Cultuur in de na tuur: de ijkbasis Loenermark als Apeldoorns monu ment (2008). Dr. E. Bergstrand, niet denkend in termen van lengtever houdingen, was zich ervan bewust dat EDM zou staan of vallen met de bekendheid van de waarde van c. Daarom had zijn vroege werk met de Geodimeter, in de jaren '40 van de vorige eeuw, in belangrijke mate, zo niet primair, de bepaling van c ten doel. In het kort geschreven, modu leerde hij zichtbaar licht met een bekende frequentie f en bepaalde hij de golflengte k van die modulatie door me ting op een ijkbasis van bekende lengte d. Gecorrigeerd voor refractie, volgde lichtsnelheid c dan uit c fk. Naar mate de frequentiestabiliteit van de oscillatoren (aanvan kelijk kwartsklokken) verbeterde, kon door metingen als Eenheid van lengte uit het laboratorium en via de ruimte Door de herdefinitie van de meter in 1983 werd afstandmeting Iteruggebracht tot (loop) tijdmeting (x): cx, (1) waarbij de in velband met de gebruikelijke heen- en terugmeting in te voeren factor 1/2 hier kortheidshalve is weggelaten. Met c als invariante schaalfactor zouden, althans in vacuüm, voortaan nadrukkelijk lengteverhoudingen worden gemeten. Zonder op de details van afzonderlijke EDM-apparatuur in te gaan, wordt x gemeten met een in het apparaat opgenomen klok, gestuurd door een gepast stabiele frequentie v: x n/v, (2) met n het aantal trillingen (periodes) in de tijd dat het betreffende elektromagnetische signaal (bij EDM gewoonlijk een modulatie van de draaggolf) over het in lengte te me ten trajectonderweg is. Onderdelen van n worden daarbij gemeten door fasevergelijking van het uitgezonden signaal met het gereflecteerde. Dit alles hier eenvoudigheidshalve beredeneerd in vacuiimomstandigheden, waardoor complicaties, als die met refractie en groeps- in plaats van fasesnelheid, buiten beschouwing blijven. Met (1) en (2) is: l c (n/v), waaruit, bij invariant veronderstelde c, voor de als differenties A genomen onzekerheids toleranties: A l c {An/v - (n/v2) Av} (c/v)An - (cx){(Av)/v) Omdat, met (1) en (2), c/v (cx)|n l jn geldt: A l {(An)/n) l- {(Av)/v) waaruit: (AI) 11 (An)/n - (Av)/v. Hierin vertegenwoordigt (Av)/v een eventuele proportionele onzekerheid in de EDM-klok- frequentie en (An)/n in de telling van het aantal periodes. Bij een positieve afwijking van v (te korte golflengte c/v) wordt te kort gemeten; bij een positieve afwijking van n (teveel golven), te lang. Afgezien van een eventuele door de gebruiker te bepalen optelconstante en van de in het veld onvermijdelijke refractie, wordt de nauwkeurigheid van de met EDM gemeten lengteverhoudingen dus sedert 1983 beheerst door de frequentie en de lange- termijn-stabiliteit van de EDM-klok. deze de nauwkeurigheid van de c- bepaling worden opgevoerd tot de in 1973 door de International Council of Scientific Unions aanbevolen waarde van 299 792 458 ±1,2 m/s (standaard afwijking). Omdat, onafhankelijk daarvan, de lengte van de seconde (s) inmiddels was gedefinieerd als een exact aantal periodes van eigentril ling van het cesium-atoom (atoomtijd in plaats van astronomisch bepaalde tijd), kon de lengte van de meter (m) in 1983 reproduceerbaar worden vastgelegd als 1 299 792 458 'lichtse- conde': de afstand die licht in vacuüm aflegt in één seconde, te weten in de tijd van 9 192 631 770 van voornoem de atomaire trillingen. Deze keuze met c en s als de primaire grootheden, die ook geldt in de geodesie, zowel op aarde als via de ruimte, bezegelde na de afschaffing van de invardraden het lot van de Vaisala-bases, op de Loener mark en elders. Met geodetische afstandmeting terug gebracht tot tijdmeting en tijdme ting tot frequentiemeting, bepaalt de in EDM-apparatuur ingebouwde oscillator in essentie de schaal en de nauwkeurigheid. Daar de oscillator af-fabriek wordt ingesteld - een lange- termijn-stabiliteit van 1:107 is daarbij allang geen probleem meer - is ijking op bases als die in de Loenermark over bodig geworden en hebben die bases ook daarvoor geen functie meer. Voor zover, zekerheidshalve, periodieke con trole gewenst is, kan die 'in huis' wor den uitgevoerd, hetzij door de gebrui ker, hetzij in een door de leverancier daarvoor ingericht laboratorium. Ingevolge de beheersoverdracht dooi de RCG aan het Kadaster maakte de Af deling RD van eind 1980 tot begin 2003 ter controle van haar EDM-apparatuur nog gebruik van de basis, waarbij met name de optelconstanten van de inge bouwde prisma's - gezamenlijk resulte rende in een potentiële 'nulpuntsfout' - werden bepaald. Deze ijking wordt sedert 2003 voor de RD in het laborato rium van Leica Geosystems uitgevoerd. De laatste jaren daarvóór werd de basis slechts gebruikt voor steekproefsge wijze controle op het uitbestede peri odieke onderhoud van de apparatuur. De Landmeetkundige Afdeling van Ge meentewerken Apeldoorn had voor de ijking van haar tachymeters na de ja ren '70 al geen gebruik meer gemaakt van de basis. GEO-INFO 2008-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 18