Geovisual Analytics Uit discussies in de media lijkt het wel of de problemen waarmee de mensheid te kampen heeft steeds groter worden. Denk aan het veranderende klimaat met voor Nederland mogelijk meer kans op overstromingen door de stijgende zeespiegel en zeer grote hoeveelheden neerslag die in korte tijd vallen, de steeds ouder wordende bevolking en het effect op de gezondheid, en het alsmaar drukker wordende verkeer met als effect toenemende vertragingen. Om inzicht te krijgen in de complexiteit van de problemen is meer kennis nodig en daarvoor zijn meer gegevens nodig. Deze zijn meer en meer beschikbaar en komen vaak uit allerlei bronnen. Door de betrokkenheid van diverse vakgebieden is een multidisciplinaire benadering vereist. De grote hoeveelheid gegevens blijkt op zichzelf eveneens een probleem. Immers, hoe deze gegevens zo te bewerken, te ordenen en te integreren dat ze beschikbaar zijn bij het beantwoorden van vragen. Omdat verreweg de meeste problemen een duidelijke ruimtelijke component hebben lijkt het vanzelfspre kend dat de kaart een belangrijke rol speelt in het oplos singstraject. De vraag die beantwoord moet worden is of de kartografie inderdaad klaar is voor deze ontwikkelingen. Het vak heeft de laatste decennia een stormachtige ontwik keling doorgemaakt. Dit resulteerde in een hogere kaart productie dan ooit, waarbij steeds meer (geo)proféssionals betrokken raakten. De technologiegedreven geoservices, aangeboden via het internet, zijn hierbij een grote stimu lans. Wel heeft dit tot gevolg gehad dat er een kloof ont staan is tussen de bestaande kartografische theorie en de technologische mogelijkheden. De kartografische gemeen schap zal moeten proberen deze kloof zoveel mogelijk te dichten (Ormeling and Kraak 2008). Overigens ontstond er onlangs een discussie waarin werd geopperd dat de verdere theorievorming niet nodig was. Chris Anderson van het blad Wired veronderstelt dat met goed zoeken in de enor me brei aan gegevens de antwoorden op vragen die er leven ook te vinden zijn (Bruin 2008). Daarnaast zijn er vandaag de dag ontwikkelingen gaande die misschien niet direct passen bij de traditionele kijk op de kaart. Met name het selectieve en het abstraherende ka rakter van de kaart staat in sommige gemeenschappen ter discussie. Selectie staat voor de juiste keuze van de kaartin- houd om de boodschap van de kaart scherp te krijgen. Dit is met name van belang wanneer 'presentatie" de rol van de kaart is. In een exploratieve omgeving is (voor)selectie minder van zelfspre kend. Deze vindt vaak pas plaats na een totaalbeeld van de beschikbare ge gevens. Deze benadering komt overeen met wat wel Shneiderman's mantra wordt genoemd: 'overzicht eerst, zoom en filter, details op aanvraag' (Shnei- derman 1996). Dat betekent dat de kaart hier in meerdere gedaantes voor komt en dat selectie niet altijd heeft plaats gevonden. Uiteindelijk wordt het uiterlijk van de kaart bepaald door de vraag die de kaart moet beantwoor den (zie figuur la). Bij abstractie gaat het om de symboli satie van de werkelijkheid. Het kaart- ontwerp speelt hier een prominente rol. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd de fotokaart of zelfs de luchtfoto als alternatief gezien. Met de komst van Google Earth is deze discus sie weer opgelaaid. Naast luchtfoto's zijn er gedetailleerde satellietbeelden en ook aanzichten van 3D modellen beschikbaar (zie figuur 1b). De gebrui ker kan zelf annotaties aanbrengen. Argument van de 'realisten' is dat de werkelijkheid om ons heen ook realis tisch is en dat we ons daar makkelijker in bewegen. Voor een 'topografische' omgeving is dat misschien waar, maar voor veel 'onzichtbare' thema's is dat zeker niet het geval. Ook hier geldt weer: de vraag bepaalt het gedaante van de kaart. Bovenstaand debat wordt gevoed door allerlei maatschappelijke ontwikkelin gen rond het internet. Professioneel gezien werkt dit door via de geodata infrastructuur waardoor ruimtelijke gegevens op een gestructureerde ma nier beschikbaar komen. In de per soonlijke sfeer wordt men beïnvloed door de talloze manieren waarop men privé- en andere gegevens met elkaar deelt, bijvoorbeeld via faccbook, flickr, blogs, podcast, wiki's, mashup's, you- tube en folksonomy. In dit veld van mogelijkheden, samen wel aangeduid als Web2.0 of 'Neogeography' is parti cipatie het sleutelwoord. De Google Earth's en de TomTom's bevinden zich min of meer tussen de professionele en persoonlijke sferen in. Met professi onele geodata stimuleren ze participa tie met privé gegevens. Welke rol speelt de kaart in dit pro ces? Het blijkt dat de vraag 'Waar?' nog steeds een belangrijke is. Van de gegevens die op het internet gedeeld Ptcf.a:. M. -.raai.. ifOdntematipna! inti t ule of Geo Information Science and Earth Observation Department of Ceohnfoi motion Processing GEO-INFO 2008-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 6