Indoor robotnavigatie Generieke onderzoeksresultaten Kust en dijk kan laserscannen waardevolle informatie opleveren als men ervan uitgaat, dat een tunnel (in het bijzonder een geboorde tunnel) een cilindrische vorm heeft. Dankzij het grote aantal gemeten punten kunnen de parameters van een cilindersegment, dat het best bij de punten past, namelijk wel heel nauwkeurig worden geschat. Deformatie komt aan het licht indien deze parameterschattingen in de loop van de tijd veranderen. Daarnaast worden locale afwijkingen van de cilindervorm goed zichtbaar wanneer in een gedeelte van de tunnelwand relatief veel punten meer naar binnen (of juist naar buiten) liggen ten opzichte van de geschatte cilinder. Het procédé is ontwikkeld in de tweede Heijnenoordtunnet (figuur 5) en wordt momenteel in samenwerki ng met Gemeente werken Rotterdam toegepast om eventuele deformaties in de Randstadrail-boortunnel vast te stellen. Voorlopig zijn terrestrische laserscanners prijzige instrumenten, die afhankelijk van de specificaties in de orde van tienduizenden euro's kosten. Er zijn echter ontwikkel ingen gaande om een matrix van afstandsmeters op één chip onder te brengen (zie bijvoorbeeld www.mesa-imaging.ch). Daarmee kunnen dan bijvoorbeeld 176 x 144 afstanden tegelijk gemeten worden, verspreid over een openingshoek van circa 45 x 35 graden. Zulke opnames kunnen bovendien tot wel dertig keer per seconde genomen worden, waarbij elke opname een puntenwolk oplevert. Het resultaat is dus waarlijk 4-dimensionaal: x, y, z, t. Ook deze apparaatjes zijn nog prijzig zolang de betreffende chip custom made is, maar eenmaal in massaproductie, komen volgens de producenten vele embedded toepassingen binnen bereik. Robot vision is er één. Daarbij is veelal 3D-informatie nodig, die nu nog uit combinaties van 2D-beelden wordt afgeleid, maar die dan rechtstreeks uit de sensor rolt. Bij robotnavigatie gaat het over een autonoom bewegende robot, die moet 'zien' hoe hij zich verplaatst door de 3D-ruimte. Daarvoor zou een 4D-sensor zeer geschikt kunnen zijn. Om dit aan te tonen, zijn met de FARO-scanner vanaf een aantal nabije posities scans gemaakt en is een algoritme ontwikkeld om de scanposities, en daarmee het 3D-rraject van de scanner, uit de scans te herleiden (figuur 6). Het algoritme maakt gebruik van segmentatie: als we in opeenvolgende scans de afstanden weten tot drie willekeurige niet-evenwijdige vlakken, dan is de verplaatsing ook bekend. Van belang is dat aan de eis voor real-time segmentatie bij de gegeven resolutie voldaan kan worden. De volgende uitdaging bestaat uit het snel genoeg terugvinden van dezelfde combinatie van vlakken in opeenvolgende scans. ComfOvd pMtfioft* Figuur 6. Reconstructie van scanposities uit gesegmenteerde Met brute kracht loopt dat uit op een combinatorische explosie, maar omdat de vlakparameters (de twee hoeken) tijdens de segmentatie berekend worden en de hoekverdraaiingen ten opzichte van elk vlak hetzelfde moeten zijn, kan het aantal mogelijke combinaties binnen de perken gehouden worden. In het tweede jaar van de MSc-opleiding Geomacics staat een praktijksituatie centraal. Het thema is dit jaar de monitoring en modellering van kustafslag en de daarop volgende herstelwerkzaamheden door middel van zandsuppletie. Het project vindt plaats in het kader van het initiatief Building with Nature van onder andere de waterbouwkundige bedrijven Boskalis en Van Oord (zie www.ecoshape.nl). Ook hier zal de laserscanner een hoofdrol spelen, waarbij integratie plaats moet vinden met andere sensoren en gegevensbronnen, zoals echo sounding en het MEDUSA-systeem voor zee bodemclassificatie. Een andere waterbouwkundige activiteit vindt binnenkort plaats als de Stichting IJkdijk, een initiatief van NOM, STOWA, Stichting IDL, GeoDelft en TNO, onder gecontroleerde omstandigheden in Groningen een dijk laat doorbreken (www.ijkdijk.nl). De deformaties die vóór het moment suprème optreden, hopen we in een serie laserscans vast te kunnen leggen. BEN GORTE Fac. Luchr en Ruimtevaan, TU Delft Special Geodata-inwinning De automatisering van de omzetting van de ruwe data naar bruikbare modellen, zoals CAD- of GIS-bestanden, vormt de hoofdmoot van het onderzoek. Dit onderzoek, dat wordt uitgevoerd samen met de leerstoel Mathematische Geodesie en Puntsbepaling, heeft als resultaat een algoritme opgeleverd om in indoor-situaties de beste scannerposities te bepalen. Dat zijn die scannerposities, waarbij de foutvoortplanting het kleinst mogelijke effect heeft. Een ander onderzoeksresultaat is een zeer snel segmentatie algoritme om in de ruwe scandata vlakobjecten te identificeren. Deze objecten, real-time gegenereerd door scanners die dit algoritme aan boord hebben, vereenvoudigen het aan elkaar rekenen van scans in naburige posities. Dit 'aan elkaar rekenen' is tevens het onderwerp van onze bijdrage aan een project in het programma Ruimte voor Geo Informatie, waarbij tegelijk met verschillende scans ook cyclorama's geregistreerd worden en het resultaat gegeorefereerd wordt aan de GBKN.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 15