Beschrijving van de gebruikte datasets 407 schaal). In de constrained tGAP wordt het paarsgewijs samenvoegen beperkt door de gebiedsgeldigheidscondities die de voorgedefinieerde verzameling groot schalige objecten per gebied bevatten. Alleen objecten die tot hetzelfde gebied behoren mogen worden samengevoegd. Daarnaast zijn er een gewichtentabel (relatieve belang) en een compatibili- teitsmatrix die het samenvoegen sturen om een zo fraai mogelijke vario-schaal structuur te krijgen. Fig. 1 toont de ver schillende stappen in het bouwen van een con-strained tGAP-structuur, waarbij 1(a) de IMGeo-gegevens bevat en 1(f) de ToplONL-gegevens (geldigheidsgebie- den). Het samenvoegen via de tussen stappen zoals getoond 1(b) t/m 1(e) wordt beperkt door de gebiedsgeldigheidscon dities en stopt zodra alle objecten in een gebied zijn samengevoegd. Welke ob jecten worden samengevoegd wordt ex pliciet opgeslagen. In de huidige imple mentatie gebeurt dit in Oracle Spatial tabellen en het bouwen van de initiële structuur door middel van PL/SQL code; tabeldefinities, broncode en overige de tails in [Hofman, 2008]. In dit artikel ligt de nadruk op de aggre- gatieoperatie bij het creëren van de cons trained tGAP-structuur, maar andere ge neralisatieoperatoren zijn in de context van de tGAP eerder beschreven, bijvoor beeld lijnsimplifïcatie, typificatie, ver plaatsingen, symbolisatie, krimpen van vlak naar lijn (of punt) en toewijzen van overblijvende vlakdelen aan buurvlakken [Van Putten en Van Oosterom, 1998, en Ai en Van Oosterom, 2002], zie fig. 2. Al deze technieken passen in de hier gepresen teerde con-strained tGAP-structuur. Het splitsen van een grootschalig vlakobject wordt in dit artikel gepresenteerd, maar in een andere context dan het krimpen van vlak- naar lijnobject, namelijk door een geldighcidsbeperking van een klein schalig gebied dat een grootschalig vlak in meerdere delen knipt. Fig. 1. Tussenresul taten bij het bouwen van de constrained tGAP. De geldig- heidsgebieden zijn in (a) t/m (e) met dikkere zwarte lijnen aangegeven. Originele IMGeo gegevens (a) met 42 objectentussenre sultaten (b) t/m (e) van de generalisatie en het resultaat ff) van de laatste gene- ralisatiestap (gelijk aan de geldigheids- gebieden). Fig. 2. Vlak naar lijn krimpen en het toewijzen van de resulterende delen aan buurvlakken op basis van compatibi liteit en belangrijk heid met buren, uit [Ai en Van Oosterom, 2002]. W ffl IMGeo en ToplONL zijn beide gebaseerd op het basismodel geo-informatie NEN3610 [NEN, 2005]. Dit is de Nederlandse versie van het 'General Feature Model' ISO 19109, waaraan op het hoogste niveau semantisch betekenisvolle klassen zijn toegevoegd (water, weg, terrein enz.). Ondanks het feit dat zowel IMGeo als ToplONL gebaseerd zijn op het basismo del geo-informatie zijn er een paar belangrijke verschillen: ToplONL overerft de NEN3610 klassen en IMGeo doet dit niet; Een aantal klassen zijn verschillend gemodelleerd, zo heeft IMGeo bijvoorbeeld een aparte klasse voor kunst werken, die bij ToplONL in andere klassen zijn onderge bracht; In tegenstelling tot ToplONL heeft IMGeo geen klasse en gegevens voor functionele gebieden, geografische gebie den en hoogtelijnen; IMGeo wordt voornamelijk ingewonnen via terrestische metingen en ToplONL via luchtfoto's; Het IMGeo model is gebaseerd op een vlakkenpartitie en ToplONL niet. De eerste IMGeo- en ToplONL-testgegevens zijn afkomstig uit Almere (2007), later (2008) zijn ook testgegevens uit Rotterdam gebruikt. Zoals te verwachten zijn er zowel geo metrische als semantische verschillen, De geometrische verschillen zorgen ervoor dat het niet eenvoudig is om IMGeo-objecten direct aan ToplONL-gebieden toe te wij zen. Fig. 3 toont in rood de Almeerse lMGeo-gebouwen en in transparant blauw de ToplONL-gebouwen. De verschui vingen zijn zeer willekeurig en kunnen niet door parallax worden verklaard maar alleen door verschuivingen van de ToplONL-kartograaf. De benodigde ToplONL-nauwkeurig- heid van 4 meter wordt voor alle gebouwen wel gehaald. Er zijn echter gebouwen en andere objectklassen in ToplONL die duidelijk nauwkeuriger lijken. Fig. 4 toont de Almeerse IMGeo-wegen in grijs, de ToplONL-wegen in transparant blauw. Hier valt op dat de geometrische overeenkomst goed is maar dat er in IMGeo meer soorten objecten zo als parkeerplaats en stoep, ook als weg worden gemodel leerd. Omdat de gegevens van de gemeente Almere een vroeg IMGeo-prototype betreffen, zijn deze wegobjecten nog niet verder in subklassen gemodelleerd, wat volgens het IMGeo-model wel de bedoeling is en in de Rotterdamse testgegevens ook het geval was. Semantische verschillen doen zich voor in gebieden met veel struiken. Deze kunnen in ToplONL als bos worden geclassificeerd. Omdat de tGAP- structuur uitgaat van de grootschalige objecten, die wor den samengevoegd en de classificatie van het belangrijkste object aanhoudt, is het, uitgaande van dit algoritme, niet mogelijk om op een bosclassificatie uit te komen als deze niet in de invoer zit. GEO-INFO 2008-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 9