is
Met meetketting en kompas het bos in
370
De stichting Bruisend Ginneken
te Breda presenteerde op donder
dagmiddag 14 augustus jl. een herdruk
van de vier eeuwen oude 'Kaart van
Lips/Dou'. De kaart - die een meter lang
en 52 centimeter breed is - brengt het
Mastbos en het aanpalende Markdal
aan het begin van de zeventiende eeuw
heel precies in beeld. Mede door de op
merkelijke nauwkeurigheid bevat die
een schat aan historische informatie
over de ontwikkeling van het platte
land bezuiden de toenmalige vesting
stad Breda. Dorpskernen, de loop van
wegen en rivieren, weide-, zaai- en hei
delanden, van alles staat erop.
Gezien vanaf de Bredase citadel - deels
aangegeven aan de onderzijde van de
kaart - beziet de toeschouwer het in
kaart gebrachte landschap in zuide
lijke richting, tot even voorbij Galder,
dat dan ook aan de bovenkant van de
kaart ligt. Nu gold indertijd nog niet
de internationale afspraak dat het
noorden altijd 'naar boven' wijst. Bo
vendien had die zuid-noordoriëntatie
een zeer specifieke reden. De kaart is
namelijk vervaardigd in opdracht van
prins Maurits van Oranje Nassau, die
na de dood van zijn halfbroer, Filips
Willem, in 1618 heer van Breda was
geworden. Als zodanig was Maurits te
vens eigenaar van het Mastbos, dat zijn
verre voorganger graaf Hendrik III van
Nassau vanaf 1515 als een 59 hectare
groot productiebos (scheepvaart, mijn
bouw) had laten aanleggen, ter hoogte
van de nog altijd bestaande Eeuwige
laantjes. In later jaren waren er het
Montensbos en het Haagsche Bos (op
Princenhaags grondgebied, bij huidige
Burg. Kerstenslaan) aan toegevoegd.
Maurits wilde zijn inmiddels 140 hec
tare beslaande bos uitbreiden tot een
vierkant van zo'n 1,4 bij 1,3 kilometer,
dat ruwweg paste binnen de Overase-
weg, Goordreef, Oude Postbaan en
MastcnlandStouwdreef. (De Eeuwige
laantjes doorsnijden dit vierkant dia
gonaal van de noordoost- tot de zuid
westhoek). Maar voor de uitvoering
van zijn plan moest de prins wel pre
cies weten hoe het hele terrein en de
complete eigendomssituatie in de om
trek er uitzagen. Welke gronden waren
nou precies van hem en wie bezat de
belendende percelen? Kortom, bij welke medegrondeigena
ren moest hij aankloppen om over de aankoop te onderhan
delen, wie kon hij eventueel onteigenen? Landmeter Jacob
Lips en diens opvolger Pieter Dou moesten het in de periode
1620-1625, waarin Breda ook nog negen maanden door Spi-
nola werd belegerd, allemaal letterlijk in kaart brengen. Dat
gebeurde ondermeer met kompas, winkelkruis en meetket
ting. Gelet op dat gereedschap is de grote nauwkeurigheid
van de kaart trouwens verbluffend.
Hun precisie ging zover dat zelfs bebouwingen naar vorm
en aantal overeenkomen met beschrijvingen in eigentijdse
documenten. Maurits deed er zijn voordeel mee en hoekig
als hij van karakter was, keek de prins niet op een greppel
tje meer of minder. Alles wat binnen zijn uitgezette 'per
ken' viel, nam hij zonder dralen in beslag. De eigenaar van
het Landgoed Blauw Camer raakte zo een aanzienlijk deel
van zijn heide kwijt.
Op de nu herdrukte Kaart van Lips - - Dou - waarvoor heem
kundig museum Paulus van Daesdonck (Ulvenhout) een
honderd jaar oude kopie beschikbaar stelde - is de meetkun
dige weerslag van nog veel meer historie terug te vinden. Zo
lag ter hoogte van de huidige Ulvenhoutse Laurentiuskerk,
het (in 1904 gesloopte) kasteeltje Grimhuijsen. Aan het be
gin van diezelfde zeventiende eeuw was het eigendom van
Maurits' halfbroer Justinus van Nassau, gouverneur van de
Bredase vesting. Hij was de man die Breda in 1625 moest
overgeven aan de Spaanse belegeraar Spinola, die maar een
paar honderd meter verderop zijn hoofdkwartier had opge
slagen. Als Justinus niet in de vesting had gezeten, had hij
Spinola al negen maanden eerder de hand kunnen geven.
En dat Breda na die overgave voor vijftien jaar in Spaanse
handen kwam, was een van de redenen waarom de door
Maurits van zijn heidevelden afgeholpen grondeigenaar
onbeschoft lang op schadevergoeding moest wachten. In de
historie grijpt alles in elkaar.
Bron: BN/DeStem, donderdag 14 augustus 2008
NAP NIET IN AMSTERDAMSE CANON
Op woensdag 3 september 2008 presenteerde de Amster
damse Canoncommissie onder leiding van hoogleraar
Piet de Rooij een selectie van de vijftig meest belangrijke
historische elementen van de geschiedenis van Amster
dam. De Canoncommissie stond open voor kritiek op
haar keuze: tot 4 oktober konden eigen vensters worden
voordragen. (De drukkers Blaeu komen in de canon van
september wel voor, maar het NAP niet.)
www.amsterdamsecanon.nl
Katinka Roebert.
redacteur
CEO-INFO 2008-10