Z: 320 is daarbij de focus gelegd op een aantal toepassingsgebie den die enerzijds maatschappelijk relevant en actueel zijn en anderzijds aansluiten bij politielc-bestuurlijke prioritei ten, zoals de zes speerpunten uit het kabinetsbeleid. Vanuit deze gedachte is gekozen voor de navolgende toepassings gebieden: openbare orde en veiligheid; duurzame leefomgeving; mobiliteit; gebiedsontwikkeling in het stedelijk gebied; gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied. Voor elk toepassingsgebied en elke beleidsketen geldt dat er in principe één partij is die de verantwoordelijkheid op zich neemt om het gebruik van geo-informatie in de totale keten op de agenda te zetten en daar initiatieven en acties voor te ondernemen. Deze partijen zijn inmiddels gewaagd om nader inhoud te geven aan hun belangrijke rol door middel van het opstellen van een concreet en uitgewerkt plan van aanpak. Randvoorwaarden voor economische waardecreatie Het doel is om zodanige omstandigheden te scheppen dat het geo-bedrijfsleven zoveel mogelijk zelf waarde lean creëren op basis van de geo-informatie van de overheid. Toe gankelijkheid van overheidsgeo-informatie en een heldere rolverdeling markt-overheid zijn cruciale randvoorwaarden voor innovatie en voor benutting van economische groeipo tenties zowel in binnen- als in buitenland. Voor het opstellen van heldere richtlijnen en randvoorwaarden is zowel inzet vanuit marktpartijen (via GeoBusiness Nederland) als van uit diverse overheidspartijen (met name EZ, BZK en VROM) nodig. Nadere uitwerking en concretisering van maatrege len zullen door deze partijen gezamenlijk opgepakt wor den. Naast het RGI-netwerk is ook de directe betrokkenheid en inbreng van de diverse vakorganisaties (GIN, Nederland se Commissie Geodesie, enz.) van groot belang. Kennis, innovatie en educatie De ambitie is dat Nederland in 2011 qua kennisontwikke ling, -overdracht en innovatie op het domein van de geo-in formatie tot de wereldtop behoort. Innovatie is hiervoor in combinatie met het ontwikkelen en overbrengen van ken nis (educatie) een noodzakelijke voorwaarde. De realisatie van deze ambitie begint met een optimale benutting van geo-informatie in de gehele onderwijsketen en het verder versterken van de specifieke geo-informatieopleidingen (mbo, hbo en w.o.) onder andere door inbedding van be langrijke competenties voor het ontwikkelen, onderhou den en gebruiken van de geo-informatieinfrastructuur in de curricula van deze opleidingen. Tot het jaar 2009 is het RGI-programma hét instrument om kennis, innovatie en educatie te stimuleren. Voor de periode na 2009 wordt nog gezocht naar een adequate invulling die recht doet aan het (structurele) belang van de onderwerpen kennis, innovatie en educatie. Het opstellen van een kennis- en innovatie agenda, gericht op de implementatiestrategieën, is hierbij essentieel. Rollen en verantwoordelijkheden Het is aan het geo-werkveld om nader vorm en inhoud te ge ven aan de zeven genoemde implementatiestrategieën. Bij elke strategie hoort een 'strategiehouder'. De strategiehou der zorgt voor de agendering en de organisatie van het pro- mmm J |111— I Fig. 4. Voorbeeld- ces voor de desbetreffende strategie. scherm prototype Strategiehouders nemen hiertoe de be- Nationaal Geo nodigde initiatieven en zoeken actief Register (NGR). afstemming en samenwerking op met betrokken partijen en ketenpartners. Zoals hierboven reeds aangegeven bouwen zij hierbij voort op alle reeds in gang gezette ontwikkelingen die bij dragen aan de realisatie van GIDEON. Zowel op nationaal als op internatio naal (Europees) vlak wordt aangeslo ten op bestaande, relevante afspraken en standaarden. Een voorbeeld van een project dat volledig binnen deze context past, is de eerste aanzet (proof of concept op basis van open standaar den) van het Nationaal Geo Register: een vindplaats voor alle beschikbare en goed gedocumenteerde geo-infor- matiesets en - services (fig. 4). De politiek-bestuurlijke eindverant woordelijkheid voor de realisatie van GIDEON berust bij de minister van VROM en vormt een logisch onderdeel van haar portefeuille-onderdeel lan delijke coördinatie geo-informatie. De minister van VROM is hiermee ook op drachtgever voor de realisatie van GI DEON. Vervolgens treedt het Gl-beraad op als stuurgroep voor de uitvoering. Bij de uitvoering en het implementa tietraject van GIDEON staan de zeven eerder beschreven strategieën centraal. Voor elke strategie geldt vervolgens dat gestreefd wordt naar een constructief samenspel tussen alle betrokken par tijen en naar een helder uitgewerkt tijdspad met mijlpalen en concrete doelen. Een bijzondere rol betreft vervolgens de coördinatie en afstemming tus sen elk van de zeven implementatie- NATIONAAL GEOREGISTER Waar? <3. 3. GEO-INFO 2008-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 10