Omgaan met onzekere planobjecten m Fuzzy logica voor de ruimtelijke ordening S r rn Dit artikel beschrijft een aantal resultaten van het BSIK-RGI- project 008:'Gg03 - Goed omgaan met onzekere objecten'. Doel van dit project is opstellen en ontwikkelen van richtlijnen, methodieken en instrumenten om op een goede manier om te gaan met onzekere objecten in de ruimtelijke planvorming. Het project is gestart in 2005 en wordt eind dit jaar afgesloten. Met de digitale verplichtingen vanuit de Wro verandert de ruimtelijke planning in hoog tempo van een ana loog in een digitaal proces en komen er kansen voor ver nieuwende toepassingen op het grensvlak van ruimtelijke ordening en GIS. Het hebben van digitale en uitwisselbare ruimtelijke plannen impliceert dat deze plannen ten behoe ve van bedrijfsprocessen en dienstverlening kunnen worden vergeleken en geanalyseerd, al dan niet gecombineerd met informatie uit andere bronnen. In ons planstelsel met zijn diversiteit aan ruimtelijke plannen biedt de digitalisering van RO-processen de mogelijkheid planobjccten uit verschil lende plannen met elkaar te vergelijken. Ervaringen tonen echter aan dat dit niet altijd eenvoudig is. Dit komt onder andere doordat ruimtelijke plannen door diverse instanties op verschillende bestuursniveaus (lokaal, regionaal, lande lijk) worden opgesteld. De intenties, de planningsopgaven, de schaalniveaus, de mate van uitwerking en de wijze van visualisatie kunnen daarbij aanzienlijk verschillen. De Nota Ruimte is met zijn strategische visie op de ruimtelijke ont wikkeling van Nederland heel anders van aard dan een con creet bestemmingsplan met zijn bindende karakter tussen overheid en burger. In strategische plannen is het ruimte lijke beleid niet tot in detail uitgewerkt en worden planob jecten veelal indicatief op de plankaarten gevisualiseerd. De planobjecten zijn niet scherp begrensd of er worden arceringen en symbolen gebruikt. Voor concrete plannen geldt in principe het tegenovergestelde. Het beleid kent veel meer detail en de planobjecten staan exact begrensd op de kaart. Maar concrete plannen hebben soms ook betrekking op continue fenomenen als geluid- en luchtemissies. Deze worden meestal met een scherp begrensde contour op een plankaart weergegeven, terwijl ze in de werkelijkheid een continu en wisselend karakter hebben. In de praktijk leiden de mate van uitwerking en de wijze van visualisatie regelmatig tot onduidelijkheid over het ruimtelijke beleid en over de intenties en reikwijdte van planobjecten. Wanneer niet helder is wat met een planob ject wordt bedoeld, ontstaat daarover onzekerheid bij de gebruikers van ruimtelijke plannen. Dat maakt het verge lijken of combineren van degelijke planobjecten onderling of met andersoortige informatie lastig. In het kader van het BSlK-RGI-project Ge03 wordt in dit verband gesproken van 'onzekere objecten' in de ruimtelijke planvorming (fig.l). Ge03 Het BSIK-RGI-project Ge03 heeft als doel richtlijnen, methodieken en in strumenten te ontwikkelen om op een goede manier met onzekere objecten in de ruimtelijke planvorming om te gaan. Het Ge03-projeet heeft onderzoek gedaan naar de verschillende oorzaken en karakteristieken van onzekere plan objecten in de ruimtelijke ordening en heeft daarvoor oplossingsrichtingen geformuleerd. Het begrip onzekerheid is daarbij gedefinieerd als 'de erken ning dat men vanwege onvolledige of imperfecte informatie de toestand van een systeem niet exact kent'. Een nogal technische definitie, maar bedoeld wordt dat in de praktijk gebruikers van ruimtelijke plannen het daarin gefor muleerde beleid en de weergegeven planobjecten niet altijd eenduidig kun- Fig.l. Onzekere objecten in de ruim telijke planvorming. t -m in C.C.AM. Wesseh geo-informatie Nexpri dr.ir. L.A.£. Vullings, onderzoeke geo-informatie, WUR-Alterra co-auteur: ir.J.D. Buiens, onderzoeker geo-informatieWUR-Alterra GEO-INFO 2008-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2008 | | pagina 14