In gesprek met de TPG
De topografie producerende gemeenten in Zuid-Holland
Nu het ernaar uitziet dat de basisregistratie Grootscha
lige topografie (BGT) er eindelijk komt, praat Geo-Info
met een loot uit het bonte gezelschap van de GBKN-organi-
satie; de TPG-gemeenten uit Zuid-Holland. Landelijk zijn er
de regionale samenwerkingsverbanden GBKN met RSV-Zuid
als uitzondering. Dit zijn stichtingen waarmee de gemeen
ten en de grote afnemers elk een overeenkomst sluiten. De
TPG-gemeenten zijn in dit opzicht een apart verhaal. Tijd
voor een gesprek met Albert Tieken en Margot Quist van
deze 'club'.
Wat zijn en wat doen de TPG?
De TPG zijn (nu nog) 24 gemeenten in Zuid-Holland die
samenwerken bij het bijhouden en beheren van het groot
schalige basisbestand van hun gemeente. Elke gemeente is
eigenaar van haar hestand en tevens bronbeheerder. Door
samen te werken maken de gemeenten gebruik van eikaars
ervaring en kennis en kunnen zij samen de ontwikkelingen
vorm geven. Een voorbeeld hiervan is de standaardisatie
van de GBKN in het betrokken gebied en de daaruit voort
vloeiende landelijke productspecificatie GBKN en de stan
daard IMGeo.
TPG is een vrijwillige samenwerking tussen deze gemeen
ten. Destijds is niet gekozen voor de vorm van stichting of
vereniging omdat dit te omslachtig werd gevonden. Uiter
aard is de TPG wel als totaal aanspreekbaar; er is een kern
groep die als bestuur optreedt. Voorzitter is thans Albert
Tieken van de gemeente Vlaardingen en Margot Quist van
de gemeente Gouda is lid van de kerngroep
Waarom een TPG?
Toen in 2001 gewerkt werd aan de oprichting van de re
gionale stichting GBKN Zuid-Holland bleek al snel dat de
belangen van de potentiële partners sterk uiteenliepen.
Nutsbedrijven en KPN streefden naar zo laag mogelijke
kosten voor een minimaal product, terwijl de gemeen
ten in het verstedelijkte gehied behoefte hadden aan een
uitgebreide en nauwkeurige kaart of beter bestand. Mede
door de groeiende automatisering van behcerprocessen
binnen de gemeenten was er behoefte aan meer dan een
eenvoudige 'nietjeskaart'. In dit druk bevolkte gebied wil
een gemeente bijvoorbeeld ook de objecten op bedrijfster
reinen achter het hek in beeld hebben. Deze gemeenten
hebben groot belang bij een goede informatievoorziening
op het gebied van de topografie. De gemeenten wilden
dan ook voldoende inbreng bij het bepalen van de inhoud
en de kwaliteit van de informatie van hun grondgebied.
26 Gemeenten hebben toen de koppen bij elkaar gestoken
en uiteindelijk hebben er 24 gemeenten besloten niet
deel te nemen aan de regionale stichting Zuid-Holland,
maar zijn ze zelfstandig verder gegaan als TPG.
De ontwikkeling van het product
De 24 gemeenten hadden al een grootschalige basiskaart,
maar deze liep qua inhoud, actualiteit en nauwkeurigheid
nogal uiteen. Eerst is gestart met de onderlinge aansluiting
van de gemeenten, vervolgens is de
aansluiting met de andere gemeenten
van Zuid-Holland verzorgd. Daarna ont
stond behoefte aan onderlinge afstem
ming van het product. Dit resulteerde
in het gegevenswoordenboek TPG. Nu
wordt gewerkt aan het objectgericht
maken van de kaart. Daar is binnen de
gemeenten grote behoefte aan. Nog niet
alle TPG-gemeenten zijn daar even ver
mee. Ook binnen de TPG zijn koplopers
en volgers. Hierbij ontstond de behoefte
aan een standaard om objectgericht in
formatie uit te kunnen wisselen. Zo is
uiteindelijk in korte tijd IMGeo ontstaan
[Hadziavdic 2007], Inmiddels is ook de
nauwkeurigheid waar nodig verbeterd
en is de actualiteit verhoogd.
Het gebied van de
TPG.
Doet iedere gemeente de bijhouding
zelf?
De meeste gemeenten beschikken over
een eigen landmeetkundige afdeling
die de bijhouding verzorgt. Daarnaast
worden vooral routinematige werk
zaamheden uitbesteed. Hierbij wordt
nauw samengewerkt tussen de TPG-ge
meenten. Voor een aantal kleinere ge
meenten verzorgt de landmeetkundige
afdeling van de gemeente Rotterdam
de bij ho uding.
Is er nu één uniek product binnen de
24 gemeenten?
Het grootschalige basisbestand is
een dynamisch proces. De behoefte
van de gebruikers in de afzonder-
Jan de Kruif,
GEO-INFO 2008-10
