locatie werd reeds in de ijzertijd ge bruikt om erts te delven. Het hoogland ligt met 800 meter circa 1 kilometer hoger dan de bodem van de Jordaan Vallei, die zich bevindt op 200 meter beneden de zeespiegel. Dit maakt dat het hoogland een natter klimaat heeft en daardoor meer begroeid is dan de lager gelegen hellingen langs de Jor daan Vallei. Fig. 4. Vergelijking tussen de spectrale banden van verschil lende optische satel lietsensoren. Uzerproductie Voor de productie van ijzer zijn aller eerst ijzererts en brandstof in de vorm van houtskool nodig. Daarnaast is er ook klei en water nodig om ovens mee SW1R- (Shortwave Infrared) en TIR-banden (Thermal Infra red) in staat verschillende geologische formaties te onder scheiden, zoals tussen zandsteen en kalksteen. Hyperion is een hyperspectrale satellietsensor, waarmee bedoeld wordt dat het waarnemingen registreert over zeer veel (242) ban den, dit in tegenstelling tot multispectrale sensoren, die slechts over vier tot enkele tientallen banden waarnemen. Quickbird is een satellietsensor met zeer hoge resolutie, wat betekent dat de beelden bestaan uit zeer kleine pixels (60 cm), in tegenstelling tot bijvoorbeeld ASTER (15 m) en Hyperion (30 m). Een nadeel van Quickbird is dat er slechts vier banden in het zichtbare en nabij-infrarood (Visible and Near Infrared, VNIR) worden waargenomen. te kunnen bouwen. In de ovens worden erts en houtskool in lagen opgesta peld en daarna aangestoken. Tijdens het smelten van het ijzererts, ontstaat naast ijzer ook een restproduct van ge smolten zand, klei en kalksteen. Wan neer deze substantie stolt, ontstaat er een soort van zwarte stenen, slak ge naamd (fig. 3). Slak vormt op Teil Ham- meh het belangrijkste bewijsmateriaal voor ijzerproductie, daarnaast zijn er ook aslagen en verbrande klei aange troffen. Deze overblijfselen zijn ont dekt in 1996, nadat een bulldozer een stuk van de heuvel had afgegraven om meer landbouwgrond te creëren. Langs de bulldozersnede (fig. 2) kwamen toen lagen met slak bloot te liggen. Dataselectie Voor het onderzoek zijn een grote groep optische en radarsatellietbeel- den van verschillende sensoren ge bruikt. In fig. 4 worden een aantal veel gebruikte optische satellietsensoren met elkaar vergeleken. Uiteindelijk is gekozen voor ASTER, Hyperion en Quickbird. ASTER is dankzij de vele belangrijkste overblijfsel van ijzerproductie. Fig. 5. Ruimtelijk overzicht van de geselecteerde satel- lietbeelden voor het onderzoek. Naast de optische data is er ook een grote hoeveelheid radar beelden gebruikt van verschillende golflengten en polarisa ties (ERS, Envisat en SIR-C). Radarbeelden geven meer inzicht in de textuur van het landschap, terwijl met optische beelden beter de mineralogische verschillen in kaart gebracht kunnen worden. Fig. 5 geeft een overzicht van de uiteindelijk gebruik te satellietbeelden. Duidelijk is te zien dat de radarbeelden (grijs) een veel groter gebied beslaan dan de optische beelden. De breedtes variëren van 100 km (ERS) tot 7,5 km (Hyperion). Veldspectrometer Om te weten te komen of vroege ijzerproductielocaties opgespoord kunnen worden met satellietdata, is het van belang te onderzoeken of de reeds bekende locatie (Teil Hammeh) een unieke spectrale signatuur bezit. Wanneer Quickbird SPOT 4 ASTER Landsat 7 AU Hyperion 0.4 0.8 1.2 1 not available (or this study 12.0 micrometer GEO-INFO 2008-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 15