8 202 Fig. 4a en b. Inzoomen op labels. Fig. 4c. Veranderen de vormen bij in- en uitzoomen. Met de zoom-operatie kunnen dezelfde problemen als met de eerder besproken pan-operatie optreden: labels die worden versneden door het huidige venster; labels die buiten het huidige venster vallen, terwijl het object erbinnen ligt; verschijnen en verdwijnen van labels als gevolg van pri oriteiten. Wanneer de schaal van een kaart wordt veranderd, zullen bepaalde labels verwijderd moeten worden van het beeld (bijvoorbeeld door overlappingen). Als de andere labels hun oorspronkelijke positie behouden, verschijnen er zo 'gaten' in het kaartbeeld, daar waar de gedeselecteerde labels zich bevonden. Deze gedeselecteerde labels worden in fig. 4b in grijs weergegeven. Indien, in dit geval, alle labelposities werden herberekend, zouden er meer labels geplaatst kunnen worden (fig. 4c). Anderzijds zullen er eveneens labels terug in het beeld verschijnen, mogelijk tussen de labels waarvan de positie vast is gebleven. Voor Fig. 5. Een netwerk van rivieren met zijn labels. deze nieuwe labels zijn er bijgevolg vrij weinig geschikte plaatsingsmoge lijkheden over. Wanneer het in- en uitzoomen ge beurt in een zeer groot schaalinter- val kunnen er nog andere effecten en problemen optreden. De belangrijkste factor hierin is de veranderende vorm van de objecten, naargelang de schaal waarop ze worden voorgesteld. Op een zeer grote schaal worden de objecten met veel detail voorgesteld, terwijl een meer algemene vorm getoond wordt op een kleinere schaal (fig. 5). Dit heeft gevolgen voor hoe het object zal voor zien worden van zijn label. Vanaf een bepaalde schaal zullen de lijnobjecten bijvoorbeeld niet meer breed genoeg zijn om het bijhorende label erin te plaatsen. Bepaalde lijnobjecten, zoals rivieren en straten, kunnen complexe netwer ken vormen (fig. 6). Om deze objecten duidelijk te identificeren, worden hun labels herhaald op meerdere plaatsen rondom het object, zeker wanneer er een afsplitsing is (fig. 7a). Niet elk seg ment in dit netwerk heeft dezelfde pri oriteit toegewezen gekregen. Wanneer er dus wordt uitgezoomd, zullen de la bels van minder belangrijke objecten, vaak ook de kleinste (smalste) objec ten, de eerste zijn die worden gedese- lecteerd (fig. 7b). Indien er nog verder wordt uitgezoomd, zullen de kleinste objecten niet meer worden weergege ven, terwijl de grotere objecten nog blijven staan. Bijgevolg verdwijnen ook enkele afsplitsingen in het netwerk en is het niet meer nodig om een label te herhalen (fig. 7c). Eenzelfde effect treedt op bij het uit zoomen op een oppervlak. Tekst, ho rende bij een oppervlak, wordt bij voorkeur in het vlak geplaatst, de al gemene vorm ervan volgend. Indien de schaal wordt verkleind, zal ook het vlak verkleinen, zodat het label er uit eindelijk niet meer in kan geplaatst worden. Er moet een andere positie Zoom out Zoom in b. 1:50 000 «mams GEO-INFO 2008-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 28