archiveren van grote hoeveelheden geo- data op de faculteit Geowetenschappen in Utrecht. Na de lunch kwamen de Wa- geningers aan het woord. I.ezingen en demonstraties over GeoDesk, Historisch Grondgebruik Nederland (HGN)6', de kaartendatabase van Alterra, de website van ISRIC (International Soil Reference Information Centre)7', de topoXplorer8' van Alterra en de mogelijkheden van een 'map table'9', waar een dag eerder op de VU een soortgelijke demonstratie van was. Dit nieuwe technische snulje lijkt vooral interessant voor planologi sche doeleinden waarbij meerdere per sonen tegelijkertijd op een digitale kaart kunnen tekenen. De map table zullen we dan ook niet snel in een kaartenzaal tegen gaan komen. Ook was er een be zoek gepland aan de Special Collections, waarbij tuinontwerpen in de kluis te zien waren. De tentoonstelling 'Wage- ningen in kaart gebracht' werd bezocht en de collectie luchtfoto's uit de Tweede Wereldoorlog werd getoond. De laatste dag van de conferentie vond weer plaats in het Stadsarchief Amster dam. In de ochtendsessie stond visuele toegang tot kaartinformatie centraal. Er waren presentaties van de website van het Koninklijk Instituut voor de Tro pen10', het net opgestarte GOKaRT (Gra- phisches Online Karten Recherche Tool) en de nieuwe website CartoMundi.11' De presentaties van al deze ontsluitings systemen wekten de indruk dat elke in stelling het wiel opnieuw probeert uit te vinden en dat er maar beperkt samen gewerkt wordt bij het ontsluiten van de vele kaartencollecties in Europa. Moge lijk kan dat in de toekomst wél met het Europese project Digmap12', onderdeel van The European Library (TEL), een con sortium van Europese nationale biblio theken dat gedigitaliseerde kaarten van verschillende instellingen wil combine ren via harvesting technieken. Het organisatieco mité, van links met de klok mee: Jan Werner, Wim van Stormbroek, Mare Hamekers, Peter Levi, Lida Ruitnga en Liesbeth Missel (op de foto ontbreekt Sandra de Maes- schalk). Toekomstscenario's voor de kaartenzaal en de kaartbeheerder. 's Middags werd teruggekomen op de vier toekomstscenario's die op de eerste dag gesignaleerd waren. Het scenario van geo- data en decentralisatie werd gekarakteriseerd met de slogan 'de kaartenzaal komt naar je toe' waarmee bedoeld wordt dat door middel van digitalisering veel onderzoek thuis achter de pc gedaan kan worden. In een gedecentraliseerde wereld van kaartproducenten is bovendien standaardisatie belangrijk, zodat geodata met elkaar te combineren blijft. Het scenario geodata en centralisatie werd omschreven als 'groot en mach tig' In dit weinig realistische en door velen als 'doemscena rio ervaren toekomstbeeld werd één wereldwijde karterings- dienst voor ogen gezien. Aan de andere kant is een centrale opslag van 'digital born' GIS- kaartbestanden op nationaal of zelfs international niveau wel wenselijk. Het scenario van pa pieren kaarten en centralisatie werd samengevat als 'papier is plezier'. Centralisatie leidde tot één centrale bewaarplaats per land voor papieren kaarten. Het scenario papieren kaarten en decentralisatie, tenslotte, presenteerde zich als 'het mense lijk gezicht van kaarten'. Decentralisatie werd hier gezien als waarborg voor het erfgoed, omdat vele collecties verloren zul len gaan wegens overstromingen en andere natuurrampen. Stel je voor dat zo'n ramp plaatsvindt op de plek van die ene centrale bewaarplaats! In de einddiscussie werd de combinatie papier/decentralisatie door de meesten gezien als meest wenselijke toekomstbeeld. Hier kleefde toch een beetje een gevoel van 'vroeger-was-alles- beter' aan van een aantal oudere generatie-kaartbeheerders die de digitale ontwikkelingen soms moeilijk weten bij te benen. Het minst wenselijke scenario was de combinatie digi taal/centralisatie. Als meest waarschijnlijke toekomstscenario, en daar gaat het uiteindelijk om, zagen de meeste kaartbe- heerders de combinatie digitaal/decentralisatie, hoewel er in de praktijk altijd een combinatie zal blijven van een papieren archief en digitale kaartbestanden. Tijdens de discussie werd gesignaleerd dat gebruikers hun geodata direct bij de betreffende producenten verkrijgen, waarbij de jongere generatie informatie uitsluitend via inter net zoekt en niet meer naar een bibliotheek gaat. Wat is dan nog de rol van een kaartenzaal of een kaartbeheerder? Een toegevoegde waarde van een kaartbeheerder werd gezocht in een vertrouwen in het belang van de kaartencollecties, die uitgedragen moet worden via onderwijs. Dat onderwijs kan vervolgens leiden tot meer toegevoegde waarde. Ook gebrui kers van gedigitaliseerde collecties moeten waarde aan kaar ten kunnen toevoegen door middel van Web 2.0-toepassingen. Er werd voor een meer proactieve rol van de gezamenlijke Europese kaartbeheerders gepleit waar bij zelfs het opstellen van een 'road map' voor de komende jaren werd genoemd. Ook werd er een musealisering van de historische, papieren kaartencollecties verwacht. Een aantal kaartbeheerders wordt conservator in een museum, zo was de gedachte. Aan de andere kant 980 "de kaartenzaal komt naar je toe data "groot en machtig" 'het menselijk gezicht van kaarten" papiere "papier is plezier kaarten 6) www.hgnnederland.nl 7) www.isric.org http;//eusoils.jrc.it/esdb_aichive/EuDASM/EUDASM,htm 8) www.geodata.alterra.nl/topoxplorei' 9) www.mapsup.nl 10) www.kit.nl/smartsite.shtml?ch=FAB&id=4731 11) cartomed.mmsh.univ-aix.fi/index_EN.htiTil 12) www.digmap.eu CEO-INFO 2008-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 35