Drempels voor duurzaam Geo-informatie onderwijs
Hl
Het Geo-informatie (Gl)-onderwijs
staat onder hoge druk. Er wor
den te weinig mensen opgeleid en de
vraag naar 'gissers' in meest de brede
zin voor het werkveld is erg groot. Ver
schillende bijeenkomsten (Rode Hoed-
sessies en bijeenkomsten van het geo-
bedrijfsleven) geven dit aan. Daarnaast
zijn verscheidene opleidingen en cur
sussen gestopt of hebben eigenlijk te weinig studenten voor
een gezonde financiële toekomst. Daarom is het van belang
om te weten te komen wat de drempels zijn voor duurzaam
GI-onderwijs. Daar wordt onder verstaan de mogelijkheid
om leerlingen, studenten, cursisten en/of mensen die al
actief zijn in het werkveld zo op te leiden dat zij voldoen
aan de wensen en eisen van dat brede GI-werkveld. We rich
ten ons met dit onderzoek dus niet alleen op het reguliere
MBO, HBO of universitair onderwijs, maar ook op bij- en na
scholing door commerciële aanbieders zoals bijv. software
leveranciers. Duurzaam betekent dan ook dat een cursus
of opleiding voor langere tijd kan worden aangeboden met
genoeg deelname, gekwalificeerde docenten en met een
juiste, zichzelf vernieuwende inhoud.
Fig. 2. Kaart waar
de respondenten
wonen of werken
(op basis van vier-
cijferige postcode).
voor een mogelijke vergrijzing van het
vakgebied. De verhouding man/vrouw
(120/31) lijkt overeen te komen met
bijvoorbeeld onderzoek dat recentelijk
in VI Matrix is gerapporteerd waarin
eveneens geconstateerd werd dat er re
latief zeer weinig vrouwen actief zijn
in de GIS-branche.
aantal respondenten
Ui
Ban
HHH
i
De sectie Onderwijs van GIN heeft samen met EDUGIS en
het KNAG een internet-enquête opgesteld om inzicht te
krijgen in de ontwikkelingen en hindernissen rond het
GI-onderwijs. De URL verwijzend naar de enquête is via di
verse media, maar voornamelijk via de GIN-flits verspreid.
Fig. 1. Aantal
respondenten (man
en vrouw) t.o.v. de
leeftijdsklasse.
Fig. 3. Type organi
satie waar de res
pondenten werken.
Om een beeld van de ruimtelijke
verspreiding te geven is in fig. 2 een
kaart van Nederland afgebeeld waar
op de herkomst van de respondenten
staat. De plaatsen waar zich bekende
GIS-centra bevinden (Wageningen,
Delft, Rotterdam) zijn goed vertegen
woordigd, hoewel er ook witte vlek
ken zijn (Amsterdam en Twente). Om
dat de oproep voornamelijk via GIN
gegaan is zou deze kaart vergeleken
moeten worden met de verspreiding
van de GIN-leden om een uitspraak
over de representativiteit te kunnen
doen.
In dit artikel worden de resultaten van deze enquête gerap
porteerd nadat de eerste voorlopige resultaten al op het
GIN-congres eind 2007 waren gepresenteerd.
Beschrijving respons
In de periode september 2007 tot begin januari 2008 hebben
151 mensen de enquête ingevuld. In fig. 1 is de leeftijdsop
bouw en man/vrouw-verdeling weergegeven. Hieruit blijkt
dat relatief meer ouderen (ongeveer 50% van de responden
ten is ouder dan 50 jaar) de enquête hebben ingevuld, on
danks de methode via internet. Vraag is of de respons een
goede weergave is van de leeftijdsopbouw van het GIS werk
veld. Het is te hopen dat deze verdeling geen indicatie is
Organisatie type
30
20
10
0
38
jjjjjël
16
30
30
18
0
50
vrouw
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
(meer antwoorden mogelijk)
overheid
semi-overheid
bedrijfsleven regulier onderwijs
aantal reacties
GEO-INFO 2008-4