o*° Bij de keuze en de uitvoering van de technologie speelt echter de historie en het waardenkader van geo-informatie een belangrijke rol. Er wordt binnen vele geo-gerelateerde samenwerkingen vaak de nadruk gelegd op de noodzaak van nauwkeurigheid en efficiency. Het gevolg is dat de technologie los wordt gezien van de maatschappelijke con text en de mate waarin partners zelf over bepaalde technologische oplossin gen willen beslissen. Binnen behoef ten van bepaalde overheden is nauw keurigheid echter niet altijd prioriteit, omdat het meer gaat om in hoeverre de data bijdraagt aan het oplossen van een maatschappelijk probleem. Deze maatschappelijke context geldt ook voor de autonomie van de partners, die immers elk binnen een eigen domein werken en tegemoet moeten komen aan verschillende belanghebbenden. De klant van gemeenten (de 'burger'- klant) is niet noodzakelijkerwijs de zelfde klant als die van het Kadaster (meestal een professionele klant). Het zelfde geldt voor de 'klant' binnen het openbaar vervoer ten opzichte van de 'klant' binnen een provincie. Ervan uit gaand dat het beoordelingskader voor elk van deze klanten verschillend is, valt echter op dat de keuze binnen de meeste geo-samenwerkingsverbanden vooral uitgaat naar de technologische professionele klant en niet zozeer naar de 'burger'-klant. Over de vormen van samenwerking kan worden opgemerkt dat iets wat door vele deelnemers binnen de samen werkingsverbanden als problematisch wordt ervaren, de onduidelijkheid is over wie nu de regie heeft binnen de samenwerking en wie nu wel of niet deelneemt. In de l-op-450-relatie tus sen Kadaster en gemeenten kan de rol van het Kadaster bijna niet anders dan als te dominant worden ervaren, ook al heeft het Kadaster verschillende soor ten relaties met verschillende soorten gemeenten. Eenzelfde ontwikkeling trad op bij het AHN, waar de rol van de Rijkswaterstaat als te ambigu werd be zien. Een 'organisatiepolitieke' reactie is dan om een deel van het beeld van dominantie in te ruilen voor een beeld van meer zeggenschap van de onder liggende partijen in een overkoepelend orgaan. Verder lijkt in de praktijk bij de meeste projecten en programma's vanuit de geo-wereld formalisatie en wetgeving de leidraad en uiteindelijke doelstelling voor de samenwerking te zijn (bijvoorbeeld het komen tot een basisregistratie, dat wil zeggen: vaste, gefor maliseerde samenwerkingskaders). Dit zijn niet noodzake lijkerwijs politieke en maatschappelijke doelstellingen die juist minder regelgeving propageren. Kortom, de geo-wereld maakt de publieke samenwerking niet altijd efficiënter en effectiever. 2. Wat betekent overheidssamenwerking voor de (geo)ICT? Het moge duidelijk zijn dat overheidssamenwerkingen niet alleen betrekking hebben op de inhoud en de technologie. Vaak is het zo dat men samenwerkt om strategische of poli tieke redenen. In algemene zin zou je samenwerking daar om kunnen beschouwen als een aantal lagen van belangen die elk invloed op elkaar uitoefenen. Het probleem bij deze gelaagdheid is echter dat er geen objectieve maatstaf meer bestaat om een bepaald succes te meten of te waarderen. Succes is variabel en flexibel afhankelijk van het belang. Dit zie je ook optreden bij de geo-gerelateerde samenwerkingen. Bij projecten als de basisregistratie en het AHN wordt vaak van binnenuit geredeneerd en de nadruk gelegd op efficien- cyvergroting en optimalisatie van de structuren en verant woordelijkheden van samenwerkingen. Terwijl vanuit het bestuurlijke perspectief meer geredeneerd wordt of zo'n sa menwerking bijvoorbeeld meer vertrouwen in de overheid zou opleveren, en of daarmee een beeld wordt geschapen van een effectievere overheid. Alleen als geo-ICT dat beeld zou kunnen ondersteunen wordt dat interessant. Dit laatste gebeurt echter niet, en het gevolg is dat er aan de ene kant nauwelijks over succes wordt gerapporteerd met betrekking tot geo-gerelateerde projecten, en dat ook de geo-wereld zelf te weinig aansluit bij de politieke realiteit. Er is dus een pro bleem met de beeldvorming en de beoordeling. Verschillende beoor delingselementen bij verschillende realiteiten. Wo 3. Kan geo-ICT samenwerking bevorderen, of kan samenwerking geo-informatie bevorderen? Zoals Bekkers [2002] beschrijft, zijn de meeste geo-ICT- projecten binnen de overheid te beschrijven als 'jongleren met verschillende rationaliteiten', en kan kwaliteit van de samenwerking verbeteren als de wederzijdse afhankelijkhe den tussen bestuur en technologie als 'win-win' tussen die beiden wordt onderkend. Momenteel worden vanuit infor matiekundig perspectief nog conflicterende eisen en kriti sche succes- en faalfactoren gesteld in vergelijking met die vanuit bestuurskundig en politiek perspectief. Hetzelfde geldt voor meer organisatiekundige of juridische benade ringen. Bovendien betekent samenwerking, standaardise- Afhankelijkheden beïnvloeding - Po",ieke reallteit Wisselwerking beïnvloeding Organise, realiteit 0|*00 Interpersoonlijke realiteit torische Beoordelings elementen Legitimiteit Beeldvorming Representativiteit Vertrouwen Efficiency Integratie Harmonisatie Collegialiteit Interpersoonlijk vertrouwen Gemeenschappelijkheid Historische ervaringen GEO-INFO 2008-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 11