Start Geometrie Dossieronderzoek in de BAG moet een aantal gegevens worden geregistreerd; Helmond kon daarvoor dus gelukkig haar bestaande adressenbestand benutten. De BAG bestaat uit twee registraties, één voor adressen en één voor gebouwen. Overigens komt in de basisregistratie Gebou wen het objecttype 'gebouw' niet voor. Deze basisregistratie kent namelijk de objecten pand, verblijfsobject, standplaats en ligplaats. De koppeling tussen de basisregistratie Adressen en de basisregistratie Gebouwen wordt gevormd door de relatie tussen de nummeraanduiding enerzijds en het verblijfsobject, de ligplaats of de standplaats anderzijds (zie figuur 1). Nu alles achter de rug is, is een gedetailleerde werkomschrijving te geven. Als start zijn in een Excel-werkblad alle namen van de attributen (velden) van alle objecttypen in kolommen neergezet. Tevens zijn alle adresgegevens uit het formele adressenbestand van het team Geo-informatie (zoals straatnaam, huisnummer, postcode, datum begin geldigheid) in hulpkolommen ingelezen. Vervolgens zijn alle adresgegevens gekopieerd naar de juiste BAG-kolommen van de objecttypen 'openbare ruimte' en 'nummeraanduiding'. Ook is van deze objecttypen het veld 'identificatiecode' gevuld met een doorlopende betekenisloze nummering. Aan de hand van de brondossiers (straatnaam- en huisnummerbesluiten) zijn de adresgegevens vervolgens gecontroleerd. Volgens de grondslagen van de BAG is een adres geen zelfstandig gegeven, maar altijd gekoppeld aan een verblijfsobject of aan een stand- of ligplaats in de gebouwenregistratie. De inventarisatie van authentieke adressen volgens bovenstaande methode levert zodoende óók een inventarisatie op van deze objecten in de gebouwenregistratie. Overigens laat het datamodel van de BAG de mogelijkheid open dat er meer adressen zijn gekoppeld aan één verblijfsobject (bijvoorbeeld in het geval van een 'leveranciersingang'). Na adrescontrole zijn de identificatiecodes van de nummer aanduiding gekopieerd naar de kolom 'identificatiecode verblijfsobject' en inhoudelijk aangepast, zodat alle verblijfs- objecten uniek kunnen worden geïdentificeerd. Voor de leesbaarheid en herkenbaarheid van het verblijfsobject zijn de adresgegevens (straatnaam en huisnummer) gekopieerd en naast de kolommen 'verblijfsobject' geplaatst. Voor de opbouw van de verblijfsobjecten zijn de adressen bestanden (straatnaam, en huisnummer) van de afdelingen Bouwen en Wonen, Belastingen enDIV (Archief) overgenomen, inclusief de velden 'gebruiksdoel', 'oppervlakte' (uit het WOZ- gegeven 'inhoud'), 'begin geldigheid', 'documentdatum' en 'documentnummer'. Deze gegevens werden in extra kolommen in het Excel-bestand geplaatst. Gevolg was wel, dat er op deze manier meer kolommen met bijvoorbeeld 'datum begin geldigheid' of 'documentnummer' ontstonden. Een extra complicatie was dat gelijke velden afkomstig uit verschillende bronnen niet gemakkelijk met elkaar vergeleken konden worden. Er waren verschillen in datastructuur (bijvoorbeeld datumnotatie) en vooral ook verschillen in datakwaliteit, onder meer doordat gegevens in sterk uiteenlopende tijdvakken zijn bijgehouden. Het was voor de applicatiebeheerder Geo-informatie een grote uitdaging om de 'beste' gegevens uit de diverse bestanden te filteren om van daaruit tot één kolom per BAG-veld te komen. Hierna zijn de attributen van het objecttype Pand gevuld. Het veld identificatiecode is leeg gelaten, omdat de pandafbakening in dit stadium nog niet aan de orde was. In de BAG wordt de geometrie vastgelegd van de objecttypen 'pand', 'verblijfsobject', 'standplaats', 'ligplaats' en 'woonplaats'. De geometrie van panden en woonplaatsen zijn vlakgericht, de overige geometrieën zijn minimaal puntgericht. Uitgangspunt voor de vlakgerichte pandgeometrie was de Grootschalige BasisKaart Helmond (GBKH). Met behulp van luchtfoto's zijn de GBKH-pandcontouren gemaakt en vervolgens zijn alle contouren tot vlakgerichte objecten omgevormd. Ook zijn met behulp van de luchtfoto's de verschillen tussen het grondvlak en het bovenaanzicht geïnventariseerd. Dit was noodzakelijk, omdat de pandbegrenzing van de BAG afwijkt van die van de GBKN. De verschillen zijn in een aparte laag van de GBKH gezet. De coördinaten in het administratieve adressenbestand vormden de basis voor de puntgeometrie van verblijfsobjecten. Let wel: in de BAG wordt niet de geometrie van adressen vastgelegd, maar de geometrie van Basis Registratie Adressen Woonplaats Nummeraanduiding ft>- j Openbate ruimte i Ligplaats Vettfcjfsobject Basis Gebouwen Registratie Figuur 1. Relatiediagram objecttypen BAG. verblijfsobjecten. De geometrie van een verblijfsobject met hoofd- en nevenadres wordt dus maar één keer vastgelegd. Tijdens het dossieronderzoek is getracht om alle in het Excel- bestand voorkomende gegevens te controleren aan de hand van de beschikbare brondossiers. Voor de dossieronderzoekers werden extra velden toegevoegd, waarin zij de verschillen tussen het zogeheten referentiebestand en het dossier konden noteren. Voor de 'openbare ruimten' (straatnamen) vormden de Gemeentebladen de brondossiers. Alle bladen vanaf 1890 zijn doorgenomen en alle straatnaammurades zijn in het Excel- bestand ingevoerd. Straten die zijn vervallen zijn daarna weer uit het bestand verwijderd. Er is met name gekeken naar datum begin en einde geldigheid, documentnummer en correcte schrijfwijze van de openbare ruimte. Voor de nummeraanduidingen zijn alle huisnummerbesluiten vanaf 1960 tot nu gelicht. In volgorde van I960 tot heden zijn vooral de velden datum begin en einde geldigheid en documentnummer gecontroleerd. Huisnummers die niet in het bestand voorkwamen zijn alsnog opgevoerd en nummers betrokken bij een vervallenverklaring weer afgevoerd. Special Geodata-inwinning

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 9