Slot Literatuur CELSIUS (1701-1744) WAS OOK LANDMETER Het TNO-onderdeel Nederlands Meetinstituut is een technolo giebedrijf, gespecialiseerd in metrologie en kansspelen ('The art of measurement'). NMi is aangewezen als nationaal standaarden laboratorium en biedt fabrikanten klantgerichte oplossingen voor industriële en wettelijke metrologie en voor kansspelen. Het Ne derlandse Meetinstituut was vroeger bekend onder de naam 'IJk wezen'. Het IJkwezen ging toen ook op her-ijk-reis om gewichten te kalibreren en te justeren. Het Nederlands Meetinstituut bestaat uit drie B.V.'s: Verispect B.V. - controle op in gebruik zijnde instrumenten; NMi Certin B.V. - (type)keuring van nieuwe meetinstrumenten; NMi VSL B.V. - herleidbaarheid naar meetstandaarden (kilogram, meter, seconde, liter etc.) door middel van kalibratie en onderzoek. Het NMi Van Swinden Laboratorium is het in de IJkwet aange wezen Nederlandse standaardeninstituut. Het laboratorium werd in 1971 genoemd naar de Nederlandse wis- en natuurkundige Jean Henri van Swinden (1746-1823). Van Swinden voerde in Amsterdam onder andere de huisnummering in. Hij maakte deel uit van de (in ternationale) commissie tot vaststelling van de meter, die op ini tiatief van de Franse regering van november 1798 tot juli 1799 in Parijs confereerde, waarna hij zich beijverde om het metriek stelsel in Nederland ingevoerd te krijgen. Het Van Swinden Laboratorium ontwikkelt en beheert de nationale fysische en chemische meet standaarden. Met behulp van die standaarden worden hoogwaar dige kalibraties verricht aan de meetapparatuur van bedrijven en instituten, waardoor deze herleidbaar worden naar het Si-stelsel. Vrijwel elk kwaliteitscertificatiesysteem in de wereld vereist deze herleidbaarheid. Zo vormt het Van Swinden Laboratorium de scha kel tussen de internationale metrologische infrastructuur en de meettechniek in Nederland. Thijsseweg 11 te Delft. De oven voor het laatste doel alsmede een stabiele instrumentdrager ver kreeg het NMi van Rijkswaterstaat. Afwijkingen als functie van de tijd worden vastgelegd, Rijkswaterstaat gaf daarvoor haar eigen criteria en het afwijken daarvan komt in het testrap port. Hoewel de grote partijen via Rijks waterstaat nu deel uitmaken van het klantenbestand van NMi, is een deel van het klantenbestand voor NMi nog onzichtbaar. NMi is het enige adres in Nederland waar men terecht kan. 'Ons zicht op de geodetische markt is nog incompleet, misschien kunnen we ook meer betekenen voor lengte- en hoek- meetapparatuur', aldus Koops. De ka- libratieruimte bevat daar ook een en ander voor. Het NMi is een kennisintensief insti tuut. Veel ontwikkelingen duren er jaren, maar men moet ook altijd op tijd zijn als de markt om kalibratie van nieuwe instrumenten vraagt. De instelling is een deel van een wereldomspannend netwerk ter wil le van de kwaliteitsborging. 'Com parisons' met publieke en private buitenlandse collega-instellingen blijven nodig. D.C. de Bruijn, Ontwerp en bouw van een kalïbratiebank voor precisie-(invar-) waterpasbaken, in: Geodesia 1991, p. 418-424. Al gauw na zijn terugkeer in Zweden doet Celsius mee met de 'Lapland expeditie' van de Franse astronoom Mauper- tuis. Deze sterrenkundige gaat na of de aarde aan de beide polen is afgeplat. Volgens Isaac Newton is dat een logisch gevolg van de draaiing van de aarde om zijn as. In het hoge noorden van Zweden onderzoekt Maupertuis' team de afstand tussen de meest noordelijke me ridianen bij het plaatsje Tornea. De uitkomsten hiervan vergelijkt hij met metingen in Peru op de evenaar. Het onderzoek bevestigt Newtons be wering dat de aarde een ellipsoïde is, die afge plat is aan de beide polen. Celsius' deelname aan deze expeditie maakt hem bekend bij de Zweed se regering. Hij weet daar geld los te krijgen voor de bouw van een observatorium in Uppsala. Deze sterren wacht komt in 1741 af en is voorzien van de modernste observatie-instrumenten van die tijd. Bij de normale taak van een hoogleraar astronomie be hoort ook het doen van aardrijkskundig en weerkundig onderzoek. Om een nieuwe Zweedse landkaart samen te stellen, voert Celsius landmetingen uit. Hij komt er als eerste achter dat de noorde lijke landen van Europa langzaam stijgen ten opzichte van de zeespiegel. Reformatorisch Dagblad, rubriek Vernoemd' nr 36, 22 juli 2008 GEO-INFO 2008-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 26