Afscheidscollege prof.dr. F.J. Ormeling 'Juist vertekenen om onvertekend over te komen' Ferjan Ormeling is in 1985 benoemd als hoogleraar Kar- tografie aan de Universiteit Utrecht. Vanwege het berei ken van de pensioengerechtigde leeftijd trad hij onlangs terug en op 23 april 2008 hield hij zijn afscheidscollege voor ruim honderd aanwezigen in de aula van het Academiege bouw van de Universiteit Utrecht. (Een schets van het leven en de carrière van Ormeling verscheen eerder in Geo-Info 2007,12.) Ormeling begon met het verhaal van de schrijver Biesheu vel, over twee Noren die een uiterst nauwkeurige globe in hun bezit krijgen waarop ze - onder een microscoop - zien wat er werkelijk op aarde gebeurt. Dat is de 'geheime wens' van kartografen, aldus de hoogleraar, en we zijn ook al een stukje op weg om dat te realiseren. De tijdrovende statische kaartenmakerij van vroeger ontwikkelt zich tot een streven naar de well-mapped society waarin iedereen altijd en overal toegang heeft tot de benodigde ruimtelijke kartografie. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de professie. Ferjan Ormeling achter het cortège. De digitalisering heeft enkele grondige veranderingen te weeg gebracht: met digitale informatie kun je ook rekenen (analytische lcartografie) en een digitaal bestand kan in al lerlei vormen worden uitgetekend, naar behoefte van de gebruiker. De opslagfunctie van de kaart is dus gescheiden van de communicatiefunctie. Kartografie staat tegenwoordig dan ook voor het doorgeven van ruimtelijke informatie ter on dersteuning van de besluitvorming. De unieke eigenschap van een kaart is immers dat die de ruimtelijke werkelijkheid kan voorspellen; hij toont wat ons ruimtelijk te wachten staat. Een gebruiker leeft zich in in het model dat een kaart is, als een soort immersie. Wil dat allemaal lukken dan zijn het de kartografen die weten hoe je informatie juist moet vertekenen en generaliseren wil hij onverte kend overkomen. De democratisering van de kartografie wringt, omdat veel gebruikers niet voldoende kartografi- sche scholing hebben; de resultaten ogen technisch fraai, maar de indruk van de ruimtelijke werkelijkheid kan wel eens helemaal verkeerd zijn. De kloof tussen theorie en praktijk wordt steeds groter: we kun nen technisch heel veel, maar we we ten vaak niet genoeg van de gegevens om daar verstandig mee om te gaan. Ormeling schetste daarna een beeld van de toekomst, waarin ubiquitous cartography (ruimtelijke informatie altijd beschikbaar voor iedereen die het nodig heeft) steeds meer binnen ons bereik komt, en waarbij het dus mogelijk wordt om de statische in formatie van TomTom te combineren met dynamische informatie: als ik hier links af sla, kom ik in een regen bui terecht. Opmerkelijk was wel zijn constatering dat ruimtelijke informatie vroeger (de jaren zestig) veel toegankelijker was dan nu. Papieren kaarten waren ge woon te koop, en boden een reële mo gelij kheid tot inzage en daarmee ook tot inspraak. Behalve die van de Topo grafische Dienst zijn geo-informatie- bronnen thans meestal alleen nog be schikbaar in informatiesystemen, die soms helemaal niet toegankelijk zijn voor het publiek, en als ze dat al zijn, een behoorlijk kennisniveau vereisen (en soms ook prijzig zijn). De ruim telijke informatievoorziening voor het grote publiek is, aldus Ormeling, dus sterk achteruit gegaan. Gelukkig staan er ook positieve ontwikkelingen tegenover: overheidsdiensten hebben websites met (milieu-)geo-informatie en atlasgegevens opgetuigd (met als 'absoluut hoogtepunt' de Zorg- atlas van de RIVM) en de commerci ële bedrijven hebben zich ook niet onbetuigd gelaten. En de behoefte aan ruimtelijke informatie is groot, getuige onder meer het gebruik van kaarten in het algemeen, maar ook de hoge oplage van de Bosatlas van Ne derland. Een interessant proces is dat het ma ken van kaarten gedemocratiseerd is geraakt. Gebruikers kunnen zelf visu alisaties maken, maar ze kunnen ook zelf informatie toevoegen. Ormeling wees op het succes van de mash-up in Google ten tijde van orkaan Ka trina, waarmee mensen elkaar probeerden GEO-INFO 2008-5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 44