ontwerp van een zee-uurwerk met slinger. De Haagse uurwerkmaker Severijn Oosterwijck vervaardigde hiertoe de eerste experimentele uur werken. Een serie proeven in de jaren zestig leverde weinig op, maar in 1665 publiceerde Huygens wel 'Kort Onder- wys Aengaende het gebruyck Der Ho- rologien tot het vinden der Lenghten van Oost en West', waarin de methode van Frisius verder werd onderbouwd. Een volgend experiment vond plaats in 1686-87 aan boord van het schip de 'Alcmaer'. Bij deze test maakte Huygens gebruik van een Europese paskaart, vervaardigd door Dirck Rembrandtz. van Nierop uit Nieuwe Niedorp (1610-1682). Hoewel Huygens zelf een belangrijke bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de balans met balansveer om de gang van uurwerken te regelen, kwam hij pas in een laat stadium op de ge dachte deze te gebruiken voor tijdme ting op zee. In de vroege jaren negen tig was hij hezig met de ontwikkeling van een uurwerk met balans maar hij leefde niet lang genoeg om dit project te kunnen voltooien. Uiteindelijk zou het de Engelsman John Harrison (1693-1776) zijn die als eerste een betrouwbaar scheepsuur- werk met balans vervaardigde, waar mee het probleem van de bepaling van de referentietijd werd opgelost. Harrison won de Longitude Prize en de geboorte van de scheepschrono- meter was een feit. De zeeman kon de plaatselijke tijd bepalen, die vergelij ken met de refentietijd en op grond van het verschil de lengtegraad bere kenen. Onze landgenoot Willem Snel len (1727-1791) uit Dordrecht was een van de eersten die in de voetsporen van Harrison trad. De productontwikkeling In de tweede helft van de achttiende eeuw verliep de ontwikkeling naar de moderne scheepschronometer snel. De inspanningen van theoretische en praktische genieën als Le Roy en Berthoud en daarna Arnold en Earn- shaw leidden tot een hanteerbaar scheepsuurwerk dat exact genoeg liep voor een betrouwbare positie bepaling. De gecompliceerdheid van het uurwerk van Harrison werd hier bij overwonnen. Tegen 1800 was de scheepschronometer zoals wij hem kennen de facto standaard. De Ne- De lengtegraadbepa ling volgens Petrus Plancius (Gravure uit: 'Nova Reperta' door Johannes Stra- danus, ca. 1595). derlandse uurwerkmaker die in 1806 als eerste bruikbare scheepschronometers naar Engels model in serie vervaar digde, was Herman Friedrich Knebel (1770-1829). Daar naast maakte Knebel ook astronomische uurwerken. De belangrijkste Nederlandse leverancier van astronomi sche uurwerken was evenwel Andreas Hohwü (1803-1885), die dertien exemplaren vervaardigde voor de Nederlandse overheid. Hohwü leverde voorts scheepschronometers aan de Nederlandse Marine. In de negentiende en twintigste eeuw ging de ontwikke ling naar industriële productie van een steeds simpeler, maar toch steeds nauwkeuriger tijdmeter verder. Evenals hun buitenlandse collega's waren de Nederlandse chro nometerleveranciers intussen geen makers meer, maar detaillisten. De gevolgen Het ontwikkelen van precieze tijdmeters was mogelijk een hobby, maar geen vrijblijvende. Er stonden levens op het spel en belangen van handel en communicatie. In eerste instantie leidde dit tot een spectaculaire verbetering van land- en zeekaarten. mrnmi tgèfiêter. Ifolitü 'k 631 ijPPg 'V-i A Constructietekening van chronomeier no. 634 van Andreas Hohwü (naar J.P. Kaiser, 1895). OK BH IjOMGITV DINES W:PE1ÏI>£ fc MAJ5XETL5 A POLO DECLINAT50NE '^Muipirtc vtrttupic Jkpe deuia rsht muaiirc portion -wuptt Hatiaus GEO-INFO 2008-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 21