Wie vernieuwt wat? Portaal MijnGIN 405 Slot Het vernieuwingsproces is ingezet door op formele en informele wijze te spreken met het bestuur én met actieve leden. Uit de gros lijst van tien onderwerpen zijn er drie gekozen waar nu op wordt ingezet. Dit zijn: 1; meer kennis over de leden; 2. meer binding van de leden; 3. het anders organiseren van GIN. De bestuursleden Henk Ensinlc en Hendrik Westerbeek werken aan het eerste punt. Dit zal resulteren in een 'Mij nGIN', een portaal waar leden zelf hun gegevens bijhouden. De binding van leden is opge pakt door de bestuursleden Roel Luis, Louis Smit en Jan Willem van Eek. Hun voorstel is om meer regionale activiteiten te organiseren. ;lih proef hiermee is succesvol. De bestuursleden Guido Quik en Martin van Vliet hebben aan het derde punt gewerkt. Zij stellen voor pm de vereniging dichter bij de leden te brengen en slagvaardiger te maken. Hiertoe is een nieuwe structuur uitgedacht. Het nieuwe GIN: heeft één bestuur dat kleiner is dan het huidige AH. Daarin zit ten behalve de voorzitter, de penningmeester en de secretaris ook de hoofdredacteur, een medewerker voor pr én communicatie en een coördinator van de regio's. Daaronder vallen de regio's met een elk een regiocoördinator Öi regiocoördinatoren worden ondersteund door een bestuurslid bij de uitvoering van plannen. (Hit; notulen ALV11 juni 2008) Alle leden waren toen met mail vanuit Groningen benaderd in plaats van van uit Deurne. Echt, mensen vinden het leuk om elkaar in regionaal verband te ontmoeten. Het hoeven niet alleen lezingen te zijn, maar ook een fiets- of motortoertocht danwel geo-caching kan, als het maar een geo-component heeft. En als je iets organiseert kan je het natuurlijk ook aan een andere re gio aanbieden,' aldus Luis die vanuit het bestuur de regiocoördinatoren weer gaat coördineren. ('Jij krijgt het het drukst,' zo voegde Van Eclc hem toe, maar dat moest tijdelijk zijn, 'want we rekenen erop dat leden in de nieuwe structuur zelf actiever worden in het organiseren rondom een aansprekend thema. Drempelverlagend door de re giokeuze en een persoonlijke benade ring. Door onderling meer aandacht te geven rekenen we op meer binding binnen de regio's.') 'We zetten voor een regio een model neer wat er staat Er ging niets boven Groningen (februari 2008). vanuit de vereniging, men opereert wel namens GIN en met ondersteuning,' zo voegt Smit toe. Verwezen werd niet al leen naar de geslaagde thema-bijeenkomst in Groningen in februari, maar ook naar het vakmatige gezinsuitje op het Geofort van vorig jaar (zie resp. Geo-Info 2008-4, p. 161, en 2007-6, p. 254/255). Van Eek memoreert ook de themadag 'Kadastrale kaarten en hun toepassingen' in februari 2007 in Emmen met honderd bezoekers (en zonder verslag in het tijdschrift). 'We voelden ons gesterkt door wat er daar ge beurde', zo memoreerde hij, verwijzend naar modellen met regionale bijeenkomsten bij andere landelijke verenigingen. Het bestuur gelooft in het concept en 'regionale aanpak is een gewenste trend'! Dankzij het nog steeds komende internetportaal MijnGIN, waarop leden zelf hun gegevens bijhouden, kan het be stuur straks interessegebieden van leden weten. Het gaat vanuit GIN gezien om het verzamelen van ledengegevens van opleiding, werkgever, studierichting, interesses in het werkveld (techniek en richting), maar ook om gegevens als de verwachtingen van de leden van GIN: van 'events' tot de inhoud van Geo-Info! Bij het gesprek kon er helaas nog niets van MijnGIN worden getoond, maar voorzitter Van Eek wist het stellig: 'Op het symposium is het af!' Het moet met mogelijkheden tot zelf profileren ook beter passen bij jongere generaties, die anders met tijd en tijdmanagement omgaan, zo is de gedachte. 'Bij Linlcedin hebben we al 310 leden van de groep Geo-Informatie Nederland. Dat zegt wel wat,' aldus de voorzitter over dit virtueel sociaal netwerk voor professionals. 'En zelfs de Einsteingeneratie wil persoonlijke ontmoetin gen op social events,' zo weet Van Eek ook. Smit benadrukt met instemming van de anderen dat GIN de zaken die goed gaan wil blijven behouden: 'Tijdschrift en congres zijn succesnummers voor de vereniging.' De voorzitter signaleert dat de uitvoering bij evenementen wel veranderde: voor symposium en congres worden tegenwoor dig externe dienstverleners ingeschakeld. ('Bij het symposi um is het businessmodel zelfs omgedraaid.') Aan de eigen verantwoordelijkheid voor de onafhankelijke programma's, het op de inhoud blijven zitten, kan echter nimmer worden getornd, zo zeggen de heren stellig. Blijvend zijn voor hen ook de drie kenmerken van GIN. Van Eek presenteert ze van een sheet van juni, die zo weer kan worden benut: brede aandacht voor geo-införmatie voor leden, door leden onafhankelijk. Naast de secties kende GIN ook ondersteunende werkgroe pen. Met uitzondering van die voor de Geschiedenis van de Kartografie waren die niet actief, zo leerde het jaarver slag 2007 dat met succes voorstelde om ze te ontbinden. Hetzelfde verslag gaf als ledenaantal 3630 aan. De bladen Caert-Thresoor en De Hollandse Cirkel met kleinere opla gen worden uitgegeven door stichtingen, zo wordt ook ge constateerd. De voorzitter tot slot: 'Als leden iets willen doen: graag. Het kunnen zomaar acht regio's worden!' En natuurlijk worden op de extra ALV ook al contouren geschetst van het congres van 2009. GEO-INFO 2008-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 7