Het aantal organisaties en de namen en de verspreiding daarvan geven aan dat het onderwijs goed vertegenwoordigd is; de respons uit het overige werkveld is beduidend minder, vooral in verge lijking met de ruim drieduizend leden van GIN. In fig. 3 wordt het organisati etype weergegeven. De respondenten konden meerdere antwoorden geven. Helaas heeft een groot aantal deelne mers hier niet geantwoord zodat de verdeling niet erg hard is. Wel lijkt de uitkomst overeen te komen met onder zoek naar de herkomst van GIS-vacatu- res in Nederland dat aangeeft dat 60% van de overheid komt en circa 40% uit het bedrijfsleven [de Bakker, 2006]. Fig. 6. Indeling voornamelijk afne mer of aanbieder van GI onderwijs. uren werkzaam met GIS In fig. 4 wordt een verdeling van de tijdsduur qua werken met GIS (in brede zin, dus inclusief viewers en internet) weergegeven. Hieruit is te zien dat een gering percentage (10%) niet met GIS- software en -data werkt en iets meer dan 30% meer dan 16 uur per week. Dit komt overeen met eerder onderzoek waarbij onderscheid gemaakt wordt in GI-banen met minder en met meer dan 25% wer ken met GIS [Meyles et al, 2003]. In dit artikel is gekozen om voorna melijk de mening van het onderwijs weer te geven, hoewel de mening van de afnemers van het onderwijs ook Fig. 4. Uren per week dat men werkzaam is met GIS. lengte georganiseerde scholing classificatie als voornamelijk afnemer of aanbieder Fig. 5. Duur van de gevolgde georgani seerde scholing. interessant commentaar levert. Reden hiervoor naast het geringe aantal reacties vanuit het werkveld is ook dat een aantal respondenten in het commentaar duidelijk maken dat zij geen harde uitspraken over de drempels voor goed GI-onderwijs konden doen. Veel mensen geven aan dat zij door het relatief nieuwe karak ter van GIS, zich vooral zelf hebben opgeleid. Fig. 5 geeft aan dat de lengte van de georganiseerde scholing van bijna 50% van de respondenten minder is dan 2 jaar. Kan men hieruit de conclusie trekken dat er dus niet veel scholing nodig is? Of ge beurt heel veel door het leren op de werkvloer? Op de vraag of men via de collega's is opgeleid op de werkvloer geeft 55% aan van veel tot matig. 19% antwoordt dat dit niet het geval is. In fig. 6 wordt de eigen classificatie door de respondenten gegeven, waarbij zij aangeven of zij zich voornamelijk een aanbieder van GI-onderwijs voelen of meer een mogelijke afnemer. Ongeveer 25 reacties voelen zich thuis in beide groepen. Vooral de antwoorden van de groep veel en matige aanbieders (78 personen) komen in de resultaten aan de orde in vergelijking met de totale populatie. Resultaten Zoals in eerder onderzoek aangegeven [de Bakker, 2005] zijn er verschillende aspecten die bekeken kunnen worden voor suc cesvol GI-onderwijs. De aspecten die meestal worden genoemd zijn (in willekeurige volgorde): goede practicavoorzieningen (hardware en software), goede docenten, genoeg studenten/ cursisten, helder beeld van de inhoud van het GI-onderwijs (wat is nodig voor succesvol opereren op de arbeidsmarkt), Ne derlandse relevante data en up to date lesmateriaal (theorie en practica) aansluitend bij de wensen van de afnemers, steun van management en systeembeheer, tijd voor voorbereiding en uitvoering en kosten in verhouding tot de opbrengsten. In tabel 1 wordt een aantal drempels getoond, gekoppeld aan bovengenoemde aspecten die ook door middel van de vragen aan de orde zijn gesteld. Wanneer een aspect essentieel of be langrijk is gevonden dan wordt dit in de tabel als sterk aange geven, neutraal of niet van belang wordt als zwak neergezet. Overigens zijn bij de antwoorden op deze vragen ook percen tages 'niet van toepassing' of'geen mening' vermeld. Ondanks vele mogelijkheden wordt nog steeds de beschik baarheid van data voor het onderwijs als een hoge drempel gezien, vooral door de aanbieders. Misschien is de kennis en verspreiding over de mogelijkheden van data voor onder wijs méér het probleem dan de werkelijke beschikbaarheid voor geringe kosten. e 30 cldag 1 maand ljaar 4 jaar >4 jaar i afnemer i aanbieder matig GEO-INFO 2008-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 31