Ego-informatie
Kees de Zeeuw
Als u, zoals ik wel eens teksten schrijft
waar het woord geo-informatie in voor
komt, weet u dat de spellingchecker
standaard zo'n rood kriebeltje onder
dit woord zet: hij kent dat woord niet.
Ondanks dat onze sector in Nederland
een miljardenomzet draait, een eigen
nationaal innovatieprogramma heeft
en zelfs een eigen GI-beraad, weigert
mijn spellingchecker het woord geo-
informatie te kennen. Natuurlijk ken
ik de opties 'negeren'of 'aan lijst toe
voegen', maar het blijft af en toe de
kop opsteken. Maar wat ik eigenlijk
interessanter vind, is dat de verbeter
suggestie steevast een woord is dat ik
helemaal niet ken: 'ego-informatie'.
Wat is dat voor een informatie? Infor
matie over mijzelf, van mijzelf, voor
mijzelf? Informatie die voor mij rele
vant gemaakt is? Informatie over waar
ik ben, wat van mij is, waar ik heen
wil? Ik weet het niet, maar misschien
probeert de spellingchecker mij wel
iets te vertellen en moet ik juist open
staan voor deze woordsuggestie.
Niet zo lang geleden ging ik met twee
'geo-vrienden' een stukje vliegen boven
voor ons bekend gebied. Tot de tanden
gewapend met foto- en videoappara
tuur had ik natuurlijk ook mijn PDA
met ingebouwde GPS bij me. Op inter
net zijn inmiddels voldoende freeware
pakketjes te vinden die het mogelijk
maken een route te loggen en op dat
zelfde internet kun je bijvoorbeeld op
sites als gpsvisualizer.com heel een
voudig het gelogde bestandje omzet
ten naar een kml bestandje met x, y,
z en t coördinaat. Als je dit bestandje
vervolgens over Google Earth heen
legt kun je virtueel de route nogmaals
vliegen, inclusief het stijgen en landen
op de vliegstrook van vliegveld Teuge.
Prachtig speelgoed voor een geo-man
als ik. Ik weet niet hoe het bij u thuis
gaat maar bij mij moet het gezin dan
altijd even verplicht meekijken naar
dit wonder van de techniek. Zo ook
deze keer. En ik moet zeggen, ze wa
ren onder de indruk (ondanks dat ze al
verplicht hadden staan zwaaien toen
we over ons eigen huis vlogen). 'Alle
maal geo-informatie', riep ik in mijn
enthousiasme. 'Geo-wat?', vroeg mijn
dochter. 'Kijk: ons huis', riep de jong
ste. Mijn oudste zoon hield het bij de
opmerking dat hij ook wel eens een
stukje wilde vliegen in zo'n Cessna.
Misschien is mijn vastgelegde vliegtrip
vooral leuk voor mijn kinderen en mij
zelf omdat het over mij en mijn eigen
omgeving, ervaring en belevingswe
reld gaat en niet door het hoge geo-in-
formatiegehalte. Dat zou mijn behoef
te tot registreren van een vliegroute
ook niet reduceren tot een groot kind
met een speeltje: in dat geval ben ik in
marketing termen een 'early adapter'
in het domein van de ego-informatie.
Het is een ontwikkeling die ik in mijn
professionele omgeving ook steeds
meer waarneem. Of het nu om de ont
wikkeling van een routeplanner of
een topografische basisregistratie gaat,
het eindgebruik van deze producten is
in steeds hogere mate gericht op de
persoonlijke of professionele situatie
(lees: ego) van de gebruiker. Natuurlijk
is de geografische ingang vaak een in
tuïtieve en begripsverruiinende factor,
maar de kern van het succes zit ook
vooral in het feit dat locatiegebonden
informatie vooral een verbeterde en
aansprekende vorm van ego-informa
tie is. Dat vraagt van ons geo-mensen,
om vooral vanuit die eindgebruiker te
redeneren en in de toekomst veel meer
vanuit informatieproducten te denken
die passen bij 'hun ego' in plaats van
bij 'onze geo'. Misschien moeten we
als geo-sector dus beter naar onze spel
lingchecker gaan luisteren en ligt onze
toekomst in de ego-informatie.
Kees de Zeeuw, manager
product- en procesinnovatie GEO
bij het Kadaster in Apeldoorn.
GEO-INFO 2008-6