kelijk dat bijna alleen bij respondenten van middelgrote
gemeenten (100,000-250,000 inwoners) open source en open
standaarden wel regelmatig werden genoemd als een be
langrijk middel een nieuwe vorm van informatie-manage-
ment te introduceren. Hieruit zou men kunnen afleiden
dat deze gemeenten wel actief naar alternatieven zoeken
minder afhankelijk te zijn van nationale architecturen of
architecturen die vooral door de grootste gemeenten wor
den geïntroduceerd.
Voorzichtige conclusies
Besluiten over samenwerken met geoICT worden vaak via
representatieve organisaties genomen, maar er blijkt een
gevoel van afstand tussen die organisaties en de mensen
die dagelijks binnen een samenwerking met geoICT wer
ken te zijn.
Er lijkt nog steeds een barrière te liggen tussen de tech
nische mogelijkheden om anders samen te werken van
bijvoorbeeld de open source initiatieven en de organisa
torische mogelijkheden om manieren van samenwerken
tussen organisaties te veranderen.
Samenwerking met geoICT lijkt vooral mogelijk als de ka
ders, vormen en standaarden heel strikt zijn vastgelegd.
Zodra geoICT een onderdeel is van een beleid of politiek
proces worden de kaders van geoICT-samenwexking veel
minder direct gevoeld.
De digitale overheidprogramma's lijken niet zoveel
invloed te hebben op de manieren van samenwerken
met geoICT, maar wel op het gevoel van efficiëntiever
hoging.
Terugkomend op de vraag: vinden er fundamentele ver
anderingen van samenwerken binnen de overheid plaats
GIN-lid Ed Stevenhagen uit Zoetermeer bracht bezwaren
in tegen de volgens hem ondeugdelijke plankaarten van
het bestemmingsplan Verlengde Oosterheemlijn van zijn
woongemeente.
Eén van zijn vele vragen was basaal: Waarom wordt geen
referentiegrid in RD meegeleverd?
Het antwoord, namens B&W ondertekend door het hoofd
Stadsontwikkeling: 'De gemeente is niet in het bezit van
die zijn toe te schrijven aan het sa
menwerken met geoICT? Het lijkt
erop dat er in een toenemende mate
vervlechting tussen de overheid en
allerlei representatieve structuren
binnen en buiten de overheid is ont
staan. Dit maakt het beeld van de
overheid als een groep van individu
ele, duidelijk ingeperkte organisa
ties, die elk vanuit en met hun eigen
verantwoordelijkheid samenwerken,
meer diffuus. Toch is het zo, dat het
fundamentele idee achter basisregi
straties, die toch ook voor een groot
deel vanuit de geo-hoek worden vorm
gegeven, tegelijkertijd wel een beeld
zal scheppen van een meer geïnte
greerde overheid. Dit zal ook steeds
meer een noodzaak van verantwoor
delijkheid van de overheid als geheel
met zich mee brengen. Een dei-gelijk
holistisch verantwoordelijkheidscon
cept zal echter moeilijk te vatten zijn
in individuele samenwei'kingsver-
banden. H
Literatuur
De Vries, W.T., Coördinaten en coördi
natie: een analyse van overheidssamen-
werken met geo-informatie. Geo-Infö,
2008, 5(5).
een RD grid.' De inspraakreactie met dit gemeentelijke
commentaar is vervolgens ook opgenomen in het vastge
stelde bestemmingsplan (p. 25).
Zoals bijvoorbeeld uit www.gbkn.nl blijkt is de gemeente
Zoetermeer een Topografie Producerende Gemeente.
Adri den Boer
GEEN RD IN ZOETERMEER?
Efficiëntie door samenwerking?
Ja, de kosten daarvan van ook duidelijk te meten
n Ja, maar kostenbesparingen zijn daarvan «ij
onduidelijk
n Nee, want samenwerken brengt ook weer
nieuwe kosten met zich mee
0 Nèè, want de kosten de nodg zijn om samen te
werken zijn veel hoger dan de besparingen
Met welke organisaties wordt samengewerkt?
E-GEM/EGEM-i
ICTU
Commercieele organisaties
Geonovum
Waterschapshuis
Rjk swat er staat
Overkoepelende organisaties
(Andere) provincies
(Ahdére) gemeehlen
(Andere) waterschappen
0 10 20 30 40 50 60 70 80
B Aantal respondenten
GEO-INFO 2008-11