Tenslotte is get volgende ook een nieuwe aanvulling. Naast dit gemeentelijk bestemmingsplan kunnen provincie en rijk straks een vergelijkbaar plan kunnen vaststellen. Door de wetgever is uiteindelijk voor dit plan een andere naam geko zen, het inpassingsplan. Het gebruik is beperkt tot die geval len waarin provinciale of rijksbelangen hier aanleiding toe geven. De provincie kan straks bijvoorbeeld voor een waar devol natuurgebied zelf de bestemming en bijbehorende ge bruiksvoorschriften in een inpassingsplan vaststellen. Maar er zijn na de invoering meer burgers bindende plan nen. Allereerst bestaat er toch nog steeds de mogelijkheid om voor een project een apart, losstaand, plan te maken. Dit projectbesluit is bedoeld om vooruitlopend op de wijzi ging van het bestemmingsplan al voortvarend met de reali satie van een project te beginnen: er kan dan een bouwver gunning voor het project verleend worden. Toch is, anders dan bij de huidige WRO, het niet zo dat dit projectbesluit een eigen leven gaat leiden. Het is in het nieuwe systeem nadrukkelijk bedoeld als tijdelijke maatregel. De overheid is verplicht om binnen een jaar het bestemmingsplan te wijzigen door het projectbesluit hierin te verwerken. Deze termijn kan in bijzondere gevallen tot vijf jaar verlengd worden. Dat dit ook daadwerkelijk sneller zal gebeuren dan in het oude systeem, wordt gestimuleerd door een sanctie. Het invorderen van leges in verband met het genomen pro jectbesluit kan pas plaatsvinden als het bestemmingsplan is aangepast. Voor deze vrijstellingen, na invoering in de vorm van een projectbesluit, worden vaak aanzienlijke be dragen betaald. Naast gemeenten kunnen straks ook provincies en rijk van de bevoegdheid een projectbesluit te nemen gebruik maken. Voor de provincie is deze bevoegdheid geheel nieuw; voor het rijk staat hij in het verlengde van de al bestaande bevoegdhe den in de Tracéwet en meer algemeen in de rijksprojecten- procedure die nog onlangs in de WRO is opgenomen. Een ander nieuw bindend instrument is de beheersveror- dening. De gemeente kan er voor kiezen in plaats van een bestemmingsplan voor een gebied een beheersverordening vast te stellen; iets wat bij amendement is afgedwongen. Zo'n verordening legt simpel de bestaande ruimtelijke situ- Meer mogelijkheden atie vast. Voor gebieden waar geen of nauwelijks wijzigin- voor bindende regels gen zijn voorzien kan het maken van zo'n verordening een- hogere overheden. voudiger zijn dan het maken van een bestemmingsplan. De provincie en het rijk hebben in aan vulling op bovenstaande instrumen ten, de mogelijkheid om algemene re gels vast te stellen met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen. Die algemene regels worden opgeno men in een verordening of een Algeme ne Maatregel van Bestuur. Zolang een bestemmingsplan niet conform deze regels is vastgesteld, kunnen de regels direct bindende werking hebben. Con creet zou het dan kunnen gaan om bij voorbeeld regels aan de bouwhoogte in uitbreidingslocaties aan de randen van het Groene Hart. Indicatieve plannen Naast bindende regels, maakt de wet het mogelijk strategische beleidsplan nen vast te stellen. De nieuwe naam van deze plannen is structuurvisie. Structuurvisies kunnen zowel door gemeenten, door provincies als door het rijk worden opgesteld. In een struc tuurvisie worden de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid opgenomen, en wordt aangegeven op welke wijze dit beleid zal worden uitgevoerd door de betrokken overheid. Structuurvisies zijn voortaan verplicht. Dat is met name voor de gemeentelijke praktijk een grote wijziging, want tot nu toe maken lang niet alle gemeenten gebruik van de mogelijkheid om een structuurplan vast te stellen. Voor het Rijk betekent dit dat de PKB's voortaan vervangen zullen worden door Struc tuurvisies. De Wro regelt verder wei nig over de structuurvisies (ook niet de herzieningstermijn) en laat vorm en inhoud grotendeels over aan de betref fende overheden. Digitale plannen De laatste jaren heeft een intensief voorlichtingstrajeet plaatsgevonden om overheden te stimuleren plannen voortaan ook digitaal te maken en aan te bieden. De Wro gaat straks overheden ook ver plichten plannen digitaal te maken. Daarbij zal het digitale plan zelfs het authentieke plan gaan worden. Er moet een analoog plan ter beschikking wor den gesteld, maar het digitale plan wordt officieel vastgesteld. Bij twijfel later geeft het digitale plan de doorslag. De verplichting is opgenomen in het Be sluit ruimtelijke ordening (Bro). Naast GEO-INFO 2008-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 8