is daardoor toch weer een stuk com
plexer geworden. Het biedt voor de uit
voeringspraktijk echter weer meer mo
gelijkheden voor maatwerk. De Eerste
Kamer heeft in oktober 2006 met het
wetsvoorstel ingestemd.
Om deze wet in werking te kunnen la
ten treden is een herziening van een
groot aantal andere wetten nodig. Veel
wetten verwijzen immers naar planfi
guren en soms ook procedures uit de
WRO. Nu deze vervangen wordt, zullen
ook de verwijzingen aangepast moeten
worden. En ook moest overgangsrecht
ontwikkeld worden; tenslotte zijn er
allerlei plannen in werking die geba
seerd zijn op de oude WRO. Voor dit
alles is de Invoeringswet Wet ruimte
lijke ordening gemaakt. Bij de invoe
ringswet waren ook nog twee minder
technische wijzigingen aan de orde:
een vereenvoudiging van de mogelijk
heden om een voorkeursrecht te ves
tigen en de invoering van ruimtelijke
ordeningsbevoegdheden voor de re
gio's. Dat laatste is overigens door de
Tweede Kamer geblokkeerd. Ten tijde
van het schrijven van dit artikel moet
de Eerste Kamer nog stemmen over de
Invoeringswet. De wijzigingen op het
terrein van het grondbeleid zijn in een
apart wetgevingstraject behandeld; in
mei 2007 heeft de Eerste Kamer inge
stemd met de nieuwe afdeling Grond
exploitatie in de Wro.
Maar met wijziging van de wet alleen
is het wetgevingstraject niet afgerond.
De nieuwe planfiguren en de nieuwe
procedures in de Wro zorgen ervoor
dat ook het Besluit op de ruimtelijke
ordening opnieuw moet worden op
gesteld. En ook aanpalende algemene
maatregelen van bestuur, waarin naar
het ruimtelijke ordeningsinstrumen
tarium verwezen wordt, moeten op de
nieuwe situatie worden aangepast. Uit
bovenstaande blijkt wel dat de herzie
ning van de WRO een omvangrijk wet
gevingsproces is. Wat is nu nieuw in de
Wro? In het tweede deel van het arti
kel wordt op enkele onderdelen verder
ingezoomd.
Nieuwe planfiguren
De Wro introduceert een aantal nieu
we planfiguren wat ook met zich
meebrengt dat bekende namen zullen
verdwijnen. Begrippen als streekplan,
structuurplan, stadsvernieuwingsplan,
leefmilieuverordening en regionaal
structuurplan zijn straks verleden tijd.
Ook de veel gebruikte art. 19 vrijstel
ling of de zelfstandige projectprocedure komen we straks
niet meer tegen.
Ruimte voor par
ticulier opdracht
geverschap straks
afdwingbaar. (Let
op zoonlief die pa's
hobby's overneemt).
Meer dan onder de oude WRO wordt in de nieuwe Wro een
helder onderscheid aangebracht tussen strategische, in
dicatieve plannen die geen juridisch bindende betekenis
hebben en wel bindende plannen die direct van betekenis
zijn voor de uitvoering van het ruimtelijk beleid. In de oude
WRO liepen deze eigenschappen, met name door de opna
me van zogenaamde concrete beleidsbeslissingen in PKB's
en streekplannen en de aan het streekplan gekoppelde pro
vinciale goedkeuring van gemeentelijke bestemmingsplan
nen, nogal eens door elkaar.
Bindende regels
Het centrale plan verandert in elk geval niet, dit is en blijft
het (gemeentelijk) bestemmingsplan. En ook de inhoud
hiervan verandert nauwelijks. Ook straks kunnen gemeen
ten voor burgers bindende plannen vaststellen waarin de
bestemming van de grond wordt aangewezen en voorschrif
ten aan bebouwing en gebruik worden gesteld. Nieuw is dat
nu in elk plan aan een gebied met verouderde panden de
bestemming moderniseringsgebied kan worden gegeven.
Dat vergroot met name de mogelijkheden voor verwerving
in die gebieden (o.a. door onteigening). Verder kan een be
stemmingsplan straks eisen bevatten met betrekking tot de
percentages sociale huurwoningen, sociale koopwoningen
of woningen die in particulier opdrachtgeverschap worden
gerealiseerd. Ook nieuw is dat een bestemmingsplan straks
eisen kan bevatten met betrekking tot branches van detail
handel, onder meer in verband met het reguleren van peri
fere detailhandel.
Vooruitlopend op een bestemmingsplan kan een voorberei-
dingsbesluit worden genomen. Nieuw is dat straks als on
derdeel hiervan al gebruiksvoorschriften kunnen worden
gesteld. Dat was tot nu toe beperkt tot bebouwingsvoor
schriften. Aankondigen dat een nieuw bestemmingsplan
wordt voorbereid, betekent straks ook dat dan voorkomen
kan worden dat er ongewenste wisselingen van het gebruik
plaatsvinden.
GEO-INFO 2008-6