnen zijn, signaleerde
hij aan de hand van het Verdrag van
Arhus: het gaf emissies vrij die in Ne
derland bedrijfsgeheimen waren. Keu
zenkamp noemde als eerste ook het in
opdracht van BZK geschreven rapport
uit 2007: 'Open toegankelijkheid van
geo-informatie vergeleken: het gras
leek groener dan het was.' BZK was
tevreden met de intentieverklaring
geo-informatie met het IPO, werkt aan
eenzelfde afspraak met de Unie van
Waterschappen en ook met de VNG
was het gesprek begonnen. Het onder
zo gunstig mogelijke voorwaarden be
schikbaar stellen van data was steeds
het doel, maar 'bij de VNG was en is het
een wat lastiger terrein.' Keuzenkamp
vond dat basisinformatie in een demo
cratische rechtsstaat kosteloos raad
pleegbaar moet zijn. Basisgegevens zag
hij echter als primair een voorziening
voor wettelijke talcen, het nu al vrijge
ven daarvan voor hergebruik zou een
brug te ver zijn en 'dan rolt de steen
weer naar beneden'.
Voorzitter ir. Jurgen ten Siethof van
Geobusiness Nederland sprak over 'Het
topje van de (ijs)berg'. Hij zag drie ele
menten voor succes: ambities, services
en partnerships. De ambities zouden
er wel zijn met een goed en ook inter
nationaal opererend bedrijfsleven, de
wereldtop van wetenschappers en een
overheid met potentieel unieke zaken.
De groei in de ICT-sector was volgens
hem 7,6% tegenover maar 3% in de
totale Nederlandse economie. Inzake
de services vond hij dat de overheid
ervoor te zorgen had dat de basisser
vices er waren waarop een ieder kon
voortbouwen. Rollenstrijd, gebrek aan
kennis over webservices en standaar
den alsmede de exploitatie van lande
lijke portalen zag hij als risico's. Stel
lig vond Ten Siethof dat de overheden
de zakelijke en de consumentenmarkt
moeten overlaten aan het bedrijfsle
ven. Een fors vraagteken zette hij bij
de verhouding tussen de vijfduizend
geo-professionals bij overheden en de
drieduizend bij het bedrijfsleven in Ne
derland. Ter wille van die vijfduizend
fte's zag hij ook veertig overlegplat
forms matig functioneren. De voor
zitter vond dat het slimmer kon en
pleitte ook voor centralisatie met één
servicentrum en één portaal.
Bestuurslid Cees Guikers van GeoBusi-
Kamerlid Brigitte
van der Burg (WD):
'Het kan niet zo zijn
dat de overheid data
afschermt en daar
zelf een winkeltje
mee begint.'
ness Nederland had als bijdragetitel: 'Woorden zijn dwer
gen, daden zijn bergen.' Hij gaf een Bridgis-demonstratie
'Van verstrekking naar toegang'. Van een precies vierkant
risicogebied werd via selectie van adressen en vervolgens
administratieve data tot drie cijfers achter de komma be
paald hoeveel mensen zich daarin bevonden. Hij deed dat
voor verschillende tijdstippen en kon zo alarmdiensten in
formeren over de vermindering van het aantal kinderen op
scholen op woensdagmiddag (waarbij onbekend leek waar
ze zich dan wél bevonden...). Hij betreurde het kunstgrepen
met andere bestanden te moeten toepassen, omdat BAG en
GBA niet vrij beschikbaar zijn. Guikers' motto was voort
schrijdend: van toegang verlenen tot ontsluiten. Mevrouw
De Jong daarop: 'Cees, je hebt het volgende project al gede
finieerd!'
Na een contactrijke pauze hei-vatte dr.mr.ir. Jaap Zevenber
gen (TU Delft) het programma met een bijdrage 'Wie de top
niet haalt kent de vlakte niet'. Hij deed de onderzoeksresul
taten uit de doeken waaruit bleek hoe Nederland het deed
in vergelijking met andere landen. De EU-regels over herge
bruik aanhalend, kwam hij als jurist met een opmerkelijk
statement: 'Bij een aantal producenten van geo-informatie
is er geen sprake van eigen gebruik. Wanneer is het dan
hergebruik?' Het gras in buurlanden was inderdaad min
der groen dan het leelc. Value Added Re-selling (VAR) werd
overal beperkt door geld en voorwaarden. In Frankrijk werd
de voortgang verstoord door de vraag of Geoportail een
publiek goed was dan wel een marketing-instrument van
het IGN. In Engeland was er geen uniform toegangsbeleid
en wel een wantrouwen tegen de dominantie van het zelf
op de markt opererende Ordnance Survey. Uitwisseling en
een eventuele VAR-sector werden minstens beperkt door te
strikte licenties van overheidsdata. In Denemarken werd
de NGII ingebed in een e-government. Een gigantische be
stuurlijke herindeling was de aanleiding: opheffen van
provincies en tot een derde verminderen van het aantal
gemeenten. Mooi, maar gemeenten en kadaster gingen
daar pas onlangs aan de slag met een GBK-achtig product,
en zónder ideeën over hergebruik. 'There is no such thing
as a free lunch.' Met die zin uit een nieuw Engels Gl-boek
illustreerde Zevenbergen dat er altijd iemand moet betalen
en dat er kwaliteitsrisico's zijn bij 'free access'. (Longorn
Blakemore, GI Value, Pricing, Production, and Consumption,
CRCPress 2008)
'Bergen verzetten' was de titel van
de bijdrage van het WD-Kamerlid dr.
Brigitte van der Burg. Zij was van huis
uit sociaal-geograaf, werd eind 2006
parlementariër en schortte toen haar
onderneming BritBurg Advies BV op
(en werd nadien bekend door spoed
debat over dubbelfuncties van top
ambtenaren.) Haar liberale verhaal
betrof overheidsdata in zeer brede
zin: ze zag een spanningsveld tussen
vrijgeven en privacy. 'Mag je data van
kilometerheffing voor moordzaken
gebruiken?' en 'Is dat doel zwaarwe-
141
Topje van de berg
'Gras minder groen dan het leek'
Liberaal Kamerlid
GEO-INFO 2008-4