GNSS-plaatsbepaling in de bebouwde omgeving GPS lijkt een geschikte techniek voor locatiegebonden diensten. Er is geen extra infrastructuur voor nodig en de nauwkeurigheden die onder ideale omstandigheden gehaald worden zijn veelbelovend. Maar in stedelijk gebied, juist daar waar de meeste (potentiële) gebruikers zijn, presteert GPS het minste. Omdat de gebouwen de signalen blokkeren is de beschikbaarheid van satellietsignalen vaak onvoldoende. Hoewel met hogegevoeligheidsontvangers dat probleem grotendeels kan worden ondervangen moet er rekening mee gehouden worden dat voor toepassingen waar de nauwkeurigheid kritisch is, GPS zo zijn beperkingen heeft. GPS is momenteel het enige volledig operationele GNSS (Global Navigation Satellite System). Het Russische GLONASS is gedeeltelijk operationeel, terwijl het Europese Galileo en het Chinese COMPASS nog in ontwikkeling zijn. Om werkelijk op e'én of meer GNSS'en te kunnen vertrou wen moet voor veel soorten locatiegebonden diensten toch in elk geval plaatsbepaling mogelijk zijn voor zo'n 95% van de tijd en locaties. Maar hoeveel procent van de tijd is er in de bebouwde omgeving werkelijk plaatsbepaling met GNSS mogelijk en welke nauwkeurigheid heeft die plaats bepaling? Om hiervan een indruk te krijgen laat dit artikel aan de hand van een stadsmodel en satellietalmanakken een aantal voorspellingen zien van de beschikbaarheid en nauwkeurigheid. We hebben ons hierbij beperkt tot GPS en een gecombineerde constellatie van GPS en Galileo. Verder laten we een illustratief voorbeeld zien van een test met een hogegevoeligheids-GPS-ontvanger op Schiphol. Met hogege voeligheidsontvangers kunnen onder veel meer omstan digheden coördinaten worden bepaald dan met klassieke ontvangers. Daarmee zijn ze het antwoord op het probleem van beperkte beschikbaarheid, maar de prijs die daarvoor betaald wordt is een lagere nauwkeurigheid. De bereke ningen en tests uit dit artikel zijn gedaan als onderdeel van het (Ruimte voor Geo-Informatie) onderzoeksproject RGI-150 '3D-plaatsbepalingsinfrastructuur in de bebouwde omgeving'. Zichtlijnen Om met GPS of Galileo plaatsbepaling te kunnen doen zijn steeds vier waarnemingen nodig naar verschillende satel lieten. Met vier waarnemingen kunnen vier parameters bepaald worden: drie coör dinaten en de ontvangerklokfout. En om met een combinatie van GPS- en Galileo-satellieten plaatsbepaling te doen is een vijfde waarneming nodig voor tijdsynchronisatie tussen beide systemen. Omdat de looptijden van de signalen van satellieten naar ontvan ger als maat voor de afstand worden gebruikt, zijn voor de berekening van zuivere posities open zichtlijnen ('lines of sight') nodig. Op die manier worden ongedempte signalen gebruikt die via een directe weg bij de ontvanger ko men. In een stedelijke omgeving is dat een probleem omdat gebouwen, au to's, personen en dergelijke deze zicht lijnen kunnen blokkeren, waardoor onvoldoende satellieten 'zichtbaar' zijn. Ook kunnen signalen via meerde re routes (multipath) bij de ontvanger arriveren. Signalen die via een omweg komen hebben vaak wel een lagere signaalsterkte maar ze kunnen met de directe signalen (mits die er zijn) interfereren, hetgeen met name als de reflecties van dichtbij komen, voor de ontvanger niet is te detecteren. Beschikbaarheid Om te bepalen onder welke omstandig heden er voldoende open zichtlijnen naar satellieten beschikbaar zijn, heb ben we een eenvoudig model van een fictieve stad ontwikkeld [Meijer et al., 2008] op een locatie in Nederland (cen trale RD-coördinaten: 113200, 480250). Het model bestaat uit twaalf bouw blokken (zie fig. 3) van gelijke hoogte waarmee de stedelijke canyons worden voorgesteld. In dit model is op verschil lende plaatsen bepaald hoeveel procent van de tijd voldoende GPS- en/of Galileo- satellieten zichtbaar zijn. Hiervoor zijn de richtingen berekend naar de GPS- en Galileo-satellieten voor 96 epochen (tijd stippen waarop waarnemingen gedaan worden) verdeeld over tien dagen met een inteival van 2,5 uur. Dit geeft een mooie regelmatige verdeling van de richtingen naar de satellieten van zowel de individuele systemen als van de com binatie daarvan. GPS-satellietconfigura- ties herhalen zich namelijk twee maal per dag en Galileo-satellietconfiguraties herhalen zich zeventien keer per tien dagen, waardoor na tien dagen ook de combinatie zich herhaalt. Voor de rich tingsberekeningen is gebruik gemaakt van een bestaande GPS-almanak en een GEO-INFO 2008-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 26