Gemeentelijke dataverstrekking:
het mag best wat kosten!
Verslag Congres Dataland 3 april 2008
DataLand.
De Oranjerie in 's-Hertogenbosch, een voormalige kerk
die een nuttige bestemming als congrescentrum heeft
gekregen, was het toneel van het Dataland-congres 2008.
Daar waren ruim honderd personen op afgekomen, die
hoofdzakelijk uit gemeenteland afkomstig waren. Niet zo
gek natuurlijk, omdat, aldus Dataland-bestuursvoorzitter-
annex-burgemeester van Bergen op Zoom dhr. J. Polman,
Dataland 'van en voor gemeenten' is. Thans zijn er ruim
driehonderd gemeenten aangesloten - het grootste interge
meentelijke samenwerkingsverband van Nederland - en hoe
wel de groei wat stokt, is het bestuur optimistisch dat er dit
jaar nog een landsdekkende vulling van de Datalandbestan-
den lean worden gerealiseerd. Men overlegt onder meer met
de VNG over mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen.
Polman noemde als successen van 2007: de introductie van
een kwaliteitsmonitor, het convenant met het Kadaster en
een samenwerkingsovereenkomst met het CBS, waardoor de
gemeenschappelijke belangen worden uitgelijnd. Hij stond
stil bij het rapport 'Het uur van de waarheid' van Postma en
Wallage over de e-overheid, waaruit blijkt dat er geen gevoel
van urgentie bestaat bij de betrokkenen, en constateerde
dat dat bij gemeenten vaak ook het geval is. Bovendien is de
urgentie met name een bestuurlijke zaak, niet zozeer een
technische. Veel landelijke projecten zijn niet samen met
de gemeenten voorbereid en daardoor worden gemeenten
door dergelijke initiatieven 'overvallen', wat de samenwer
king niet bepaald bevordert.
Om de gemeenten te motiveren inzake
de kwaliteitsbewaking van hun data,
heeft Dataland een Chapeau-prijs in
gesteld, die wordt uitgereikt aan de ge
meente die in de benchmark het beste
scoort. De prijs voor 2008 was voor de
gemeente Dordrecht, die op alle pun
ten goed scoorde, met de gemeenten
Almere en Capelle aan den IJssel als
goede tweede en derde (maar die kre
gen geen beeldje). De hele lijst van ge
meenten, in rangorde van scoring, zal
binnenkort aan alle deelnemende ge
meenten worden rondgestuurd.
De geplande tweede spreker. Tweede Kamerlid R. van Heug-
ten, was verhinderd, zoals dat vaker met politici gebeurt
op congressen. Daarop nam Jurgen ten Siethof het woord
in zijn hoedanigheid als voorzitter van GeoBusiness Neder
land. Hij begon met een sheet 'Intergemeentelijke samen
werking - niet doen!!!', maar na een evenwichtig betoog over
hoe GeoBusiness de gemeentelijke samenwerking met het
bedrijfsleven ziet, bleek dat deze stelling provocerend moest
worden gezien en dat samenwerking gewenst is, mits die
niet vrijblijvend is. De behoefte aan (overheids)data is groot,
en zal zelfs versneld groeien als gevolg van de huidige tech
nologische ontwikkelingen. Het aanbod is echter versplin-
taLand
terd en nauwelijks landelijk gestruc
tureerd. Ten Siethof meldde cijfers uit
een RGI-onderzoek: er zijn vijfduizend
geo-professionals bij de overheid, waar
van vijftienhonderd bij gemeenten, en
nog vijfendertighonderd geo-profes
sionals bij het bedrijfsleven (meer dan
honderd bedrijven). Een zorgpunt van
de bedrijven, 'als een kluwen draadjes'
weergegeven in een sheet, was het net
werk van meer dan veertig geo-over-
legplatforms dat binnen de overheid
bestaat. De 'ideale overheid' voor de
geo-bedrijven heeft één portal, biedt
alle overheidsinformatie landsdek-
kend aan, tegen verstrekkingskosten,
met uniforme voorwaarden, en biedt
een hoogwaardige service-organisatie.
Dit laatste mag voor het bedrijfsleven
zelfs best wat kosten (de data ook wel,
maar dan alleen de verstrekkingskos
ten). Dat die 'ideale overheid' nog niet
bestaat, is nauwelijks een verrassing.
Gevolg is dat steeds meer bedrijven
zelf initiatieven ontplooien voor data-
inzameling. Volgens Ten Siethof zijn
de redenen dat het 'ideaal' maar niet
komt, dat er geen regie is, dat er angst
om te veranderen is, gebrek aan ken
nis/capaciteit en dat de autonomie van
de overheidslagen hier storend werkt
(Thorbecke kreeg na 160 jaar alsnog
de schuld hiervoor). Het motief voor
samenwerking, dat bij de overheid
meestal ligt bij efficiëntere bedrijfs
voering, zou meer moeten verschuiven
naar de ontwikkeling van de kwaliteit
en de dienstverlening. Daartoe moeten
de decentrale overheden worden ge
stuurd met wettelijke regels (het con
cept van de basisregistraties werkt, al
dus de spreker, met name omdat daar
regels voor zijn) en er moeten zakelijke
contracten zijn, bij voorkeur landelijk
georganiseerd. Dataland vond hij wel
iswaar een succesvol voorbeeld van
samenwerking, maar driehonderd ge
meenten in zeven jaar was in de ogen
van Ten Siethof toch nog te langzaam.
Dirk Schravendeel, programmama
nager i-teams (E-gem), ging in op de
manier waarop zij de organisatie-ont
wikkeling bij gemeenten op poten zet
ten. De opdracht van het programma
i-teams is: ondersteun de implemen
tatie bij gemeenten, provincies en
waterschappen van de zes basisregi
straties, DigiD, omgevingsvergunning,
GEO-INFO 2008-5