i
Map
..«.fiy mtT
- /iftgèTx; a'
Roomsche kleur in het werk
427
Fig. 8. Fragment
(Den Helder en om
geving) van Rafaëls
schoolwandkaart
van Nederland (der
de druk, ca. 1912)
met vuurtorens
(Egmond, Kijkduin
en Terschelling) en
zichtbaarheidsgren-
zen.
de kust altijd minstens één herkenbaar
licht is te zien. [Crommelin en Suchte-
len, 1978] Is het niet opmerkelijk dat
dit voor een zeevarende natie relevan
te aspect op bijna geen enkele andere
schoolkaart van Nederland te vinden
is? Opvallend is tenslotte dat de vuur
torens van Ameland en Terschelling op
Rafaëls kaart niet op de juiste plaats
staan (Ameland: midden in plaats van
westen; Terschelling; Noordvaarder in
plaats van West-Terschelling). Rafaël is
blijkbaar nooit op deze Waddeneilan
den geweest. Wat had een Brabantse
frater daar ook te zoeken?
Grondsoorten, landbouw en de
versieringen
De vorm van Nederland maakt het
mogelijk om in drie hoeken van een
Nederland-kaart aanvullende gege
vens te plaatsen. Rafaël kon daardoor
met een grondsoortenkaartje van Ne
derland rechtsonder toch enigszins
tegemoetkomen aan de vraag in de on
derwijswereld naar grondsoorten en
natuurlijke landschappen. Het is wel
jammer dat hij daardoor afbreuk doet
aan zijn eerder gehanteerde ontwerp
principe dat alles op een flinke afstand
nog goed leesbaar moet zijn. De grond
soorten zijn op de derde druk vrij grof
Fig. 9. Noord- en
Oost-Nederland;
links: fragment van
de 'Landbouwkaart
van Nederland voor
schoolgebruik' van
JA. ten Klooster
(uitgave P. Engels
Zn. te Leiden, 1881,
Bijzondere Col
lecties Bibliotheek
Universiteit van
Amsterdam); rechts:
fragment van het
grondsoortenkaartje
van Rafaëls school
wandkaart van
Nederland (derde
druk, ca. 1912).
De productnamen
vertonen vrij veel
overeenkomsten.
ViAfi V ,-'»*«**(, 1
vt*5.s
a ABjfïpii f iri#,' ttoimii, i /"/tmwi •--«■
hv 1 m j js 1.
/ji'o tec .-irkf?'»- y,
gij
J*
ft BOT'ltt'" 'i
*rk saT-Y,,-|
irahv'i \fl oom 1.
Mftp AP Pit 6 N^ÏHAVtR
getekend en waarschijnlijk een generalisatie van een gene
ralisatie van Starings geologische kaart (fig. 9 rechts). Ver
der zijn de kleuren voor het hoogveen - donkergeel - en het
laagveen - roze - ongebruikelijk en verwarrend. De grond
soortenkaartjes op de vierde en vijfde druk zijn wat betreft
tekening en kleurkeuze veel beter. Dat Rafaël gericht was
op het verbeteren van elke druk van zijn kaart, blijkt ove
rigens ook uit het vervangen op de vijfde druk van de term
'laagveen' door 'verdronken hoogveen' na een opmerking
hierover in het tijdschrift voor onderwijsgevende klooster
lingen, 'Ons Eigen Blad'. [Velthuis, 1930]
De bemoeienissen van de fraters met het agrarisch onder
wijs en de opkomst van de economische geografie rond 1900
hebben waarschijnlijk veroorzaakt dat op het grondsoorten
kaartje ook producten van landbouw en veeteelt met hun na
men staan aangegeven. Voor deze namen geldt nog sterker
dan voor de grondsoortenkleuren dat ze op geringe afstand
al onleesbaar zijn en daarom eigenlijk niet thuishoren op een
wandkaart. Het idee voor deze productnamen en mogelijk
ook een deel van de gegevens zelf lijken afkomstig van één
van de eerste thematische schoolwandkaarten in Nederland:
de 'Landbouwkaart van Nederland voor schoolgebruik' van
JA. ten Klooster uit 1881 (fig. 9). [Brink, 2007c] Op de kaart
van Ten Klooster worden de producten echter gerelateerd aan
het bodemgebruik (weiland, bouwland, woeste grond) en niet
- zoals bij Rafaël - aan de grondsoorten.
Rafaëls kaart bevat in vergelijking met andere schoolwand
kaarten relatief veel versieringen: het brede sierkader, het
wapen van Nederland, de sierletters van de kaarttitel en het
opgekrulde inzetkaartje. Verwonderlijk is dit niet want, zo
valt in de 'Encyclopedie van Noord-Brabant' te lezen, "de
katholiek neigt tot opsiering" De krul van het grondsoor
tenkaartje is misschien een ode aan de met een vergelijk
bare krul uitgevoerde 'Schoolkaart voor de natuurkunde en
de volksvlijt van Nederland' van Staring uit 1860, de eerste
grondsoortenkaart van Nederland. Het wapen van Neder
land lijkt de oranjegezindheid van katholieken te willen be
nadrukken, in een tijd dat in sommige kringen nog steeds
de betrouwbaarheid van katholieken als staatsburgers werd
betwijfeld.
De kweekschool van de congregatie en de door fraters ge
leide lagere scholen kenden een sterke verstrengeling van
onderwijs en katholicisme (fig. 10). De godsdienstige vor
ming diende in alle lessen naar voren te komen en ook 'het
aardrijkskundevak zal nu en dan 'n steentje kunnen aan
dragen tot 't optrekken van het geestelijk gebouw van het
zieleleven.' [Evodius Schollen, 1914] Op het eerste gezicht
is daarvan op Rafaëls kaart van Nederland niets te merken.
Mogelijk was het de bedoeling om de kaart ook voor neu
trale scholen acceptabel te maken. Maar wie wat langer
kijkt zal het opvallen dat raadseloom Rafaël toch enkele ka
tholieke elementen in de kaart heeft weten te verschuilen.
Hieronder volgt onze oplossing.
Er zijn slechts enkele plaatsen in België aangegeven, en
maar één met minder dan vijfduizend inwoners: Maaseik.
Het is geen toeval dat juist daar de fraters van Tilburg in
1851 een internaat voor dove en blinde jongens hadden ge-
GEO-INFO 2008-11