Wc arom doet de overheid dit niet?' Geo-Info in Praktijk Als trouw luisteraar van het program ma Radio Online van Francisco van Jole en Peter de Bie op Radiol, ving ik afgelopen week deze vraag op. Geen verrassende vraag, ik hoor het vaker. Meestal naar aanleiding van fantasti sche, nieuwe toepassingen op internet. In het Geodomein is Google Earth na tuurlijk inmiddels spreekwoordelijk voor het ideale aanbod van geo-infor- matie: gebruiksvriendelijk, snel en we- relddekkend. Voor de overheid niet te evenaren. In Radio Online werd aandacht be steed aan de site IkRegeer.nl. Wie Ka mervragen zoekt, moet al dertien jaar dezelfde, inmiddels sterk verouderde site gebruiken, Parlando.nl. Christoph Kempen maakte onlangs in zijn vrije tijd echter een site die automatisch alle nieuwe Kamervragen en antwoor den toont die wel gebruiksvriendelijk is, IkRegeer.nl. Een site die niet alleen een volledig overzicht aan Kamervra gen biedt maar ook allerlei diensten daaromheen, zoals een e-mailservice wanneer specifieke vragen beantwoord zijn, diverse overzichten en een forum. Een populair initiatief dat ook door de overheid zelf veel gebruikt wordt. Dan rijst natuurlijk de vraag: 'Zou een der gelijke eigentijdse site niet door de overheid zelf aangeboden moeten wor den? Waarom gebeurt dat niet?' Het antwoord was klip en klaar: 'Dat komt omdat de opdracht gegeven zou moet worden door politici'. En dat antwoord is helemaal in lijn met één van de bevindingen in het SP- rapport 'ICT BIJ DE OVERHEID, Won dermiddel of Hoofdpijndossier?' dat begin juli is verschenen: 'Zorg dat het management en de directie kennis van zaken hebben. ICT is een belangrijk deel van de bedrijfsvoering en het is daarom van belang dat de kennis op dit vlak ook up-to-date is'. Ik vond het een mooi voorbeeld. Er bestaat blijkbaar een grote vraag naar informatie over Kamervragen en het lijkt logisch dat de Tweede Kamer deze belangrijke bron van informatie gecontroleerd ontsluit. En dat gebeurt ook wel, maar op een sterk verouderde site. Het illustreert heel mooi dat er onvoldoende besef is, dat dat niet meer voldoende is om bezoekers te trekken. Die gaan naar de site met de extra's. Daarbij lijkt het niet van belang te zijn dat de aanbieder een particulier is. Im pliciet vertrouwt de gebruiker erop dat de informatie juist is. Het lijkt van veel meer belang dat die gebruiksvriende lijk en op maat aangeboden wordt. Een volgende stap zou kunnen zijn dat bedrijf nummer twee geografische lo caties en zoekmogelijkheden aan de Kamervragen toevoegt. Die worden dan gebruikt om de burger via een e-mail te attenderen op vragen die een relatie hebben met de eigen leefomgeving. Of, nog leuker, bedrijf nummer drie voegt een filmpje van vraag en antwoord toe, breidt het forum uit met Twitter en ga zo maar door. De concurrentie tussen de bedrijven zal ervoor zorgen dat dit onderwerp, waar zoveel belangstelling voor is, steeds veelzijdiger wordt aan geboden. En natuurlijk kan de overheid daar niet mee concurreren. Wat de over heid wel zou kunnen doen is ervoor zorgen dat er een dienst beschikbaar is die een basisset actuele en gecontro leerde gegevens over de Kamervragen bevat. Die dienst kunnen de bedrijven gebruiken. Hoe zou de ideale situatie eruit kun nen zien? De Tweede Kamer en de bedrijven kunnen samenwerken: de bedrijven maken hun sites en tonen daarbij de basisset gegevens in een rechtstreekse verbinding, De Tweede Kamer zou een keurmerk kunnen weg geven als het bedrijf aan een aantal voorwaarden, zoals betrouwbaar en actueel, voldoet, en hoeft vervolgens niets anders te doen dan op de eigen site links te plaatsen naar de bedrijven met keurmerk. Dat is wat een betrouw bare overheid kan bieden: de juiste gegevens en een wegwijzer voor meer informatie op maat. Marjan Bevelander Bovenstaand voorbeeld is heel herken baar, zeker ook waar het de toepassing van geografische informatie betreft. De provincies spelen hier voor een deel al op in door beleid vast te stellen over de beschikbaarheid van ruimtelijke ge gevens. Die gegevens kunnen, op een enkele uitzondering na, onbeperkt en zonder kosten hergebruikt worden door bedrijven. Deze kunnen de gege vens verrijken of gebruiken in nieuwe toepassingen. Een voorbeeld zou kun nen zijn dat Funda.nl ook Risicokaart gegevens toont. De burger heeft er tenslotte baat bij om die gegevens niet apart op een overheidssite te hoeven opzoeken. Toch is een dergelijke visie nog lang niet gemeengoed. Zo is de visie bij pro vincies beperkt tot geo-informatie en zijn bijvoorbeeld de gemeenten er nog lang niet uit of gegevens niet of onbe perkt hergebruikt mogen worden. Om een dergelijke visie in praktijk te bren gen is degelijk en uitgebreid informa tiemanagement op hoog niveau een vereiste. En daarvoor is meer kennis van zaken bij management en bestuur noodzakelijk. Ik sluit me wat dat be treft dan ook graag aan bij de aanbeve lingen van het SP-rapport, Marjan Bevelander Teamleider Datamanagement Provincie Noord-Brabant mbevelander@brabant.nl GEO-INFO 2008-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 37