is voor Nederland vooral een kans
Van RD naar GPS-netwerk
Europees
coördinatensysteem
Inspire komt eraan. Een verplicht gebruik van
het Europese coördinatensysteem betekent een
noodzakelijke transformatie, en dat is een megaklus.
Er zijn echter ook kansen. Grensoverschrijdende
problematiek kan efficiënter worden aangepakt
en voor het bedrijfsleven zijn er natuurlijk
investeringsvoordelen. En misschien is het gewoon
een logische evolutiefase in onze coördinaatstelsels.
Veelal wordt in Nederland professioneel gemeten binnen
het RD-stelsel. Vervolgens volgt een vertaling via
RDNAPtrans naar ETRS89. Het lijkt echter logischer
om niet ten eeuwige dage te blijven transformeren in geval
van metingen en dataleveringen, maar al onze geografische
bestanden meteen uit te voeren in European Terrestrial
Reference System 1989 (ETRS89).
ETRS89 wordt onder de Inspire-richtlijn een van de vele
verplicht geharmoniseerde datastandaarden. Inspire beoogt een
soepel werkende Europese geo-informatie-infrastructuur en
een gestandaardiseerd coördinaatstelsel is natuurlijk een van de
essentialia daarvoor. Eigenlijk is het RD-stelscl ook een gevolg
van de wens tot gemakkelijker Europese data-uitwisseling
—toen al.
Het stelsel van de Rijks Driehoeksmeting (RD) is eind 19e eeuw
gerealiseerd om over heel Nederland uniforme kaartcoördinaten
te kunnen bepalen. Het stelsel is zo ontworpen, dat coördinaten
een zo gering mogelijke afwijking geven voor berekende
afstanden en groottes ten opzichte van de werkelijke afstanden
en groottes. De nauwkeurigheid was het toppunt van wat er in
die tijd mogelijk was. Er werd gemeten met extreem grote en
daardoor moeilijk hanteerbare theodolieten £le figuur 1).
Vooral de afstandmeting was destijds problematisch. Het
is verbazingwekkend dat we met GPS-metingen kunnen
constateren, dat de afwijkingen tussen de RD punten niet
groter zijn dan 25 centimeter. Maar deze nauwkeurigheid is
onvoldoende in ons tijdperk van satellietmetingen. De ligging
van punten ten opzichte van punten
in het buitenland was bij de inrichting
van het RD niet zo spannend. Zo nodig
werden bestanden aan elkaar gerekend
door transformatie op overeenkomstige
punten.
Het initiatief voor die opmeting van
Nederland kwam uit Europa. Als gevolg
van de driehoeksmetingen in andere
Europese landen, met name Duitsland,
kwamen er internationale afspraken om
de werkzaamheden in de verschillende
landen op elkaar af te stemmen. Met
grensoversch rijdende drieh oeksnet len
zouden de internationale netwerken met
elkaar worden verbonden. De metingen
dienden vooral het wetenschappelijke
doel van de 'graadmeting', de bepaling
van de afmetingen van de aarde. Dat is
ook te zien aan de naam van de instantie
die de werkzaamheden leidde: de Rijks-
Special Geodata-inwinning