ken? 'Zoo sober mogelijk' staat er in
het voorwoord van de tekenatlassen en
die indruk maakt de schoolwandlcaart
ook: duidelijk van een afstand en rela
tief weinig topografie voor een school-
wandkaart uit 1898. Rafaëls ervaring
met het aardrijkskunde-onderwijs en
met het bevattingsvermogen van leer
lingen op lagere scholen zal hiervoor
bepalend zijn geweest. Collega-onder
wijzers zoals R. Bos [Brink, 2006] en G.
Prop [Brink, 2005a] zouden enkele ja
ren later ook veel succes hebben met
sobere en duidelijke schoolwandkaar-
ten.
Een sobere kaart dus, maar met grond
soorten (soms 'geologisch' genoemd) of
staatkundig, dat wil zeggen met provin-
ciekleuren? Grondsoortenkaarten van
Nederland waren vanaf ongeveer 1875
in de mode en in plaats gekomen van
de staatkundige schoolwandkaarten
uit de periode 1845-1875 [Brink, 2007b],
Starings schoolkaart (1860) en geologi
sche kaart (1858-1867) en het in 1884
door de schoolgeograaf Schuiling geïn
troduceerde concept van de 'natuurlij
ke landschappen' hebben deze ontwik
keling in belangrijke mate gestuurd.
Maar fraters zijn veelal traditioneel en
wars van modeverschijnselen. Waar
schijnlijk vond Rafaël een indeling van
Nederland naar natuurlijke landschap
pen te wetenschappelijk voor de lagere
school. Op de vraag 'waar ligt Tilburg?'
moest het antwoord luiden 'in Noord
Brabant', en niet 'op het Maas- en Rijn-
diluvium' Ergo: een provinciegewijze
behandeling van Nederland en kleuren
voor de afzonderlijke provincies. Met
de keuze van deze kleuren op de eerste
druk zijn Rafaël en/of de ingehuurde
drukker (waarschijnlijk W.R. Casparie
en Zoon in Groningen) blijkbaar de mist
ingegaan. De schoolgeograaf Niermeyer
was zeer uitgesproken: 'het is haast on-
geloofelijk [leelijk van kleuren]' [Nier
meyer, 1902] Deze kritiek was niet aan
dovemans oren gericht, want de derde
druk heeft aangename, zachte kleu
ren voor de provincies. Voeg daaraan
toe een rood netwerk van spoorlijnen,
duidelijke lichtbruine hoogtecijfers en
eenvoudige lichtbruine schrapjes voor
de tekening van heuvels en duinen, en
het ongeordende en lege land begint
vorm te krijgen.
Er moest echter nog een beslissing wor
den genomen over de aardrijkskundige
namen, een punt dat altijd veel discus-
Echter, niet zijn raadsels en rebussen, maar zijn tekenvaar
digheden waren aanleiding om deze frater via dit artikel
uit de anonimiteit te halen. In 1880 behaalde Rafaël zijn
onderwijsakte voor tekenen, en vanaf 1897 doceerde hij,
naast zijn onderwijswerkzaamheden, het vak tekenen aan
de kweekschool van de congregatie. Bovendien werd hij
in 1899 benoemd tot onderwijsakte-examinator voor het
vak tekenen. Een feit waar de congregatie trots op was: 'In
Noord-Brabant behooren sedert [1888], vrij geregeld, de Fra
ters onder de vroede mannen, belast met het afnemen der
examens.' [N.N., 1894, p. 127] Rond 1900 was Rafaël in feite
dé frater-tekenaar van de congregatie, en het is dan ook geen
wonder dat juist hij gevraagd werd voor het tekenen van
de tekenatlaskaarten (1897) en de schoolwandkaarten van
Nederland (1898), Europa (1899), Palestina (1902) en Noord
Brabant (1904). Gezien het feit dat de negentiende-eeuwse
uitgaven van het RKJW altijd anoniem gepubliceerd wer
den, is het daarbij opvallend dat de vier schoolwandkaarten
alle prominent de auteurvermelding 'door Rafaël' hebben.
De naam Rafaël is zelfs de eerste fraternaam die voorkomt
in de sinds 1879 verschijnende fondscatalogi van het RKJW.
[Gervasius Dominieus, 1965] Het is duidelijk dat Rafaël zijn
schoolwandkaarten als eigen ontwerpen beschouwde en
niet als bewerkingen van andere kaarten. Om dit te kunnen
verifiëren zullen we hieronder proberen het kaartontwerp
van de eerst verschenen en meest herdrukte schoolwand-
kaart, de kaart van Nederland, te reconstrueren.
Fig. 4. De redactie
van 'De Engelbe
waarder' in vergade
ring bijeen; v.l.n.r. de
fraters Rafaël Klerkx,
Barnabas Verhoeven
en Jozef Reynders.
Rafaël houdt een
nummer van het
tijdschrift en waar
schijnlijk een rebus
in zijn hand (foto uit
jCaesarius Mommers
en janssen, 1997]).
De genese van een schoolwandkaart
We moeten ons daarbij beperken tot de reconstructie van
het kaartontwerp van de derde druk van de Nederland-
kaart {ca. 1912, fïg. 5). De eerste en tweede druk lijken voor
alsnog van de aardbodem verdwenen en zijn zelfs niet te
vinden in het archief van de fraters, noch in het archief van
he RKJW (thans uitgeverij Zwijsen en ondergebracht bij het
Region aal Archief Tilburg).
De indeling van het land
Tijdens het maken van de allereerste ontwerpschetsen heeft
Rafaël - als bijbelkenner - mogelijk gedacht aan die bekende
spreuk in het boek Genesis: 'In het begin schiep God hemel
en aarde. Maar de aarde was nog ongeordend en leeg. Want
hoe moet een leek op kartografisch gebied zoiets aanpak-
GEO-INFO 2008-11